Hoofdstuk 8 - De leugens
Ze kleedden zich om. Renzo kroop direct in zijn bed, al praatten de andere eerstejaars jongens nog met elkaar. Ze lachten met elkaar, waren enthousiast over hun nieuwe school. Maar Renzo kon niet vrolijk zijn. Hij was allesbehalve vrolijk. Hij was ingedeeld bij de verkeerde afdeling, en wist niet wat hij er tegen moest doen. Gary was kwaad op hem. En zijn moeder... die zou hem vermoorden. Ze had gezegd dat hij in Zwadderich zou komen. En ineens zat hij bij Griffoendor. Hij kon niet beseffen hoe teleurgesteld ze moest zijn.
Lieve pap en mam,
We zijn gisteren aangekomen bij Zweinstein. Het kasteel is mooier dan ik had gedacht. Ik ben blij dat ik er ben!
Gary en ik zijn beide bij Zwadderich ingedeeld. Het is er hartstikke gezellig, mijn mede-zwadderaars zijn hartstikke aardig.
Vanmiddag hebben we onze eerste lessen. Bezweringen, Geschiedenis van de Toverkunst en Toverdranken. Ik kijk ernaar uit!
Renzo
Hij legde zijn veer neer en las de brief over. Zou hij de brief sturen? Hij wilde absoluut niet tegen zijn ouders zeggen dat hij bij Griffoendor was ingedeeld, maar was bang dat zijn leugen uit zou komen. Bovendien had hij nog nooit tegen zijn ouders gelogen, zeker niet over zo'n groot iets.
Hij legde de brief onder zijn kussen en liep naar de Grote Zaal om te ontbijten. In plaats van direct aan de Griffoendor-tafel te gaan zitten, liep hij naar Gary toe, die aan de tafel van de Zwadderaars zat.
'Gary?' zei hij zacht.
Gary negeerde hem.
'Gary, laat me met je praten. Ik weet ook niet wat er is gebeurd.'
Gary keek hem woedend aan.
'Luister, Gar, als ik mocht kiezen, zou ik heus niet bij Griffoendor zitten!' zei Renzo wanhopig. 'Ik heb aan professor Anderling gevraagd of ik mocht ruilen, maar het mocht niet. De hoed heeft een fout gemaakt.'
'Ga weg,' snauwde Gary.
'Gary, alsjeblieft...' zei Renzo wanhopig. Als Gary niet mee zou werken, zou het sowieso niet lukken.
Gary stond op en trok hem ruw mee naar de zijkant van de zaal.
'Zet me alsjeblieft niet zo voor schut,' snauwde hij. 'Het is echt niet logisch om met Griffoendors om te gaan.'
'Sorry,' mompelde Renzo.
Gary's blik verzachtte. 'Luister, Rens. Je begrijpt toch wel dat ik niet meer met je om kan gaan? Je bent een Griffoendor. Dat kan nu eenmaal niet. Het spijt me.'
Renzo beet op zijn lip, maar knikte.
'Gary?' mompelde hij. 'Zou je iets voor me willen doen?'
'Hangt er van af wat,' zei Gary, die zijn wenkbrauwen optrok.
'Zouden jij en - en Hank niks tegen mijn ouders willen zeggen?' vroeg Renzo zacht. 'Je hoeft niet meer met me om te gaan... Je moet gewoon niks tegen hen zeggen. Dat is alles.'
'Ga je erover liegen?' zei Gary geschrokken. 'Dat kan toch niet?'
'Het moet wel,' zei Renzo. 'Ik kan niks anders. Mijn ouders zouden me voor eeuwig haten en me verbannen uit hun leven. Ik weet het zeker.'
'Ik denk het niet,' zei Gary. 'Ze zullen boos worden, maar het je vergeven en -'
'Jij kent mijn moeder niet,' mompelde Renzo. 'Wil je het voor me doen, Gary? Alsjeblieft?'
Gary keek hem even aarzelend aan.
'Ik zal Hank proberen over te halen,' zei hij ten slotte.
'Bedankt, Gar.'
'En nu ga ik weer terug, hoor. Het is slecht voor mijn imago om met jou te praten.' Gary keek hem even aarzelend aan. 'Succes.'
Renzo knikte en liep naar zijn afdelingstafel. Hij kon er niks aan doen. De Zwadderaars wilden niet met hem praten, dus zou hij het met de Griffoendors moeten doen. Maar hij had nog liever geen vrienden dan Griffoendors.
Renzo at net een stukje brood toen de uilen aankwamen. Hij verwachtte geen post en kreeg dat inderdaad ook niet. Er kwamen echter meer uilen dan hij had verwacht.
Hij zat naast Kasper Krauwel, tot zijn spijt. Die was naast hem komen zitten en begon direct tegen hem te praten. Renzo negeerde hem voor zover dat kon en at verder aan zijn brood. Hij kon er, ondanks alles, toch wel van genieten.
Hij schrok op toen hij ineens een keihard gebrul hoorde.
'... DE AUTO STELEN! HET ZOU ME NIKS VERBAASD HEBBEN ALS JE VAN SCHOOL WAS GESTUURD! WACHT MAAR TOT IK JE TE PAKKEN KRIJG, JE STOND ER NATUURLIJK GEEN SECONDE BIJ STIL WAT JE VADER EN IK ZOUDEN DOORMAKEN TOEN WE ZAGEN DAT HIJ WEG WAS...'
Hij zag Ron, de roodharige jongen, en Harry Potter beide roodkleuren.
'... GISTERAVOND EEN BRIEF VAN PERKAMENTUS. IK DACHT DAT JE VADER DOOR DE GROND ZOU GAAN VAN SCHAAMTE! ZO HEBBEN WE JE NIET OPGEVOED, JIJ EN HARRY HADDEN WEL KUNNEN VERONGELUKKEN... JE VADER EN IK ZIJN ECHT WOEDEND! ER KOMT EEN OFFICIEEL ONDERZOEK NAAR JE VADER, DAT IS ALLEMAAL JOUW SCHULD EN ALS JE NOG EEN KEER OVER DE SCHREEF GAAT HALEN WE JE DIRECT VAN SCHOOL!'
De envelop waar de stem uit was gekomen, vloog in de brand en krulde op tot een hoopje as. Renzo staarde er een paar seconden verbijsterd naar - de meid met de lange tanden begon een preek tegen de jongens te houden - toen Kasper tegen hem begon te praten.
'Ik heb daar wel eens van gehoord,' zei hij enthousiast. 'Dat is een brulbrief!'
'Ik weet wat dat is,' snauwde Renzo, geërgerd om zijn enthousiasme. Hij keek nog steeds naar Harry en Ron. Hun uiterlijk - zo jong, en veel te vriendelijk - bleef hem verbazen. Hij had op een of andere manier een jongen voorgesteld die er woest, gemeen en vooral groot was. En Harry voldeed aan geen van die eisen.
'Oké, natuurlijk, jij bent natuurlijk opgegroeid in een tovenaarsgezin,' zei Kasper. 'Weet jij hoe ze een brulbrief inspreken? Daar ben ik best wel nieuwsgierig naar, nu ik dit zo heb gezien.'
'Ze praten gewoon in de brief,' zei Renzo. Hij zuchtte zachtjes en draaide zich toen om, zijn blik expres niet op Kasper richtend. Hij keek even verlangend naar de Zwadderich-tafel, waar iedereen om Harry en Ron zat te gniffelen. Hij zag dat Gary een imitatie deed van hoe de moeder van Ron had moeten schreeuwen. En opnieuw voelde hij een steek van jaloezie. Waarom híj?
Er zijn nog geen reacties.