Hoofdstuk 7 - Kasper Krauwel
'Weet jij misschien hoe laat het is?' vroeg een jongen die Renzo herkende als Kasper Krauwel.
Renzo keek op zijn horloge.
'Zeven uur.'
'Zeven uur?' reageerde een andere jongen. Renzo schatte dat hij 15 was. 'Nou, dan ga ik nog niet op bed, hoor. Normaal duurt het zo lang dat we om een uur of negen pas klaar zijn, maar alles ging een stuk sneller vandaag.'
Renzo knikte en ging op een van de stoelen zitten. Of hij nou om zeven of negen uur op bed ging, hij viel toch niet in slaap. Hij kon het gewoon nog steeds niet beseffen dat hij bij Griffoendor ingedeeld was. Zijn ouders haatten de Griffoendors!
Hij dwong zichzelf om aan iets anders te denken. Daarom probeerde hij de gesprekken een beetje te volgen. Hij had al snel door dat de gesprekken over de vliegende auto ging. Het was als een lopend vuurtje rondgegaan.
'Harry en Ron?' riepen sommigen ongelovig uit.
Anderen waren onder de indruk ('Ongelooflijk, hoe hebben ze dat geflikt?').
'Ze zijn tegen de Beukwilg gevlogen,' riep een derdejaars.
Op een gegeven moment hoorden ze stemmen vanachter het portret wegkomen. Toen die even later openging, begon iedereen in de leerlingenkamer te klappen. Renzo keek nieuwsgierig naar de twee jongens die naar binnen werden gehesen. De linker had knalrood haar en sproeten, en leek verdacht veel op de andere roodharigen. De rechter had zwart haar, knalgroene ogen en een ronde bril. Renzo staarde naar zijn voorhoofd - en zag het litteken.
'Briljant!' riep een donkere jongen met een brede grijns. 'Perfect! Wat een entree! Met een auto tegen de Beukwilg vliegen! Daar wordt over tien jaar nog over gepraat!'
'Meesterlijk,' zei een ander.
Iedereen klapte Harry Potter op de rug, maar Renzo kon alleen maar naar hem staren. Hij was nog zo jong. Hoe kon hij, zo'n klein jongetje, de Heer van het Duister hebben verslagen? Hij bleef naar hem staren, terwijl iedereen de jongen complimentjes gaf en bewonderde. Een tel lang keek Harry Potter terug - en toen wendde Renzo zijn blik af. Het was dat hij wist dat die jongen een vreselijk mens was. Anders had hij het niet geloofd.
'We gaan maar eens naar boven - we zijn een beetje moe,' zei de roodharige jongen.
'Welterusten!' riep Harry Potter.
Renzo volgde zijn blik en zag dat hij naar het meisje met de grote tanden keek. Ze zag er, in tegenstelling tot de rest van hun afdeling, niet zo vrolijk af. Ook de oudste roodharige jongen keek afkeurend. Daarna klapte hij in zijn handen.
'De anderen moeten ook naar bed,' zei hij.
'Waarom zouden we naar je luisteren, Perce?' vroeg een van de tweeling.
'Ja, wat geeft jou het recht om ons zomaar naar bed te sturen?' reageerde de ander.
'Ik ben toevallig wel klassenoudste, hoor,' zei de oudste.
'Alsof dat iets uitmaakt,' mompelde een van de tweeling nog, maar iedereen volgde de oudste en liepen naar hun slaapzalen. Hij wees hen aan welke voor de eerstejaars was. Renzo koos het meest linkse bed, zodat hij zo weinig mogelijk met anderen te maken kreeg. Helaas ging Kasper Krauwel op het bed naast hem liggen, en die begon druk tegen hem te praten.
'Mijn ouders zijn dreuzels,' zei hij. 'Ze weten helemaal niks van deze school. Daarom maak ik zoveel mogelijk foto's. Weet je dat tovenaars het niet kunnen geloven dat de foto's niet bewegen? Ben jij een tovenaar van tovenaarsouders? Of ben je net als ik?'
'Ik ben volbloed,' snauwde Renzo. 'En ik wil slapen.'
Een modderbloedje. Zijn moeder had al voor hen gewaarschuwd. Ze waren geen echte tovenaars. Ze dachten het alleen.
Er zijn nog geen reacties.