Sneltreinvaart

Mijn gedachten rennen sneller
Dan mijn voeten ooit kunnen gaan.
Zij in sneltreinvaart en ik,
Achtergebleven in de wind,
De idioot die de trein heeft gemist.
Zoals ik half-luister in de lessen
Waarin ik mijn toekomst niet terug kan vinden;
Dan bouwen zij voor mij de bruggen,
Zweven ze boven me uit en bedenken
Verhalen, en de scenario's die
Nooit tot leven zullen kunnen komen.
Ik bouw de werelden van mijn fantasie
Waarin alleen ik de baas ben,
Vol met vergezochte vergelijkingen, die,
Als papieren vliegtuigjes en schrijvers als schilders,
Het menselijke paradox en de stille oneindigheden,
Toch nog een beetje voor mij de wegen uittekenen,
Die ik tot nu toe nog niet volgen kan.
Ik ben een filosoof in het diepst van mijn gedachten,
Maar bedenk veel sneller dan dat ik creëer,
Waardoor de opgestapelde taken opgestapeld blijven
En ik niet meer weet waar ik moet beginnen.
Soms voel ik me de ideeënfabriek
En soms de stuwdam, die alles tegenhoudt,
Maar zelfs op de dagen dat ik niet meer besta,
Leef ik nog in mijn hoofd, ergens
Tussen de ingestorte muren van mijn geluksfabriek,
Die ik afwisselend op- en afbouw.
Ik ben mijn eigen wegen, mijn gedachten,
Want soms voel ik me oppermachtig,
Me niet beseffend dat ik ze pas inhaal
Wanneer ik al niet meer bij kan benen, en omdraai,
Zo gedichten schrijf met woorden
Die ik zelf nauwelijks begrijpen kan.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen