Worden we nog wel serieus genomen?
Met “we” bedoel ik een aanzienlijk aantal Q’ers, want ik heb het – heel veralgemenend – over alle schrijvers in het fantastische genre. Dat wil zeggen, iedereen die voornamelijk schrijf over verzonnen werelden, dingen die niet echt kunnen gebeuren. Kort gezegd: iedereen die zich wel eens waagt aan science fiction, fantasy, horror, of iets wat in de buurt komt van die genres. Schrijvers zoals ikzelf dus.
Waarom zouden we niet serieus genomen worden? hoor ik jullie al denken. Science fiction en fantasy zijn genres die het op de grote markt heel erg goed doen. Dat kan ik niet ontkennen. Maar als je kenners – professionals in het schrijven, mensen die in de jury van een wedstrijd zetelen – vraagt wat zij nu echt een goed verhaal vinden… kleine kans dat er een sci-fi of fantasy bestseller tussen zit.
Als ik kijk naar boeken die genomineerd zijn voor een prijs, of kort verhalen die wedstrijden winnen, gaat het zelden om verhalen in het fantastische genre (tenzij in wedstrijden in het fantastische genre). Voordat iets goed is, moet het gaan over alledaagse, banale dingen. Bovenal moet het erg realistisch zijn. Een zeer bombastische schrijfstijl doet het ook goed. En, last but not least, de gemiddelde lezer moet er absoluut helemaal niets van begrijpen. Want wat is er nu in hemelsnaam goed aan een verhaal dat iedereen mee kan lezen? Juist ja: niets. Veel te gemakkelijk voor de gemiddelde mens. Ze zouden bijna gaan denken dat zij ook iets van literatuur kennen, en dat willen we natuurlijk niet.
Maar, de grote vraag van deze column: waarom lijken boeken in het fantastische genre zo weinig diepgang te hebben? Waarom hebben zij het altijd zo moeilijk in de Nederlandse literatuur? Waarom winnen zij geen prijzen? Is het onmogelijk om een diep verhaal te schrijven over aliens die naar onze planeet afzakken? Of worden onze verhalen te veel geassocieerd met YA, dat van nature blijkbaar geen prijswinnend genre is? Ik citeer even mijn vriendin: ‘Ik vind het echt een goed verhaal, maar ik denk niet dat je hiermee gaat winnen, want het is precies… te veel voor de jeugd geschreven, of zo? Verhalen die winnen zijn meestal meer slice of life en zo.’
Kijken juryleden naar een verhaal en denken ze: ‘Shit, het is weer een fantasy/sci-fi verhaal. SKIP.’ Denken ze: ‘Ugh, hier hebben we er weer eentje over elfen, draken, aliens of zombies.’ Niemand die ze bij een slice of life verhaal hoort denken: ‘Oh nee, deze gaat weer over het dagelijkse leven van een persoon met een “boodschap”.’
Wat heeft slice of life dan wat wij niet hebben in ons genre? Gevoelens? Depressies? De alledaagse sleur? Filosofische vraagstukken? Een verwarrende boodschap die zo diep verborgen is dat alleen kenners hem eruit kunnen halen? Is dat echt wat een verhaal goed maakt, of is er ook aandacht nodig voor punten waar het fantastische genre dan weer beter in is: de actie, de spanning, de originaliteit, de worldbuilding? En nog belangrijker: is alles wat in een slice of life aanwezig is, dan automatisch onmogelijk in bijvoorbeeld een sci-fi verhaal?
Reacties (6)
Ik snap je frustratie!
6 jaar geleden