Waar is het leven?

Je zit op een bank en ziet je kind,
Het is aan het spelen in de wind.
Voor jou mag de tijd nu stil blijven staan,
Zodat dit beeld altijd voor jou zou staan.
Maar helaas, dromen zijn bedrog,
Je kind valt, maar lacht nog.
Je denkt wat een geluk,
Mijn leven kan nu echt niet meer stuk.

En plots, in een knip krijg je geen adem meer,
Je hart staat stil, het gaat niet langer meer.
Je kind lacht en speelt, ze is goed gehumeurd,
Zodat ze niet beseft wat er net is gebeurd.
Plots stopt er een ziekenwagen,
Je kind kijkt op en roept naar je.
Ze voelt zich schuldig, begint te wenen,
Ze wordt kwaad en gooit met stenen.
Ze valt neer en doet haar ogen toe,
ze vraagt: ’Mama, mag ik naar je toe?’
De wind stopt met blazen,
De vogels fluiten niet meer,
Ze beseffen allemaal hoeveel pijn het kind nu heeft.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen