Caleb Brandon Collins
"Goh, dat wist ik nog niet,'" Het was haar sarcastische toon die me liet grijnzen, ik mocht haar pit wel en dat was geen geheim. "Laat me weten wanneer je er klaar voor bent." Het lag niet in mijn aard om plots aan te vallen zonder enige waarschuwen en aangezien zij een dame was, liet ik haar zoals gewoonlijk als eerste beginnen. "Ik ben klaar," Ik bezorgde Eleonore een goedkeurende knik en stak mijn zwaard een stukje naar voor zodat de punt in haar richting wees. "Maar geen gezichtsverwondingen!"
Lachend liet ik mijn zwaard weer een stukje zakken en schudde even geamuseerd mijn hoofd. "Gaan we nu nog beginnen of niet?" Grinnikte ik en schonk haar een uitdagende grijns terwijl ik mijn zwaard weer omhoog bracht. Het duurde niet lang of dat ze de aanval had ingezet, iets wat ik alleen maar amusanter begon te vinden.
"Is dat al dat je hebt?" Vroeg ik gespeeld verontwaardigd terwijl ik met gemak haar slag afweerde met mijn zwaard. "Kom op, dit ben ik niet van je gewend." Een tweede aanval volgde al snel die ik, net als de eerste, af wist te weren. Alleen kostte deze aanval me iets meer moeite dan de eerste waaraan ik kon zien dat ze steeds beter begon te worden, wat een goed teken was. De lessen begonnen hun vruchten langzamerhand af te werpen.
Nog voordat Eleonore een derde aanval kon doen, was ik haar voor en wist ik haar pols vast te grijpen om vervolgens het puntje van mijn zwaard tegen haar keel te zetten. "Je zou dood zijn," Lachte ik terwijl ik haar pols los liet en het zwaard weer liet zakken.
"Vanaf het begin," Zei ik weer op een serieuze toon en deed hierbij enkele stappen achteruit zodat ik terug in de gevechtshouding kon gaan staan. Onbewust ging ik even met mijn tong langs mijn mondhoek en wachtte geduldig af tot ze weer een stap zou ondernemen. Mijn ogen schoten even naar haar gezicht wanneer ze aanviel, waardoor ik was afgeleid en haar aanval niet op tijd had aan zien komen. Met een vreemd geluidje probeerde ik haar aanval nog af te weren maar voelde hoe het koude staal een diepe snee in mijn bovenarm sneed.
Met mijn vrije hand greep ik even naar mijn arm waar een dieprode vloeistof door mijn shirt heen lekte. Met opeengeklemde tanden drukte ik de wond wat dicht en keek vervolgens weer naar Eleonore. "Je wordt echt goed," Grinnikte ik en keek vervolgens even naar mijn bebloede hand. "Misschien dat je ooit wel beter zal worden dan mij."
Annabeth Sophia Collins- Koningin
Wanneer de deur achter me open werd geslagen, stopte ik abrupt met spelen en draaide ik me uiteindelijk langzaam om zodat ik kon zien we me durfde te storen. Wanneer ik doorhad dat het Synon was, de broer van de koning, liet ik mijn blik kritisch even over zijn lichaam glijden. Hij leek totaal niet op zijn broer, of toch qua uiterlijk al zeker niet. Arthur was in vergelijking met Synon veel gespierder en zag er best indrukwekkender uit.
Wanneer Synon blosjes op zijn wangen kreeg, drong een vreemd gevoel mijn maag binnen. Een gevoel van argwaan of misselijkheid, daar was ik nog niet echt uit. Toen hij glimlachte leek het alsof hij iets verkeerds had gegeten, het zag er eigenlijk best vreemd uit.
"Koningin," Begon hij nadat hij wat dichterbij was gekomen. "Wat een prachtig vioolspel. Het klonk als het lied van vernieuwing." Langzaam liet ik mijn viool wat zakken en draaide me een klein beetje van hem af zonder hem echt uit het oog te verliezen. De manier waarop hij sprak zat me niet echt maar desondanks liet ik niets merken. Ik was tenslotte koningin en wat voor koningin zou ik zijn als ik al mijn emoties prijs zou geven. "Bedankt," Het kwam er redelijk afstandelijk uit, misschien omdat ik het niet echt gewoon was dat hij mensen complimenteerde zonder daar een goede reden voor te hebben.
"Er komt een gevaar aan. Ik kan u vertellen hoe en wat, en u zelfs redden, maar ik vrees dat u me daarvoor een gunst zal moeten verlenen." Daar had je het al, dat was vast de reden waarom ik dat lastige gevoel in mijn maag had. Hij complimenteerde mensen nooit zomaar, tenzij er iets aan zat te komen waar hij zelf beter uit van zou komen.
"Ik ben me van geen dreiging bewust," Ok, dat was gelogen. Ik wist donders goed wat er aan de hand was in dit koninkrijk maar was zelf te laf om er tegen in te gaan. Dat wilde natuurlijk niet zeggen dat ik de dorpelingen en de vluchtelingen aan hun lot overliet. Om de zoveel tijd stuurde ik iemand op pad die uit mijn naam voedselpakketten bracht naar het kamp van de vluchtelingen en Caleb, mijn broer brieven bezorgde. Af en toe kreeg ik wel eens een brief terug, maar dat was alleen zodat ik wist dat hij nog leefde en me geen zorgen moest maken.
"Het is de stilte voor de storm," Ik probeerde niet naar zijn spastische hand te kijken en hield mijn lichtblauwe ogen strak op zijn gezicht gericht. Het was namelijk niet zo netjes om te staren naar beperkingen van anderen. "Wilt u nog horen van mijn verzoek?" Ik had de indruk dat hij niet zo zelfzeker meer was als eerst, vast door de manier waarop ik kon kijken. Hoewel ik dit best amusant vond, liet ik niets merken.
"Vertelt u maar." Veel zin om naar de onzin van Synon te luisteren had ik niet, maar als het hem gelukkig maakte wilde ik hem die kleine gunst wel verlenen. Als het uit de hand liep kon ik hem natuurlijk wel het zwijgen opleggen, dat lag wel in mijn macht. Tenzij hij het voor elkaar kon krijgen dat Arthur zich tegen me zou keren, maar als ik zo eens naar Synon keek had ik het vermoeden dat dit niet bepaald mogelijk was.
"Aangezien u dicht bij de koning staat dacht ik dat u de meeste kans had om hem succesvol te vermoorden. Luister; ik zal een veel betere koning zijn, die zich wel bewust is van het loerende gevaar. Ik zal u kunnen beschermen tegen elk denkbaar gevaar, en niet alleen u, maar heel mijn hofhouding. In uw lied weerklonk het verlangen naar vernieuwing, en die staat dus nu voor de deur. Dit is toch een prachtkans, vindt u niet?"
Abrupt stak ik mijn hand omhoog om hem te laten zwijgen terwijl mijn ogen bijna vuur schoten. "Hoe durft u?" Zei ik op toon die zo kalm was dat het beangstigend werd. "Hoe durft u zulke dingen te zeggen onder het dak van de koning? Hij is goed voor u, dat kunt u niet ontkennen, dus waarom zou u hem zo verraden?" Met een blik vol afgunst keek ik naar hem op terwijl ik mijn hand liet zakken en uiteindelijk wat opzij boog om mijn viool op tafel neer te leggen. "U bent niet goed bij uw hoofd, zulke dingen kunnen u het leven kosten." Gepikeerd stak ik mijn kin wat in de lucht. "En ook het mijne."
Mijn ogen flitsten even van Synon naar de deur die eindeloos ver weg leek te zijn. Eigenlijk wilde ik hier weg, ik voelde me niet bepaald veilig meer nu hij zulke uitspraken had gedaan. Wat als iemand hem had gehoord? De kans was groot dat ik er dan onterecht bij betrokken zou worden terwijl ik hier niets mee te maken wilde hebben. "Luister," Ging ik op diezelfde kalme toon verder. "Het idee alleen al dat van alle mensen juist u diegene bent die de koning iets aan wil doen, verafschuwt me. Maar dat u mij er dan ook nog bij wilt betrekken snap ik al helemaal niet." Onbewust balde ik mijn handen even tot vuisten terwijl ik koppig naar hem op bleef kijken. "De koning zorgt trouwens goed voor me en ik denk er niet eens aan om mijn plek als koningin af te staan aan één of andere geit die niet eens van adel is." Mijn woorden kwamen er erg hard uitgerold, maar ook al klonken ze erg zelfzeker zo voelde ik me allesbehalve. Misschien was ik zelfs wel een beetje bang voor hem. Ik wist niet tot wat hij in staat zou zijn.
Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.