Iemand die me kan helpen? Ik snap er helemaal niks van.... 
Op een markt zijn in totaal 100 ondernemingen actief die alle streven naar een maximale totale iwnst en daarbij de marktprijs niet kunnen beïnvloeden. De productiecapaciteit per aanbieder is constant en bedraagt 3 eenheden per product.
De totale kostenfunctie van elke individuele aanbieder luidt:
TK= Q² + 5Q + 4
De collectieve aanbodfunctie op deze markt luidt
Qa= 50p - 250
De collectieve vraagfunctie op deze markt luidt
Qv= -20p + 450
De smbolen hebben de volgende betekenis:
TK = totale kosten in geldeenheden
Qa = totaal aangeboden aantal eenheden product
Qv = prijs per eenheid product in geldeenheden
Een van de manieren waarop de overheid milieubeleid voert, is het opleggen van heffingen. De milieuschade die met de productie van deze bedrijven gepaard gaat, wordt geschat op 300 geldeenheden. De overheid besluit de bedrijven een milieuheffing op te leggen en de opbrengst te gebruiken om de milieuschade te compenseren. Als randvoorwaarde geldt dat de bedrijven niet in een verliesgevende positie mogen belangen.
De heffing wordt vastgesteld op 1.4 geldeenheden per eenheid product.
De nieuwe collectieve aanbodfunctie wordt in dat geval:
Qa = 50p - 320
Leg uit dat door de heffing de collectieve aanbodfunctie verandert van Qa = 50p - 250 in Qa = 50p - 320
Economie - School
-
16 dec 2011 - 0:25
16 dec 2011 - 0:28
16 dec 2011 - 0:32
PUKKELxDING schreef:
Eh ja.
Dat wist ik.
(no_chears)
Misschien ehm...
250x1.4=320?
Ik zou het niet weten :')
"Als de heffing 1,4 per eenheid is, dan richten de bedrijven hun aanbod niet op de marktprijs p, maar op p-1,4 (het bedrag dat de aanbieders overhouden na afdracht van de heffing)
De nieuwe aanbodfunctie wordt dan: 50 - (p-1.4)-250 ---> 50p -320
Dat is het antwoord, maar ik snap het nog steeds niet
17 dec 2011 - 11:30
17 dec 2011 - 11:50
17 dec 2011 - 12:04
17 dec 2011 - 12:07
17 dec 2011 - 12:07
17 dec 2011 - 12:07
17 dec 2011 - 12:09
17 dec 2011 - 12:12
17 dec 2011 - 12:15
17 dec 2011 - 13:03
17 dec 2011 - 23:02
