• The mad king

    Het jaar 1500, Het hele land staat in rep en roer door de verschrikkelijke heerschappij van een jonge koning wiens dictatuur soms zo ver gaat dat niemand zich nog veilig kan voelen. Hij laat mensen onthoofden, ophangen en folteren om angst te zaaien bij diegene die tegen zijn heerschappij zijn. Iedereen vreest voor zijn eigen leven, zelfs de mensen die de koning persoonlijk kennen. Niemand weet waarom de koning zijn volk zo slecht behandelt, maar de geruchten gaan de ronde dat hij gefrustreerd is door het uitblijven van een waardige troonopvolger. Wanneer zelfs de kinderen niet meer veilig zijn, vindt het volk het te ver gaan en proberen ze bescherming te zoeken in de geheime gangen onder het koninkrijk of in de bossen die zich in het zuiden bevinden. Als de voorraden beginnen te slinken, plant te bevolking een aanslag op de koning om zo voor goed van hem af te zijn, maar wat als de koning achter deze plannen komt? De angst groeit wanneer de koning al zijn manschappen het bos in stuurt.


    Regels:
    • Er is een minimum van 300 woorden, ik controleer. Meer mag altijd.
    • OOC is altijd tussen haakjes, of gebruik het praattopic.
    • Schelden en 18+ is toegestaan.
    • Bespeel alleen je eigen personage en heb respect voor anderen.
    • Personages mogen vermoord worden mits toestemming van de anderen.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven.
    • Let op spelling en interpunctie.
    • Denk er aan, niemand is perfect.
    • Reserveringen blijven 24 uur staan.
    • Denk goed na voor je meedoet, geen ééndagsvliegen.
    • Max. 3 Personages per persoon.
    • AlleenGipsy maakt de topics aan.





    Rollen

    Koning: Argus Erasmus Lancaster - Father - 13,1
    Koningin: Annabeth Sophia Collins - Naerys 1,1

    Mensen in het kasteel:
    Vrouwen: (Max. 4)
    - Samira Elisabethe Blade - Achternicht van de koning - Gwenx1D 8,1
    - Lorianna Ainsley Crescent - Dienstmeid van Synon Candira 11,1
    - Arissa Ehlana Dae- Dienstmeisje Sickle 15,1
    -



    Mannen: (Max 4.)
    - Alaric Fabian Lugosi - Rechterhand van de koning - Hatsumomo 1,1
    - Cenred Michael Blade - Ridder/ Acherneef van de koning - Sickle 2,1
    - Synon Lancaster - Broer van de koning samlaslas 5,1
    -


    Dorpelingen:
    Vrouwen: (Max. 4)
    - Daenerys Éowyn Frey - Illegale praktijken - Ubiquitous 1,1
    -Reservatie voor VladiFerr
    -
    -

    Mannen: (Max 3.)
    - Evian Lizord Fands - Bakker Gwenx1D 6,1
    -
    -


    Vluchtelingen:
    Vrouwen: (Max. 5)(VOL)
    - Eleonore Lyra Eddington - zusje van Lord Eddington, een goede vriend van Arthur - Sydrian 1,1
    - Amèlie Nina Billington - Maïtresse van de koning - Beaton 1,1
    - Amaranthe Sarah Dubois - Hertogin - Bequeath 1,1
    - June Faith - Kind - VladiFerr 3,1
    - Elle Mary Greenfield - Meid - Leam 4,1

    Mannen: (Max 6.)
    - Caleb Brandon Collins - Ridder - Naerys 1,1
    - Blythe Yates - Jager - Hatsumomo 1,1
    - Francois de la Croix - Circus artiest - Bequeath 1,1
    - Ciad Morningstar - Zoon van de houthakker - LyraPhoenix 8,1
    -
    -


    Meedoen kan altijd; Rollentopic
    Praattopic

    [ bericht aangepast op 1 sep 2013 - 20:40 ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Annabeth Sophia Collins - Koningin

    In gedachten verzonken staarde ik naar de roos die ik in mijn hand hield en vroeg me af hoe het kon dat schoonheid soms in zulke kleine dingen zat. Natuurlijk was schoonheid voor iedereen een ander begrip, maar voor mij was schoonheid iets puurs, zoals de onschuld van een kind, de liefde tussen een man en een vrouw of zoals de roos die ik in mijn handen had. Langzaam streek ik met mijn wijsvinger over een scherpe doorn en voelde hoe de doorn in mijn vinger stak. Op het kleine puntje in mijn vinger dat de doorn had achtergelaten, vormde zich er langzaam een klein druppeltje helder bloed.
    "Uwe Majesteit." Wanneer ik opkeek van de roos in mijn handen, merkte ik een jongeman op wiens voornaam me niet echt bijgebleven was. Ik schonk hem een erg zuinige glimlach waar je niet veel uit kon maken en knikte lichtjes met mijn hoofd ter begroeting. "Sir Saoudi."
    Het was niet de eerste keer dat ik hem hier zag, maar ik andere dingen te doen dan namen van al het personeel dat hier op het kasteel rondliep. Het viel me op dat hij voor een man niet bepaald groot was, maar hij leek me wel gespierd waardoor ik het betwijfelde dat hij veel gevechten verloor.
    "Bent u vandaag al in het dorp geweest?" Vroeg ik om de korte stilte te verbreken terwijl ik de roos aan de hofdame gaf zodat ik mijn handen in elkaar kon vouwen. "Of kan u me soms vertellen hoe het er aan toe gaat?" Mijn stem klonk erg kalm en verraadde niets van mijn bezorgde emoties, hoewel ik diep vanbinnen misschien wel gek kon worden.
    Het was trouwens gevaarlijk om zulke dingen te vragen, zeker in duistere tijden als deze, maar ik moest het gewoon weten. Ik maakte me zorgen om de dorpsbewoners, maar zelfs nog meer om de mensen die gevlucht waren. Ergens vroeg ik me af hoe het met Caleb was, ondanks hij mijn broer was, was er niets wat ik voor hem kon doen, hoe graag ik het eigenlijk ook zou willen. Ik was niet van plan om mijn eigen veiligheid in gevaar te brengen, wie weet tot wat de koning allemaal in staat zou zijn in een woedebui.




    Caleb Brandon Collins

    "Lekker geslapen?" Het was de schorre stem van Eleonore die me uit mijn gedachtes haalde. Langzaam keek ik op van de brief die ik in mijn handen hield en schonk haar een kleine glimlach. "Als een roosje," Ik had zo'n vermoeden dat ze wel slim genoeg was om te beseffen dat ik een beetje sarcastisch bezig was, maar ik had niet te klagen, ik leefde tenminste nog. "En jij? Heb jij goed geslapen?" Vervolgde ik en frommelde het papier in mijn handen op tot een grote prop en stak het in mijn broekzak.
    Onze situatie was best wel schrijnend, maar voor vluchtelingen was dit haast een paradijs. Er was niemand die ermee dreigde om ons te laten executeren of om uit te melken als een bende koeien. Desondanks miste ik mijn oude leventje op het kasteel. Ik miste het feit dat ik alle dagen in de buurt was van Annabeth om er zeker van te zijn dat alles goed ging met haar. Het contact tussen ons was verwaterd, maar verwachtte je dan? Zij was immers koningin en ik een ridder die op de vlucht is geslagen voor de koning.
    Steeds meer mensen vonden hun weg naar dit kamp, sommige heelhuids en anderen dan weer zwaargewond, maar het was een belofte aan mezelf dat ik opkwam voor de zwakkeren en hen zou helpen tot het bittere einde. Misschien zouden we ooit nog wel eens in opstand komen, om terug te nemen wat ons toebehoord en de koning te onthoofden.
    Natuurlijk wist ik niet in hoeverre dit mogelijk was, waarschijnlijk zouden sommige fanatiekelingen zo ver gaan om het hele koningshuis uit te moorden, waaronder Annabeth. Het enige probleem was dat niemand hier wist dat ik haar broer was en ik haar veiligheid dan niet zou kunnen garanderen.
    Maar dat waren zorgen voor later. Er waren nog niet genoeg mensen om zulke stappen te ondernemen, het risico was te groot dat we dan allemaal wel aan de galg zouden eindigen, iets wat ik deze arme mensen niet toewenste.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Cenred Michael Blade||Ridder en achterneef van de koning
    Ik was eigenlijk elke ochtend wel iets kwijt dus was het niets nieuws voor me dat ik deze ochtend opzoek was naar een van mijn laarzen. Toen ik eindelijk mijn tweede laars had gevonden – hij had onder de kast gelegen – en had aangetrokken verliet ik mijn kamer om op zoek te gaan naar iets eetbaars als ontbijt. Ik pakte een appel uit een mand waar ik langs kwam in het kasteel. Een paar mensen waar ik langskwam knikten met toe. Ik schonk ze allemaal een geforceerd glimlachje terwijl ik verder liep. Ik was er met mijn hoofd niet echt bij vandaag, eigenlijk was ik dat de laatste tijd sowieso niet. Ik had nooit eerder getwijfeld aan het koninklijk gezag, het zou ook nogal gek zijn want de koning was tenslotte mijn achteroom. Daarbij woonde ik al jaren bij hem op het kasteel en had ik het idee dat ik hem beter kende als mijn eigen broer. De laatste tijd gedroeg hij zich zo wreed tegen het volk. Men beweerde dat het was vanwege het uitblijven van een erfgenaam maar de koning en koningin waren nog niet oud dus het leek me sterk dat het alleen daar aan lag. Ik had hoe dan ook afleiding nodig van de realiteit, al was het maar heel even. Ik gooide het intussen afgekloven klokhuis van de appel achteloos op straat, het werd wel opgegeten door een dier. Ik herkende op enige afstand Guinevere Callaster, een van de hofdames. Ik haalde mijn schouders op en liep naar haar toe. ‘Goedemorgen Guinevere,’ zei ik toen ik vlakbij was gekomen.


    You can’t hammer tin into iron, no matter how hard you beat it, but that doesn’t mean tin is useless. -Jon Snow

    Guinevere Callaster

    'Goedemorgen Catarina,' begroet ik haar vriendelijk terug. Catarina is de kokkin van het kasteel. Volgens mij zijn er nog meer koks, maar dan zou ik Catarina nog het aardigst vinden. Ze is zo vriendelijk enzo. Ik loop de keuken weer uit om weer verder te gaan aan mijn taken als hofdame. Volgens mij ben ik trouwens e jongste hofdame. Ik bedoel, 17 jaar is vrij jong voor een hofdame toch? Terwijl ik hier zo sta te peinzen over iets heel erg onbelangrijks, eigenlijk iets dat helemaal niks uitmaakt, merk ik op dat Cenred naar me toe komt. Cenred is dus een ridder. Niet zo maar een ridder, hij is het achterneefje van de koning! Dus best een belangrijke ridder denk ik. Zou de koning aardig zijn tegen Cenred? Wie weet. Ik snap niks van het logica van de koning. Maar Cenred is volgens mij wel aardig. En de koning tenminste niet. Als hij vlakbij is zegt hij: 'Goedemorgen Guinevere.' 'Jij ook een goedemorgen Cenred,' geef ik als antwoord met weer zo'n vriendelijke glimlach op mijn gezicht als altijd als ik iemand begroet. Cenred zei het alsof hij een soort gewone jongen is, in plaats van het achterneefje van de koning, en een ridder. Zou het moeilijk zijn om een ridder te zijn? Het ligt er denk ik aan hoe lang je hebt getraind. En of je gewoon van jezelf sportief en sterk bent. En als je dat dus niet bent, kan je dus oefenen en trainen. Oh nee, zit ik weer te peinzen over iets verschrikkelijk onbelangrijks. Wat maakt het nou uit of een ridder van zichzelf sterk is of niet? Het gaat er om dat je succesvol wordt als ridder. En wat weet ik daarvan? Ik ben maar een hofdame. En dus waarschijnlijk nog de jongste ook. Nou ja, ik weet niet eens zeker of ik dat ben.


    It just takes one negative comment to kill a dream

    Cenred Michael Blade||Ridder en achterneef van de koningIk glimlachte toen ik zag dat haar gedachten alweer afdwaalden. Guinevere was een echte droomster, het lukte haar gewoon niet om zich op een onderwerp te focussen. Ik mocht haar persoonlijk wel, ze behandelde me zoals ze iedere jongen op het kasteel behandelde en dat was wel eens verfrissend. Daarbij was ze van zichzelf vriendelijk en beleefd wat het prettig maakte om bij haar in de buurt te zijn. ‘Heb je misschien even tijd om een stuk met mij te gaan wandelen?’ vroeg ik beleefd.
    Ik hoopte van harte dat ze ja zou zeggen want ik had zeker nu wel even behoefte aan iemand niet me niet beoordeelde op mijn stand maar gewoon vriendelijk was. Tegenwoordig had men enkele tegenhangers en aanhangers van de koning en allebei beoordeelden ze mij op mijn famillieband met hem. Ikzelf wist echter niet echt waar ik bij hoorde. Ik bewonderde Arthur maar dat betekende niet dat ik blind was voor het leed van het volk. Het volk dat in het geval dat een troonopvolger uitbleef opgezadeld zou worden met iemand uit mijn familie als koning, waarschijnlijk een zoon van mij of mijn oudere broer. Het hele punt was dus eigenlijk dat de situatie zoals hij nu was nogal zenuwslopend was want ik zat tussen twee vuren. Aan de ene kant trouw aan de troon en aan de andere kant trouw aan het volk. Om mijn hoofd hier even van te verzetten had ik best zin in een wandeling met aangenaam gezelschap van iemand van mijn eigen leeftijd die mij op dezelfde manier behandelde als dat ze een smid of boer zou behandelen.


    You can’t hammer tin into iron, no matter how hard you beat it, but that doesn’t mean tin is useless. -Jon Snow

    Guinevere Callaster ll Hofdame

    'Heb je misschien even tijd om een stuk met mij te gaan wandelen?' vraagt Cenred dan, waarmee hij me uit mijn nergens op slaande gedachten haalt. Eigenlijk hoef ik hier niet echt over na te denken. Vandaag heb ik niet zo veel te doen, en dan heb ik weer even een excuus om er tussen uit te glippen. 'Ja, ik denk het wel. Waar wil je heen gaan?' vraag ik hem. Wandelen is fijn, vooral als je dan dus even weg kan zijn van alle heisa daar in het kasteel. Al is het in het dorp erger. Daar lijden de mensen echt honger. Dankzij de koning. Die dus familie is van Cenred. Maar Cenred is anders dan de koning. Volgens mij is Cenred niet zo gemeen als hem. Helemaal niet gemeen eigenlijk. En hij gaat gewoon met me om alsof ik van dezelfde rang ben als hij. Ik zit een aantal rangen lager dan hij. Ik als hofdame, val onder de bediendes van zijn familie. Dus het is een wonder dat hij normaal met me omgaat. Eigenlijk ben ik er blij mee dat Cenred me aardig vind. Tenminste, ik denk dat hij me aardig vind. Anders vraagt hij me toch niet mee voor een wandeling? Tenminste. Ik denk dat hij me anders niet meevraagt. Weet je wat, laat maar. Ik ga er gewoon van uit dat hij me aardig vindt.
    Het is ook heerlijk weer voor een wandeling. Hopelijk bedoelt hij een wandeling buiten het kasteel. Daar vind ik het gewoon fijner, afgezonderd van de hongersnood die heerst in het dorp. Misschien gaan we wel naar het bos, nog beter! Helemaal geen heisa of hongersnood of boze koning! Nou ja, het ligt aan Cenred. Hij mag van mij wel bepalen waar we heen gaan. Hij vroeg mij immers mee om mee te gaan, en ik niet hem.


    It just takes one negative comment to kill a dream

    Eleonore Lyra Eddington
    Caleb kijkt op van iets wat hij in zijn handen houdt, een brief zo te zien. Hij glimlacht kleintjes. 'Als een roosje.' Sarcastisch bedoelt natuurlijk, slapen als een roosje gaat lastig op een harde bosgrond, ik zou dat in ieder geval niet kunnen. Misschien wel als ik enkele dagen niet geslapen heb, maar ik ben niet van plan om dat te testen.
    'En jij? Heb jij goed geslapen?' Ik kijk even naar het papier dat hij verfrommelt in zijn handen en ben benieuwd wat er op staat, maar ik ben zo beleefd om het niet te vragen. Hierna richt ik mijn blik op mijn gezicht en haal ik mijn schouders iets op. 'Redelijk, het kon erger,' antwoord ik. 'Ik ben alleen nog steeds niet gewend aan die bosgrond en het is 's nachts soms nog best wel koud.' Er zijn hier wel dekens, maar die zijn allemaal zelf gemaakt en erg dun, maar het is beter dan niks.
    Ik slaak een zachte zucht en mijn blik is inmiddels naar het kasteel gegleden. Ergens daar binnen is waarschijnlijk Alaric, misschien is hij net wakker, misschien slaapt hij nog steeds of misschien is hij al een lange tijd wakker. Ik moet er nog steeds niet aan denken dat ik daar nu ook zou zijn, als ik niet was weggelopen. Ze hebben daar dan wel heerlijke bedden en verrukkelijk eten, maar veel vrijheid zou ik daar niet hebben. Nee, dan zit ik toch liever hier. De grond slaapt dan wel zo verrot dat ik er soms zelfs blauwe plekken aan overhoudt en het eten is hier schaars – ik ben zelfs al wat afgevallen in de enkele weken dat ik hier ben –, maar hier heb ik wel vrijheid. Ik bijt kort op mijn lip en kijk weer naar Caleb. 'Denk je dat ze dit kamp hier ooit zullen vinden?' vraag ik aarzelend. Ik hoop met heel mijn hart van niet. Ik ben bang dat ze zullen denken dat de andere vluchtelingen me ontvoerd hebben en hun zullen straffen. Als dat gebeurd zal ik echter gewoon zeggen dat ik zelf ben weggelopen, al betwijfel ik dat ze dat zullen geloven. Gelukkig is Caleb de enige hier die weet wie ik ben.
    Ik kom weer overeind en veeg wat zand van mijn kleren. 'Wil je me nog wat zwaardvechttrucjes leren?'


    [Sorry dat het zolang duurde!]

    [ bericht aangepast op 15 mei 2013 - 19:58 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Caleb Brandon Collins

    "Redelijk, het kon erger. Ik ben alleen nog steeds niet gewend aan die bosgrond en het is 's nachts soms nog best wel koud." Een kleine grijns verscheen op mijn gezicht terwijl ik haar even aankeek. Ze had gelijk, de omstandigheden waren hier barslecht, mensen werden er zelfs ziek van maar we mochten allen wel van geluk spreken dat we nog in leven waren.
    "Denk je dat ze dit kamp hier ooit zullen vinden?" Nonchalant haalde ik mijn schouders wat op. Waarschijnlijk zou het maar een kwestie van tijd zijn voordat ze het kamp zouden vinden en ons uit zouden roeien, tenzij we snel met een plan afkwamen. "Ik weet het niet," Zei ik uiteindelijk met een diepe zucht en liet mijn blik weer naar het kasteel glijden. "We kunnen het altijd verhinderen, weet je."
    "Wil je me nog wat zwaardvechttrucjes leren?" Voor een tweede keer keek ik haar aan en had deze keer een uitdagende grijns op mijn gezicht. "Als je denkt dat je het aan kan om vernedert te worden." Behendig stond ik op, veegde het vuil wat van mijn kleren en rekte me even uit. De harde bosgrond deed niet echt goed aan mijn spieren, het leek wel alsof ik met de dag strammer werd.
    "Wacht hier," Zei ik en wandelde een stukje terug het kamp in om een extra zwaard op te halen. Wanneer ik terug kwam, reikte ik haar een zwaard aan. "We maken het wat moeilijker, deze keer met echte zwaarden." Ik was benieuwd of ze dit aan zou kunnen aangezien we ervoor steeds met houten zwaarden hadden geoefend. Maar een houten zwaard zou in een echte strijd niet echt van pas komen.
    "Pas op, deze zijn zwaarder dan normaal." Grinnikte ik en haalde vervolgens mijn zwaard uit zijn schede om vervolgens in een aanvalshouding te gaan staan. "Laat me weten wanneer je er klaar voor bent."


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    In die tijd mochten vrouwen geen broek dragen (aangezien een protesterende vrouw in de 19e eeuw toestemming moest vragen en de eerste vrouw was die een broek droeg), maar vanwege een hoop praktische redenen vroeg ik of het wel 'toegestaan' is? (:

    Daenerys Éowyn Frey ~ Dorpeling.
    Het was een ochtend geweest waarop Daenerys graag had uitgeslapen, maar het had niet zo mogen wezen. Al vroeg in de morgen had er een man op haar deur staan bonken en nadat hij niet van plan leek te zijn om weg te gaan was ze gepikeerd uit haar bed gestapt. Gefrustreerd had ze de man nog wat langer staan wachten door zichzelf rustig aan te kleden voordat ze de deur voor hem geopend had. De man had eerst wat overrompeld geleken, maar nadat haar aanblik had bevestigd dat hij de juiste persoon voor zich had begon hij weer te tieren. Daenerys had haar wenkbrauw opgetrokken en zo vroeg op de ochtend duurde het even voordat het tot haar doordrong wie er voor haar stond. Het was een klant van enkele dagen geleden. De man had haar om een gunst gevraagd, hij had immers wat informatie gewild over een man waar hij ruzie mee bleek te hebben. Op zich geen probleem, maar de man had zo schandalig weinig geboden dat de informatie die ze hem had gegeven erg beperkt en vaag was geweest. De man die nu tierend voor haar stond had er waarschijnlijk zijn eigen conclusie uitgetrokken wat voor hem niet voordelig af had gelopen, maar Daenerys vond dat niet haar probleem. Ze had hem een aantal keer toegesnauwd en toen de man zelfs na een aantal dreigement had blijven staan had ze de deur in zijn gezicht dichtgeslagen.
    Zo kwam het dat ze nu met een opgefokt gevoel door de straten richting het bos liep. Zodra Daenerys boos was viel dat aan alles aan haar te merken, haar hele houding en manier van bewegen veranderde dan. Haar normaal rustige en elegante tred had plaatsgemaakt voor boze, grote stappen en haar gezicht stond op onweer. Als er iets was waar ze een hekel aan had was het dat haar ochtendrust werd verstoord. Ze hechtte veel waarde aan het feit dat ze over de luxe bezat om uit te kunnen slapen. Meestal begonnen haar praktijken in de late namiddag en deze konden tot in de nacht duren, haar slaap had ze dan ook nodig en, zo vond zij zelf, verdiend.
    Eenmaal in het bos kalmeerde ze al gauw, de rust zorgde ervoor dat het bos een geliefde plek was geworden waar ze heen vluchtte als ze in een rot bui was. Zo ook nu en binnen een paar minuten was ze uiterst geconcentreerd.Gehurkt zat ze achter een bosje te loeren op een grote haas, haar slinger, die ze onder haar jas had meegenomen, in de aanslag. Heel even hield Daenerys haar adem in toen ze de slinger begon rond te draaien. Een klein moment was er een zacht gesuis te horen voordat de steen de haas raakte. Tevreden stopte ze de slinger weer onder haar jas en liep naar de haas toe, die nu bewegingloos op het gras lag. Een voltreffer! Terwijl ze de haas oppakte en in de leren zak deed die ze bij zich droeg dacht ze aan de eerste keer dat ze met haar broer ging jagen. Ze had het zielig gevonden en bakte er in het begin ook vrij weinig van, van het jagen. Ze had te veel geluid gemaakt en twijfelde altijd veel te lang, maar door de jaren heen had ze geleerd dat als ze eten wilde, ze vaker aan zichzelf moest denken in plaats van aan anderen.
    Toen Daenerys richting het dichtstbijzijnde beekje liep was haar humeur al veel beter, maar ze zorgde er wel voor dat ze alert bleef. Ze knielde neer bij het beekje en haalde de haas uit haar tas. Het was een smerig klusje en ondanks dat ze de noodzaak ervan inzag was het iets waar ze nooit aan kon wennen. Het was een van de nadelen die verbonden zat met de positie waarin ze zich bevond, als zij geboren was met blauw bloed had ze het vast en zeker niet hoeven te doen. Ze betwijfelde of de koning en koningin überhaupt iets zelfde hoefde te doen. Het was belachelijk, vond ze, enkel omdat je geboren was zoals je was kreeg je ineens de titel koning. Daenerys haalde een keer haar neus op als teken van ongenoegen terwijl ze het laatste stukje van de vacht van de haas van zijn vlees scheidde.

    [ bericht aangepast op 19 mei 2013 - 17:12 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    François de la Croix. ~ vluchteling
    De jongeman liep met een behoedzame blik in zijn ogen tussen de vele bomen door. Het was de tijd van het jaar dat alles in bloei stond. Het groen deed zowaar zeer aan zijn ogen.
    Het leven als nomade beviel hem wel, dat had het altijd gedaan. Ondanks het feit dat hij opgegroeid was in een goed gezin, had hij het niet aangekund om zijn leven te vergooien. Het hele proces van opgroeien vond hij tot daar aan toe, maar zich ook nog verwikkelen in zaken als trouwen en kinderen krijgen, dat ging hem te ver.
    Het was een van de redenen waarom hij ‘het’ buitenbeentje van het dorp was geweest. Men kende zijn naam, maar dat was niet positief. Natuurlijk waren er altijd dames die hem interessant vonden. Deze probeerde subtiel te weten te komen wat hij nu precies dacht. Maar hij had ze altijd weg gejaagd.
    Om eerlijk te zijn was François geen jongen die over zich heen liet lopen. Hij had zijn eigen ideeën over bepaalde dingen en hij liet zich niet door anderen van de wijs brengen.
    Tegen de tijd dat hij zijn vijftiende lente erop had zitten, verruilde hij zijn huis voor het circus. Met een smoes was hij binnen gekomen. De directeur had nauwelijks moeilijk gedaan. Iedereen loog over wie hij echt was op zo’n plaats.
    François ging nu alweer een tijdje mee. Mensen komen en mensen gaan, maar hij was nog altijd aanwezig bij deze rondreizende groep. Het was zijn thuis.
    Maar nu moesten ze zich verschuilen in de bossen. met een gekke koning die losgeslagen rondliep wist je immers nooit wat je te wachten stond. Het was jammer, hij kon geen shows meer geven voor groot publiek. Wel gaven ze nog kleine voorstellingen aan de kinderen van de andere vluchtelingen. Het was een tijdverdrijf. Hijzelf leerde mensen kleine trucjes. Dat was iets waar hij altijd al goed in was geweest.
    De jongen hield stil zodra hij iets opmerkte in zijn ooghoeken. Iets wat niet groen was. In eerste instantie dacht hij dat het een soldaat van de koning was. Maar zodra hij beter keek merkte hij het gestalte op van een dame.
    Hij sloop dichterbij om te kijken of het een van de jongedames was die zich bij het ‘vluchtelingenkamp’ had aangesloten. Dat bleek niet het geval. Deze vrouw kende hij niet. Hij had haar nooit gezien, wat betekende dat ze hoogstwaarschijnlijk een doodgewone dorpeling was. Hij vroeg zich af of de dorpelingen wel wisten dat de bossen werden bewoond door angstige mensen.
    Hoe beter hij keek, hoe meer hij opmerkte. Van het feit dat ze een haas aan het villen was, tot de kleine details die haar uiterlijk sierden.
    François leunde iets meer naar voren, voor een beter uitzicht. Door zijn eigen stommiteit brandde hij zich aan een brandnetel. Hij gromde zachtjes terwijl hij zijn hand terug trok. Nooit was hij goede vrienden geweest met de natuur. En daarom pakte deze hem daar waarschijnlijk hard op terug nu hij het zo nodig was.

    Zo, hier is het begin, beetje crappy maar dat zijn alle beginnen van mij x3


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Ik kan het niet laten gauw te posten, haha.

    Daenerys Éowyn Frey ~ Dorpeling.
    Ze wilde net beginnen aan het smerigste klusje wat er volgens haar op aarde bestond, immers de ingewanden van het beestje verwijderen, toen ze merkte dat ze bekeken werd. Terwijl ze deed alsof ze pauzeerde probeerde ze met haar arm, haar handen waren immers vies, een lok haar die losgelaten was uit haar hoge staart weer achter haar oor te manoeuvreren. Vanuit haar ooghoeken keek ze naar de schim, maar het enige wat ze kon opmaken was dat het een jongeman was. Daenerys vermoedde niet dat de jongeman voor gevaar zou zorgen en ondanks dat bleef ze alert terwijl ze haar handen schoon spoelden in het beekje. Net toen ze haar handen droog veegde aan de rok van haar jurk bleek de jongen zijn eerste fout te begaan. Blijkbaar had hij zich gestoten of iets dergelijks, want er kwam een zachte grom uit zijn mond waardoor Daenerys kort een mondhoek optrok. "Bevalt het uitzicht je soms?" vroeg ze terwijl ze opstond en een paar stappen richting de jongeman deed. Hij was redelijk gespierd zag ze nu en hij had ook een stoppelbaardje, dit laatste vond ze vaak aantrekkelijk bij mannen. "Dacht je soms dat jij de volgende zou zijn, dat je je verscholen bleef houden in de schaduwen?" vervolgde ze, doelend op de haas die ze aan het villen was geweest. Kort liet ze haar blik over de jongeman gaan terwijl ze elke beweging van hem scherp in de gaten hield. Het bloederige mes had ze dan ook nog steeds in haar handen, de jongeman voelde inderdaad niet erg bedreigend aan, maar je wist maar nooit. Ze had hem trouwens wel eens zien lopen, maar erg belangrijk zou hij niet wezen, anders had ze vast en zeker nog geweten wie hij was.
    Daenerys liet nog één keer haar blik over hem heen glijden en liep toen terug naar de haas terwijl ze sprak. "Weet je, het is niet netjes een dame te bespioneren.." Ze gleed met haar vinger een keer langs het lemmet van het mes. Ze vroeg zich af of ze hem zover kon krijgen dat hij het vieze klusje voor haar afmaakte, maar ze had geen idee met wat voor iemand ze te maken had, dus bleef ze zwijgen en wachtte ze op zijn antwoord. Ze kon beter eerst eens aanzien wat voor vlees ze in de kuip had.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Emilio Del Guerra || Nar

    Met een soepele beweging gooide ik de dolk in de lucht, om deze daarna gewoon terug op te vangen. Tegenwoordig deed ik ook trucjes die hem de kop zouden kunnen kosten als er iets mis zou gaan, gewoon omdat het kon. Mijn repertoire van liedjes en grappen waren na zes jaar wel bijna helemaal op waardoor ik wel met iets anders moest komen. De koning en zijn gevolg zouden zich waarschijnlijk snel gaan vervelen als ze altijd hetzelfde aan moesten horen en zouden me na en tijdje zelfs kunnen vervangen, iets waar ik op dit moment best bang voor was. Stel je voor wat ze allemaal konden doen met iemand die ze niet nodig hadden. Er waren eigenlijk twee dingen die ze uiteindelijk konden doen: of ze lieten me gaan of ze executeerde me. Als ik eerlijk moest zijn, wist ik dat de tweede optie veel meer kans had dan de eerste, want wie weet wat ik allemaal tegen de dorpelingen zou kunnen verkondigen over wat er allemaal op het kasteel gebeurde. Een rilling gleed over mijn rug heen terwijl ik de dolken aan mijn riem hing en van de tafel gleed waar ik een paar minuten geleden was gaan opzitten. De koning was momenteel bezig met zijn eigen zaken, wat dus betekende dat hij mijn diensten nog niet nodig had en ik dus voor een paar minuten even kon doen wat ik zelf wilde. Langzaam toverde ik een glimlach op mijn gezicht terwijl ik me met een vrolijke tred door de gangen van het kasteel heen bewoog. Ik had werkelijk geen idee wat ik juist wilde gaan doen dus liep ik maar gewoon door zonder al teveel mensen die hoger in rang stonden dan ik aan te kijken. Op sommige momenten was het bijna strafbaar als je die mensen ook maar durfde aankijken, iets dat ik al een paar keer gevoelt had. Doordat ik zo naar de grond keek, merkte ik niet dat er een vaas op mijn pad stond en met een klingelend geluid brak deze in duizend stukjes uiteen op de grond. Met een reeks vervloekingen in het Italiaans, ga ik door mijn knieën heen om alles op te ruimen terwijl mijn groen ogen over de gangen heen glijden in de hoop dat niet al te veel mensen gehoord hebben dat er iets gebroken is.


    -Hi, I'm Andy, also freaking out- Andy Gallagher

    Amèlie Nina Billington
    Met elke meter die ik liep, werd het wat dichter begroeid. Ik had besloten om het beekje te blijven volgen, zodat ik ten alle tijde water zou hebben. Ik had het nodig om te drinken, te koken, mezelf en mijn kleding te wassen- het zou onverstandig zijn als ik het beekje achter me liet.
    Opnieuw streek ik wat plukjes haar uit mijn gezicht. Het begon me te ergeren, dat ze telkens achter mijn oren vandaan gleden en weer in mijn gezicht gingen hangen.
    Plotseling hoorde ik wat meer geluiden dan alleen het gefluit van de vogeltjes en het geritsel van de bladeren, veroorzaakt door de wind. Automatisch begon ik wat langzamer te lopen en wat zorgvuldigere stapjes te zetten. Zouden het mensen van het kasteel zijn? Zoekend naar mij - misschien wel andere vluchtelingen, als die er waren?
    Ik slikte onhoorbaar en liep op het geluid af. In de verte zag ik een groep, met een afgezonderde jongeman die tegen een boom aan zat, misschien net een tiental meters van me verwijderd. Ik liep aarzelend op hem af.
    ''Hallo?'' mompelde ik voorzichtig, me afvragend of het wel een slim idee was om hem aan te spreken.

    [Sorry dat het zo lang duurde. Hij is overigens wat korter omdat ik ondertussen bezig ben met iets te downloaden, maar ik vond het lullig om je langer te laten wachten. :W]

    [ bericht aangepast op 20 mei 2013 - 15:06 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    François de la Croix ~ vluchteling
    Handig was het niet te noemen, de meeste mensen uit de bossen wisten prima hoe ze met de natuur om moesten gaan. Maar hij leek nogal achter te lopen op dat gebied. Hoe kon hij dan ook weten welke plant je wel of niet aan moest raken? Brandnetels mochten dan zo voor de hand liggen, hij had er niet bij stil gestaan.
    François was van nature al geen held met sluipen. Als je in het circus zat werd je geleerd om uitbundig te zijn, vrolijk te doen. Je een beetje te gedragen als een clown.
    Het verbaasde hem dan ook niets dat het meisje hem al had opgemerkt voor hij haar had opgemerkt. Jammer was wel dat hij nu niet geheel de kans had gekregen om haar van top tot teen te observeren voor ze begon te praten. Natuurlijk had hij wel een glimp van haar opgevangen, zoals de haas en die sproetjes op haar neus. Meestal vielen kleine details hem het eerst op.
    ‘Het uitzicht is prima, ik vind vooral de dode haas prachtig,’ kwam er droog over zijn lippen. Met zijn hand wreef hij langs zijn stoppelige kaak voor hij tussen de bomen weg kwam. Een gevaar vormde hij zeker niet. Wellicht liep hij wel rond met een mes op zak, maar dat maakte niet dat hij het ook gebruikte. Het was immers maar ter afschrikking van bepaalde mensen. ‘Ik dacht dat ik zou verbranden in de zon zodra ik uit de schaduw zou stappen,’ zijn toon bleef een beetje droog maar het was zeker niet onvriendelijk.
    Francois kon prima tegen bloed. Jagen moest zo nu en dan ook gebeuren bij het circus als deze in crisis tijden zaten. Normaal kregen ze geld genoeg om eten van te kopen, maar er waren altijd bepaalde periodes waarop niet alles zo goed ging.
    ‘Soms is het niet netjes om te doen, maar de meeste dames die ik ken, snijden geen hazen aan flarden dus daar komt de twijfel of je wel een dame bent. Niets persoonlijk,’ hij trok charmant een mondhoek op voor hij aan de rand van het bos kwam staan. Hij wou haar niet beledigen, maar dat ze zo rondliep met een bebloed mes dat vond hij niet erg passend. Maar wat was nog wel passend in deze tijden?
    François keek het meisje wat onderzoekend aan, wie was ze? Waarom deed ze dit soort werk? Hij werd nieuwsgierig maar tevens bleef hij op afstand. Hij had immers geen idee wie hij voor zich had.

    [vergeten een abo te nemen, oops !]


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Daenerys Éowyn Frey ~ Dorpeling.
    Daenerys merkte al gauw op dat het waarschijnlijk een grappenmaker was met zijn droge opmerkingen, er was in ieder geval weinig serieus uit zijn mond gekomen tot nu toe. Het was ook duidelijk dat ook de jongeman geen idee had wie hij tegenover zich had staan, waardoor ze elkaar vooral aan het aftasten en testen waren. "‘Soms is het niet netjes om te doen, maar de meeste dames die ik ken, snijden geen hazen aan flarden dus daar komt de twijfel of je wel een dame bent. Niets persoonlijk," zei de jongeman plotseling en Daenerys trok verontwaardigd neus op. "Dan ben je kennelijk niet bekend met vrouwelijk schoon," antwoordde ze. Als er iets was waar ze niet tegen kon waren het volgens haar respectloze grappen of gedragingen. Ze liep naar hem toe en drukte het mes in zijn handen. "En wees zelf dan een echte heer en maak de klus voor me af, wil je?" Ondanks dat ze het als een vraag stelde was de bevelende ondertoon overduidelijk. "In ruil ervoor krijg je een deel er van, beloof," voegde ze er nog aan toe om hem over te halen. Daenerys' beloftes waren goud waard, want ze kwam altijd haar beloftes na. Daarom vond ze het vaak jammer als mensen haar niet vertrouwden zodra ze ze iets beloof en kon ze het zelf niet uitstaan als mensen beloftes niet nakwamen. Als je een belofte niet na kon komen moest je hem ook niet maken vond ze.
    Daenerys liep naar de rand van het beekje en ging zitten in het gras en terwijl ze naar het water keek vroeg ze: "Wie ben je en wat kom je hier doen?" Terwijl ze op antwoord wachtte hield ze de jongeman vanuit haar ooghoeken in de gaten, met name nu ze hem een mes in zijn hand had gedrukt was ze erg alert. Ze zat zo dicht bij het water dat ze enkel haar arm hoefde te strekken om een gladde kiezel uit het water te vissen, ze liet hem kort door haar vingers glijden en schoof hem toen de jongeman even niet op leek te letten gauw onder de rok van haar jurk. Ook haar slinger had ze met een vluchtige beweging te pakken en zwijgend zat ze nu met haar handen onder haar benen, haar hand die om de slinger lag verborgen onder de rok van haar jurk. Als de jongeman wat uit probeerde te halen of met de haas probeerde te vluchten zou hij niet ver komen.

    Hand onder rok klinkt wat raar, haha. Maar ze zit zeg maar op haar kont met benen gestrekt dus dan krijg je: Gras, handen, rok.
    Dat idee, dus niet dat je vreemde ideeën krijgt, ze zit gewoon op haar handen, zo zit ik zelf ook wel eens :')


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Arthur Alexander Tiberius Lancaster.
    Arthur liep met kordate passen door de gangen van de burcht. Het was er kil, ook al was het lente. Het leek alsof het kasteel het humeur van de koning weerspiegelde.
    Arthur was ietwat verveeld. Het was de laatste tijd rustig. Té rustig naar zijn zin. Hij had het constante gevoel dat hij elk moment aangevallen kon worden, maar zo paranoïde was hij altijd, dus dat stelde niet echt veel voor. De voetstappen van de man weergalmden door de ruimtes en telkens wanneer iemand van het personeel hem passeerde, was dit zoals gewoonlijk met een kort, angstig knikje, het hoofd naar beneden gebogen.
    "Jij daar," riep hij plotseling naar een of andere knecht die hem passeerde.
    "J-ja, heer?" vroeg de jongen angstig. Hij durfde Arthur niet eens aan te kijken, waarbij de koning zijn ogen ten hemel sloeg en dramatisch zuchtte. Hij haalde de schede met zijn zwaard van zijn riem en duwde het in de handen van de knecht, die lichtjes achteruitwankelde door de duw.
    Het was een ding van ongeveer een meter lang, met een rijk bewerkt bewerkt gevest. Het was een dubbelzijdige kling dat al enorm veel slachtoffers had gezien. En het was niet scherp.
    Arthur maakte er geen woorden meer aan vuil en de knecht knikte, maakte aanstalten om zich om te draaien.
    "En toon eens wat respect door me aan te kijken als ik tegen je praat, idioot."
    "J- ja, heer," zei de jongen met zijn hoofd naar beneden. Wanneer Arthur zich omdraaide, hoorde hij rennende voetstappen zich van hem verwijderen.
    Het duurde een tijdje voordat Arthur vond wie hij zocht, dit kasteel was dan ook belachelijk groot en had veel te veel gangen naar zijn mening.
    "Alaric," begroette hij de man die net een meid aan de kant had gezwierd kort.


    help