holst van de nacht

Mijn ogen waren nat,
mijn wangen betraand.
Met wazige blik keek ik rond.
Geschiedenis speelde zich weer af,
hier, op deze nu zo kille grond,
hij voelde vertrouwd aan onder mijn blote voeten.
Ik zuchtte diep en liet me vallen.
mijn benen hadden geen kracht meer
en mijn moeheid stond geschreven in mijn donkere wallen.
In de volle maan zag ik zijn gezicht verschijnen.
Bij dat zicht begon ik weer te huilen.

Met mijn ogen stijf dichtgeknepen herinnerde ik me hoe het hier ooit was,
en ik wenste dat ik het verleden met de toekomst kon ruilen.
Maar de duisternis stond me dat geluk niet toe.
Dus opende ik mijn ogen en droogde ik mijn tranen.
Kijkend naar de bomen zag ik zijn oude paard verschijnen,
de wind waaiend door zijn nu doorzichtige manen.
Hij was een schim,
niet meer dan dat.
Ik zag zelf hoe hij met hem mee viel,
opgezogen, in dat donkere gat.
Het gat leidend naar een andere wereld,
terwijl ik hier nog altijd op hem wacht.
In het bos waar we vroeger altijd speelde,
huil ik nu, altijd in het holst van de nacht.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen