Hoofdstuk 2 - De geboren dooddoener
Jenny besloot het kind niet meer vast te houden, niet meer te zien, te doen alsof het niet bestond. Alleen dan zou ze er genoeg afstand van kunnen nemen om het te doden. Pieter was het blijkbaar niet met haar eens, maar hoe kon ze dit vervloekte kind houden?
Zeven dagen gingen voorbij, toen Jenny de knoop doorhakte.
'Haal het,' siste ze tegen haar man. Ze noemde het kind niet meer bij zijn naam. Dan werd het te persoonlijk.
Toen Pieter het kind had gehaald, pakte ze haar stok. Ze sloot haar ogen, maar toen het kind het op een brullen zette, keek ze stiekem toch, al had ze het zichzelf verboden. De tranen stroomden over de wangetjes van het kleine, naakte jongetje, en Jenny kreeg een brok in haar keel. Pieter wilde naar het kind toelopen, maar Jenny maakte een handgebaar dat het niet mocht. Gehoorzaam bleef hij staan.
'Jij vervloekt kind,' mompelde Jenny. Toen het kind haar had horen praten, stopte het met huilen en keek haar aan, zijn felblauwe ogen strak op haar gericht. Jenny meende zelfs te denken dat het haar aankeek, al deden kinderen van zeven dagen dat nog niet. 'Waarom heb je besloten op die dag op aarde te komen? Waarom niet op de datum die gepland was?' Ze probeerde kwaad te klinken, maar het lukte haar niet. Ze raakte ontroerd van het kleine baby'tje. Ze richtte haar stok op hem... maar trok hem toen weer weg.
'Oh heer,' fluisterde ze, terwijl ze naar boven staarde. 'Het spijt me zo. Ik faal. Ik krijg het niet over mijn hart dit jongetje te doden. Negen maanden heeft hij bij me gehoord. Hoe moet ik hem dan zomaar ineens wegdoen? Het spijt me zo, heer... Het spijt me.'
Ze keek Pieter aan en schudde toen haar hoofd. Hij begreep het en liep opgelucht naar Renzo toe. 'Kom maar, kereltje,' mompelde hij toen hij het jongetje in zijn armen nam. 'Kom maar.'
'Heer,' fluisterde Jenny. 'Om het goed te maken, zal ik het opvoeden als een ware dooddoener. Als u niet terug komt -' ze slikte bij die gedachte - 'dan zal ik er persoonlijk voor zorgen dat híj uw taak overneemt. Ik zal goedmaken wat ik vandaag fout heb gedaan.'
Toen ze dat gezegd had, volgde ze Pieter naar binnen. Ze zou haar belofte waarmaken. Renzo werd een dooddoener.
Jenny hield woord. Renzo's eerste woordje dat hij leerde zeggen was "dooddoener" en al snel leerde ze hem aan dat ze een heer dienden, een heer die Voldemort werd genoemd, maar die zij als volgelingen 'De Heer van het Duister' noemden. Ze vertelde hem dat hij verdwenen was, maar dat hij terug zou komen, vroeg of laat. Ze zweeg over het feit dat Renzo een vervloekt kind was. Dat was niet nodig om te zeggen. Bovendien probeerde ze dat te vergeten. Want dat herinnerde haar aan haar zwakheid.
Renzo slikte alles in als koek. Hij wist niet beter. Als zijn moeder Voldemort goed vond, dan was Voldemort goed. Als zijn vader vond dat modderbloedjes minderwaardig waren, dan waren ze minderwaardig. Pas toen hij 10 was begon hij een heel klein beetje aan zijn moeders theorieën te twijfelen. Want als die heer Voldemort zo machtig was, waar was hij dan?
Maar de echte twijfels begonnen pas toen hij 11 jaar was en voor het eerst naar Zweinstein mocht.
Reageer (3)
heel leuke story alleen de quiz vind ik minder IK HAD ALLES JUIST later toen ik hem gedaan had ging ik nog nakijken in het boek en ik had alles juist!
1 decennium geledenLike it!
1 decennium geledenDienaars horen geen vragen te hebbben bij the dark lord!
1 decennium geledenGoed verhaal!