(klik op het plaatje voor de link)
Rávvenire heeft die ene dag een wezen gecreëerd. Een wezen dat langzamerhand evolueerde tot een mens, een mens met gevoelens en gedachten dat zich met een glimlach settelde in de wereld die zijn hoofd was. Ze vergezelde hem overal en zijn eenzaamheid verdween als sneeuw voor de zon met haar onzichtbare hand in de zijne. Maar ze begint overbodig te worden. Ze wordt te sterk; wil weg. Hij weet dat hij haar moet vermoorden.
Naryára heeft nooit het gevoel gehad dat ze oud zal worden. Er is iets, een soort kleine, tikkende klok in haar binnenste, dat haar weerhoudt van keuzes maken, van léven. Drie jaar geleden is er iets gebeurd; een scheur kwam in de façade die haar wereld is. Het lijkt wel alsof dingen niet meer kloppen; de lucht trilt, de rivieren kolken, haar bloedt kookt en haar hart bonst. Niemand die het begrijpt, behalve degene aan wie ze gezworen had nooit meer iets te vertellen.
we waren twee vonken die een groot vuur hadden
kunnen worden als we elkaar niet hadden afgestoten,
maar nu is ons zaad verschroeid en groeit er in het
land des onheils niets meer, net als in de lucht
ze hielden ons gevangen en terwijl onze handen
aan elkaar verbonden werden, voor altijd, raakten onze
harten elkaar en draaiden ze zich onmiddelijk weer weg,
verder, sneller, maar ze konden nergens heen
de bergen waren te hoog
in ieder geval heb je iemand, dat is wat ze zeiden,
wat heb je liever: altijd samen of gevoelens voor een
vreemdeling, en het had hen vreemd in de oren geklonken
mocht ik voor dat laatste antwoord hebben gekozen
ik haat je en de haat doet me leven, maar tegelijkertijd
verziek ik mijn luchtwegen, mijn adem vertroebelt, de
zucht van mijn lippen haat je maar ik zou huilen als je
zou verdwijnen (ook al ben je er eigenlijk al niet meer)
de bergen blijven te hoog
[ bericht aangepast op 5 juli 2012 - 21:19 ]
there is a certain beauty in setting the world on fire and watching from the center of the flames.