Krijgers Woord 1

Het moge niet zo zijn gegaan


Ze kende noch light noch duister
Alsof hunne ogen vuur schoten, velde zij dorpen tot ass.


Terwijlde ike mijne dorp vanuit den poort beschermde, was de mars des vlammen te horen
Terwijl de metalen klonken uit des veilige huizen van den smit, naderde de brandende marsen het kleine dorp
Met mijne zwaard bracht ik het tot voor me, mijne hoop en mijne kracht was als zijnde kracht mijne enige hoop.


De brandende marsen klonk als zijnde woeste kreten door de lege nachte.
Evenals victorie en verslagen, de brandende kreten waar als nogmaals verslagen
Maar vele verloren hune zielen, en opdat ik voorop stond bracht ik zijne laatste rust tot woord


"Voor wie zijnde de maan hun laatste beeld, hune trots hune kracht was, zullen gij leven als beschermers
Gij zulle uwe rust naast ons vinde, wij zullen leven, opdat wij weten gij niet verdwenen zijn. Drage uwe zwaarde tot aan den lucht, late uwe kreete de winde blazen ene onze uwe bijzijne tonen"


Ene de winde blazen, der kreten klinken, onze kamaraden leven ine onze harten, der harten van der krijgers...



Gij bent nooit alleene mijne vrienden....

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen