Foto bij hoofdstuk 99

Yuna

Als ik aan tafel zit zie ik hoe Ben naar het bord met eten staat te staren.
‘Pas op. Je zit bijna te kwijlen!’ lach ik terwijl ik snel nog een hap neem en het bord dan naar hem toe schuif. Ben begint meteen te eten alsof zijn leven er vanaf hangt en Jack zit hem dan ook met een brede grijns uit te lachen.
‘Gelukkig geniet je er van’ zucht ik.
Zonder het in de gaten te hebben loopt Alana de keuken in en gaat naast me op een stoel zitten. Met een vies gezicht kijkt ze naar Ben.
‘Goeiemorgen. Vind je dat lekker?’ vraagt ze dan ook zonder haar ogen van Ben en het bord af te halen.
‘Je zou het eens moeten proberen’ lacht Ben. Het meisje schud hard haar hoofd en kijkt mij nu aan.
‘Gaan we naar de draken?’ vraagt ze wiebelend op haar stoel. Ik lach een keer, zo kan ik misschien ook even met haar praten over haar ouders.
‘Is goed! Zullen we gaan? Ik geloof niet dat Ben nog wat voor me over gaat laten’ lach ik zachtjes.
‘Dat geloof ik ook niet nee’ zegt Jack hoofdschuddend. Alana staat al bij de deur als ik opsta.
Eenmaal buiten rent Alana een stukje voor me uit tot bij de grote staldeur. Als we naar binnen stappen komt er van alle kanten een vriendelijk gegrom waardoor Alana een grote glimlach op haar gezicht krijgt. Ze gaat elke draak af en geeft ze allemaal een aai.
Ik geef ze allemaal nog wat water en dan kunnen ze naar buiten. Als dat is gebeurd gaan we naar Midnight die ook blij is om ons te zien. Alana durft het aan om hem buiten te zetten terwijl ik de stal uitmest. Ze helpt me meteen mee om de stal weer klaar te maken voor vanavond zodat ik het dan niet hoef te doen. Na een tijdje zijn we klaar en laten we ons buiten in de zon op de grond zakken om uit te rusten.
‘Waarom was je gisteren zo verdrietig toen je terug kwam met Aiden?’ zeg ik na een tijdje voorzichtig. Het meisje zucht een keer verdrietig en kijkt naar de grond.
‘Wil je niet dat we ze gaan zoeken?’ fluister ik terwijl ik haar naar me toe trek en een arm om haar heen sla. Nog geen twee tellen later voel ik dat mijn schouder nat word van de tranen.
‘Mijn papa is er niet meer en mijn mama hebben ze meegenomen’ snikt ze zachtjes
‘Wie heeft dat gedaan?’ ‘Weet ik niet’ hikt ze door haar tranen heen. Ik zucht een keer en wrijf over haar wang heen om de tranen weg te vegen. Heel veel zin heeft het niet wat voor ik het weet huilt ze nog harder dan eerst. Ik wieg haar heen en weer om haar te sussen.
Na een tijdje wordt het minder en als ze gestopt is met huilen kijkt ze me aan.
‘Maar we kunnen je mama toch gaan zoeken?’ probeer ik voorzichtig.
‘Willen jullie dat doen?’ vraagt ze zachtjes.
‘Natuurlijk! Anders zouden we er ook niet over beginnen toch?’ zeg ik en trek haar weer tegen me aan.
‘Maar ik weet niet waar we moeten zoeken’ zegt ze verdrietig.
‘Daar hebben we de jongens voor. Als je zegt waar je woont dan kunnen ze er vast wel wat mee’ stel ik haar gerust. Meteen klaart haar gezicht op en stopt ze langzaam maar zeker met huilen.
Ik zucht een keer. ‘Gelukkig wilde je het vertellen, Aiden wist niet of je het wel tegen mij zou zeggen.’
‘Maar ik wil jullie daar niet mee lastig vallen. Jullie doen nu al veel voor mij en jullie kennen mij niet eens’ protesteert ze.
‘We willen je graag helpen’ zeg ik terwijl ik haar langzaam los laat.
‘Zullen we naar binnen gaan?’ vraag ik als ik ga staan en mijn hand naar haar uitsteek.
Ze knikt een keer en pakt mijn hand. Eenmaal thuis is alleen Ben er die net nog iets in zijn mond stopt. Ik kijk hem een keer aan en loop dan door naar de keuken waar ik in de fruitschaal drie appels mis en in een kastje een paar stukken brood.
Zuchtend loop ik terug. ‘Kun je het niet laten?’ vraag ik zielig. Ben kijkt me aan en haalt zijn schouders op, ‘Ik had niet gedacht dat jullie zo snel weer terug zouden zijn, anders had ik het niet gedaan’ zegt hij met een grijns en begint weer in zijn boek te lezen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen