Die nacht had ik een verontrustende droom. Iemand kwam ’s nachts naar het kasteel om me te vermoorden, maar het gezicht van de aanvaller was vaag. Ik wist dat dit geen goed teken was, en dus vertelde ik Marcel wat ik had gezien. Hij zei dat ik extra voorzichtig moest zijn, en dat ik me moest concentreren op het gezicht. Roos kwam ’s ochtends naar me toe om te zeggen dat ze pas over een maand of twee weer kon komen, omdat ze ’s avonds haar huiswerk wou maken. We spraken af dat ze maar moest komen als ze kon.
Bij de lunch las ik de Profeet. Ik nam net een slok pompoensap die ik snel weer uitspuugde. ‘Wat is er?’vroeg professor Anderling. Ze keek bezorgd. ‘Fenrir Vaalhaar is aan het begin van het schooljaar ontsnapt. Ze wouden het stilhouden, maar hij heeft iemand aangevallen.’ Ik was geschokt. Ik vertelde dit ook aan Marcel en Roos. Beide zeiden ze dat ik voorzichtig moest zijn, en Roos zei dat hij wel eens achter die aanvallen kon zitten als hij al die tijd al op vrije voeten was.

Het werd net mei, toen Roos weer langs kwam. De nachten bracht ik lopend door het kasteel door. Ik kon niet slapen omdat ik steeds dezelfde droom had. Ondertussen werd ik behoorlijk dik en moest mijn lessen aanpassen. ‘Dag professor!’zei ze opgewekt. ‘Dag Roos. Zullen we?’vroeg ik terwijl ik de Hersenpan klaar zette. Roos knikte. ‘We gaan naar een herinnering van na de bruiloft. Vlak voordat dat schooljaar afgelopen was. De Heer van het Duister viel deze school aan.’
Ik rende over het schoolterrein, steeds achteromkijkend en vloeken roepend. Fenrir Vaalhaar zat me achterna, vastbesloten om me te pakken te krijgen. Ik rende door en zag toen de Beukwilg. Ik wist van Harry dat er een geheime gang was dus ik ging erheen. Ik kwam in het Krijsende Krot. Ik liep een kamer binnen en sloot de deur. ‘Dag Doris.’zei een bekende stem. Geschokt draaide ik me om, maar zuchtte toen opgelucht. Het waren de Heer en Lucius maar. ‘O, sorry, maar Fenrir zit me achterna, en u weet hoe graag hij me dood wil.’ Ik bleef luisteren, maar het leek erop dat ik hem te slim af was. ‘Is het goed als ik hier blijf schuilen?’vroeg ik de Heer. Hij knikte. Hij vroeg Lucius om Sneep te halen. Die ging dat doen. Ik bleef op mijn hoede en had de Heer bijna vervloekt omdat hij plotseling achter me stond. ‘Sorry, maar ik ben nogal op mijn hoede.’zei ik tegen hem. Hij begreep het. ‘Ik snap best dat u Fenrir het Duistere Teken niet toevertrouwd. Zou ik ook niet doen, maar dat kan ook komen door het feit dat hij me maar al te graag zou vermoorden.’ Ik liep naar de andere kant van de kamer. Ik zuchtte diep. ‘Ik wou dat dit alles voorbij was en ik maar één kant hoefde te kiezen.’fluisterde ik tegen mezelf. ‘Wat zei je?’vroeg Voldemort. ‘Oh.. niks.’zei ik. ‘Ik dacht hardop, dat is alles.’ Ik begon te ijsberen, om de tien seconden naar de deur kijkend. Toen kwam Sneep binnen. Ik glimlachte even naar hem en keek toen achter hem. Er was niemand. ‘Ben je Fenrir toevallig tegengekomen, Severus?’vroeg ik. Hij schudde zijn hoofd. Opgelucht ging ik op de grond tegen de muur zitten. Ik trok mijn benen op en sloeg mijn armen eromheen. Ik liet mijn hoofd op mijn knieën rusten. Wat wou ik toch graag dat de hele boel over was. Ik deed even mijn ogen dicht en probeerde me een normaal leven voor te stellen, met normale ouders. Dat lukte niet. Ik sloot me even helemaal af van wat er in de kamer gebeurde en droomde weg. Ik deed plots mijn ogen open toen ik Sneep hoorde smeken. Ik keek op. De slang hing boven zijn hoofd. Hij beet in zijn keel. Ik smoorde een gil, in de hoop dat de Heer mij vergeten was. En inderdaad; zonder mij een blik of een woord waardig te gunnen liep hij weg. Haastig kroop ik naar Sneep toe en drukte mijn hand op de wond. Ik was te geschokt om een spreuk te bedenken om hem te helpen. ‘Severus, alsjeblieft hou vol!’ Er liepen tranen over mijn wangen die hij weghaalde met zijn hand. Toen deed Harry in een keer zijn onzichtbaarheidsmantel af en keek mij aan. Ik kon niks zeggen en hield mijn hand op de wond, waar het bloed uitgutste. ‘Neem.. het.’zei Sneep. Er stroomde overal zilverachtig spul uit hem. Hermelien toverde een fles tevoorschijn waarin Harry het spul opving. Toen zag ik pas dat Hermelien en Ron er ook waren. Mijn gezicht was nat van de tranen. ‘Kijk.. me.. aan.’zei Sneep. Hij keek in de ogen van Harry, en toen werden de ogen leeg. Ik haalde mijn hand van de wond af. Tranen stroomden over mijn wangen. De man die me jarenlang had opgevoed was nu weg. Hermelien hielp me op. Ze maakte mijn handen schoon met een spreuk. Toen galmde de stem van de Heer door het Krijsende Krot. We dachten alle drie dat hij in de kamer was. Hij zei iets over dat Harry binnen een uur naar het Verboden Bos moest komen, of dat anders iedereen vermoord zou worden. ‘Ik moet naar het Bos toe. Alle dooddoeners zullen er wel zijn, en dus moet ik er ook zijn.’ Harry, Ron en Hermelien begrepen het. Ik liep naar het bos toe. Ze waren makkelijk te vinden. Ik viel huilend in de armen van mijn moeder, die niks zei en me alleen maar omhelsde.
Ik zat in het Verboden Bos, met de Heer van het Duister en alle handlangers. Mensen, maar ook trollen en andere wezens. Maar geen Sneep. Die was vermoord door Voldemort. Ik zat naast mijn moeder. Hagrid was vastgebonden aan een boom. ‘Ik dacht dat hij zou komen, maar ik had het mis.’zei Voldemort. ‘Niet waar.’ Harry kwam tevoorschijn. Mijn hart maakte een sprongetje. Hij zag me en glimlachte naar me. ‘Harry!’ Harry zag dat Hagrid vastgebonden zat. Ik zag iets in de ogen van Harry. ‘Avada Kedavra!’ De groene lichtflits raakte Harry en hij viel op de grond. Maar Voldemort ook. ‘Harry!’riep ik. ‘Harry, nee!’ Mijn moeder hield me vast. Toen kwam Voldemort bij. ‘Jij, kijk of hij dood is.’zei hij tegen Narcissa Malfidus. Ze liep naar Harry toe, voelde zijn hartslag en boog over hem heen. Ze bleef enkele seconden zo zitten en stond toen op. ‘Hij is dood.’zei ze. ‘NEEEEEEEEEEEEEEEE!!!’ Ik rukte me los uit de greep van mijn moeder en rende naar Harry, maar Narcissa hield me tegen. ‘Hij leeft, maar laat niemand merken dat je dat weet.’fluisterde ze. Ik stribbelde even tegen voor de show, maar zakte toen op mijn knieën. Ik huilde, maar niet van verdriet, al dacht iedereen dat wel. Narcissa ging naast me zitten en sloeg haar armen om me heen. Ik legde mijn hoofd op haar schouder en huilde. Mijn moeder liep naar met toe en hees me omhoog. Ze draaide me om en omhelsde me toen. Toen huilde ik op haar schouder uit. Hagrid werd losgemaakt om Harry te dragen. Hij was er kapot van. Ik wou heb zeggen dat Harry nog leefde, maar dan zou iedereen het weten.

We kwamen bij het kasteel. Mijn moeder moest me ondersteunen. Toen zag ik bekende mensen. Marcel, Ginny, professor Anderling. Ze hadden tranen in hun ogen. Ze keken naar mij, maar ik wou ze niet aankijken, niet nu. Voldemort had de sorteerhoed en zette hem op het hoofd van de verstijfde Marcel. Hij stak de hoed in de fik. Ik sprak de tegenspreuk uit voor de vloek. Marcel haalde het zwaard van Goderic Griffoendor uit de hoed en doodde Nagini, de slang van Voldemort. Harry was verdwenen. Mijn moeder en vele dooddoeners ook. Ik dacht dat ik wist waar ze heen gingen en stormde naar binnen. Er waren mensen aan het duelleren in de Grote Zaal. Mijn moeder tegen Ginny, Loena en Hermelien. Toen stormde Molly Wemel de zaal in. ‘Niet mijn kinderen!’schreeuwde ze en gebaarde dat de drie weg moesten. Molly nam het over. Er volgde een hevig duel. ‘Wat nou als mammie dood is? Wat nou als mammie net zo eindigt als Freddie?’zei mijn moeder spottend. Molly vuurde een spreuk op haar af. De groene lichtflits ging onder de uitgestrekte arm van mijn moeder door en raakte haar op haar borst. Haar glimlach verdween en ze viel op de grond. ‘MOEDER!!’ Ik rende naar haar toe. ‘Mam…’fluisterde ik. Ze was er niet meer. Ik streek een lok haar uit haar gezicht, uit het ooit zo vertrouwde gezicht. Het gezicht dat ooit had gezegd: ‘Het komt goed lieverd, mammie komt vrij en dan zijn we weer samen.’ Ze zei dat om mij tot bedaren te brengen. En nu was ze dood. Er stroomden tranen over mijn wangen. Ik gaf haar een kus op haar voorhoofd en sloot haar ogen. Toen stond ik op en liep weg van haar levenloze lichaam. Molly liep naar me toe. Ik omhelsde haar en huilde uit. Ze was verbaasd, maar blij dat ik niet boos was. Voldemort keek verbaasd naar dit tafereel. ‘Kijk maar goed Marten.’zei Harry. ‘Dit is liefde, liefde en vergeving. Probeer eens wat berouw te tonen.’ De rest volgde ik niet, omdat Molly zei hoe blij ze was dat ik niet boos was enzo. Toen riepen Harry en Voldemort in een keer. ‘AVADA KEDAVRA!’ ‘EXPELLIARMUS!’ Het volgende moment was Voldemort dood. We vierden feest, en hielden een eerbetoon voor de doden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen