De flakkerende rode gloed van de fakkels weerkaatsten op het Canal Grand, een glinstering achterlatend. De maan was vol, wit, en straalde een zachte zilverkleurige gloed uit. De huizen waren versierd met planten die weelderig omhoogklommen. De knoppen aan de stengels kwamen langzaam uit, en een regen van bloemblaadjes daalde neer op het water. Stelletjes zaten giechelend in de gondels terwijl een gondelier met een brede grijns ze overal naartoe bracht. Romantischer kon bijna niet.
-mijn falende begin voor een opdracht dus.-
Un rêve peut mourir mais on n'enterre jamais l'avenir.