Foto bij 14. Oh God, what the hell did I do wrong in my previous life to deserve this?!!!

Please look forward to my next chapter

“Ah, hyung,” viel de dronken jongen half in de armen van zijn medebandlid. “Ben je hier ook voor Seven?”
Ze hadden zelfs mijn naam onthouden…
“Wat doet hij hier?” schudde de koude stem van het bandlid met het lange gezicht van wie ik laatst nog een portret had getekend, me wakker uit mijn korte shock. “Waarom is hij zo zat?”
“Hij heeft nauwelijks een half flesje leeg,” antwoordde ik met grote ogen, terwijl ik als bewijs zijn arm met het flesje stevig in zijn hand geklemd. “Ik snap het niet…”
“Yesung kan helemaal niet tegen alcohol, wat heb je nu weer geforceerd?!” foeterde hij nijdig.
“Sorry, hoor,” hief ik onschuldig mijn handen in de lucht. Wat viel hij ineens hard aan. “Het was niet mijn idee. Hij kwam af met het drinken, waarvoor komt dat hij me zowat gedwongen heeft om met hem uit te gaan. Dit is echt niet mijn schuld, hoor.” Mijn stem verhoogde zich, nam automatisch een zelf verdedigende toon aan. Hij moest maar niet zo hard tegen mij roepen.
“Wel, als we je niet dronken aan die bar hadden gevonden en niet zo mysterieus was vertrokken, was het niet jouw schuld geweest. Waardoor ik alleen maar kan concluderen dat het wel jouw schuld is,” beschuldigde hij me onrechtvaardig.
“Wat kon ik eraan doen dat ik jullie in die bar zaten en me zo nodig mee naar huis wilden nemen!” schoot ik uit. “Het is niet alsof ik jullie dwong om iets te doen!”
“Jawel,” snauwde het nuchtere bandlid terug. “Je had maar niet dronken moeten worden, in eerste instantie!”
“Wat is dat zelfs voor een excuus?! Dat kun je even goed tegen hem zeggen,” duimde ik naar de zatte Yesung, wiens naam ik eindelijk weer wist.
“Dan nog! Jouw verschijning heeft wel effect gehad op tien andere mensen, maar nee, daar had je nog geen rekening mee gehouden, hoor!” snibde hij terug terwijl hij Yesung hoger hees.
“Jongens, jongens en…meisje,” mompelde hij stomdronken voor zich uit. “Niet vechten!” En dan luider: “Kyuhyun, stop! Niet roepen…niet vechten. Seven is…goed meisje.”
Kyuhyun dus, constateerde ik, was de naam van de andere jongen. Ik kwam veel te weten vandaag. Kyuhyun rolde met zijn ogen naar zijn dronken maat. “Er is echt niets met hem aan te vangen! Yah,” begon hij me weer te inculperen, “weet je wel dat we morgen een photoshoot hebben…”
“Nee, want ik ben niet één van jullie gestoorde fans,” snoof ik dwars door hem heen.
“…en dat hij morgen waarschijnlijk zo veel koppijn heeft van die alcohol dat hij niet kan modeleren?! Probeer nou maar eens te zeggen dat dat niet jouw schuld is!”
“Ik zei toch dat het zijn idee was! Hij kwam ineens af met die flesjes!” schoof ik zijn beschuldigingen zo van me af.
“Als hij niet met jou was mee geweest, als hij jou nu niet had gezien, was hij nog niet eens op het idee gekomen! Het was waarschijnlijk één of andere domme test van hem om te zien of je hem leuk vond en dus wist dat hij tegen alcohol kon,” bleef hij maar doorgaan.
“Wat?! Maar hoe kon ik dat nou weten!”
“Of hij probeerde zijn moed te verzamelen,” trok hij zijn wenkbrauwen op. “Ik geloof dat je zelf wel weet waarom.”
Ik zuchtte diep. “Oké dan, sorry. Mij best, maar zorg er dan ook voor dat we elkaar niet ontmoeten, zodat ik jullie niet voor de voeten kan lopen! Wat deed je zelfs in mijn appartementsgebouw?”
Hij lachte koud. “Nog zoiets.” Hij grabbelde papieren uit zijn zak en beukte ze zowat in mijn gezicht. “Je zei dat je voor jezelf kon zorgen. Wat is dit dan?”
Met een kwaad gezicht snaaide ik de bladeren uit zijn handen en streek ze met mijn hand plat zodat ik kon lezen wat er opstond. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes en probeerde de tekentjes te ontcijferen. Ik hoorde een ongeduldige zucht van Kyuhyun. “Ja, wat nou? Ik heb toch al eerder gezegd dat ik niet goed ben in Korea…”
Hij trok de papieren hectisch uit mijn handen en begon het zelf hardop voor te lezen. “Het is nu al weken dat de rente niet betaald is, als het zo doorgaat zetten we je buiten. Je moet welgeteld zes miljoen vijfendertigduizend negenhonderd vierennegentig komma vijfentwintig won betalen, vóór het einde van deze week.” Hij staarde me koel aan.
Ik wist dat ik schulden had, maar ik had er nooit serieus naar gekeken. Ik had gedacht dat ik het met werken allemaal wel zou ophalen, maar blijkbaar waren de schulden zo groot dat het zo goed als onmogelijk was. Ineens werd ik kwaad, meer dan kwaad zelfs: furieus.
“Ja, als je het dan toch allemaal zoveel beter weet, waarom zeg je dan niet ineens wat ik moet doen, hè?!” Ik staarde hij uitdagend aan. “Want alles wat ik doe, is toch nooit goed!”
Hij staarde me onbeweeglijk aan, keek me ondoorgrondelijk in de ogen. “Ik zal je schulden wel afbetalen, nu dan toch, in ruil daarvoor zal je voor mij moeten werken.”

[NEXT TIME ON: ‘I CAME FROM NOTHING TO BECOME EVERYTHING’]
“Ik heb je schulden al afbetaald.”
“Oh, dus je laat me geen keus, of wat?” vloog mijn agressie weer naar de top.
“Had je om te beginnen al een keuze dan?” vroeg hij onuitstaanbaar kalm. “Hoe ging je ooit in één week zes miljoen won bijeen scharrelen?”
“Wat moet ik dan doen?”
“Ik stel voor dat je ons appartement komt poetsen en avondeten maakt.”
Kyuhyun stak zijn hand uit om de deal te bezegelen. Ik bewoog aarzelend mijn hand richting de zijne, maar hij had de geduld niet en greep mijn hand vast en schudde die. “Afgesproken dan. Help me dan nu met Yesung in mijn auto te leggen, hij staat maar een paar meter verder.”
“Ah! Klim dan in die auto,” beval hij me nors.
Ik klom terug uit de auto, waarbij ik door mijn overhaast met mijn benen verstrengeld geraakten in die van Kyuhyun.
“Waah,” draaide hij met zijn armen, proberend zijn evenwicht terug te vinden.
“Aah, pas op!” gilde ik en viel naar voren.
Baf. Ah, dit lag nog zacht. Dan schrok ik meteen op en sprong van Kyuhyun. “Oh, sorry! Sorry, Kyuhyun!”
“Aaauwwww.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen