“Heer, heer, we hebben er een paar gevonden!” Opgewekt gaf de soldaat zijn paard de sporen en reed hij terug in de richting van waar hij zijn heer voor het laatst gezien had. Zijn metgezel bleef ondertussen staan, zorgvuldig wakend over hun vondst. Allebei droegen ze een platenharnas, met daarboven een eenvoudige helm met een neerklapbaar vizier. Boven hun harnas hingen witte wapenrokken met een rode haan. Allebei droegen ze een lang zwaard aan hun heup en een speer in hun hand.

Het duurde niet lang of de tweede ruiter keerde terug met zijn meester en een hele schare aan andere ruiters, die als lijfwacht dienden. “Perfect.” De graaf keek glimlachend neer op de bewegingsloze lichamen. Hij droeg een gelijkaardig harnas als zijn soldaten, maar bij hem was een mantel bevestigd aan de schouderstukken en op zijn helm zat een simpele kroon bevestigd. Hij was al wat ouder, had een vriendelijk gezicht en een beginnend buikje, dat nog grotendeels verborgen bleef achter zijn harnas. “Neem ze mee.” En terwijl de graaf zich omdraaide en begon terug te rijden, kwam er een kar aanrijden. Een zestal soldaten sprongen van hun paard en liepen naar de lichamen. Een van hen trok zijn handschoen uit en voelde aan hun nek. “Ze leven allemaal nog.” Stuk voor stuk werden ze opgeraapt en in de kar gelegd, waarin enkele dikke dekens lagen. “We gaan terug!” Een van hen, hij stond blijkbaar boven de anderen in rang, sprong weer op zijn paard en vertrok terug in de richting waarvan ze gekomen waren. De andere soldaten verspreidden zich rond de kar. En weg waren ze.

Hoofdstukken

Titel Nieuwste eerst Woorden Gelezen Aangepast
1 Alexander 430 51 8 jaar geleden
2 Alexander 696 43 8 jaar geleden

Reageer (1)

  • xaM

    Gaaf!

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen