A ranger/traitor 94
“Kijk daar in de verte kun je Yltis zien liggen, je kan de zee erachter zien glinsteren. We raken er niet meer voor het donker wordt, maar morgen zeker wel.”
“We zijn bijna in Skandia”, fluisterde Miko die avond tegen zijn leraar. Die bromde instemmend.
“Hoe zou het thuis nu zijn?”
“Ik wou dat ik het wist.”
“Zouden ze de verzamelplaats al gevonden hebben?”
“Ik hoop het.” Miko deed er het zwijgen toe. Hoe graag hij ook zou willen dat het anders was, zijn leraar wist niet meer dan hij in dit geval.
“Jager Halt, Jager Crowley, de prinses verwacht jullie al.”
“Daarom dat we ook hier zijn.”
“Moet er voor uw paard gezorgd worden, jager?” Want zelfs in het kasteel Araluen deden grijze jagers dat nog het liefst zelf.
“Ja, we hebben haast.”
“Als u…”
“We weten de weg zelf wel.” Dit was niet het moment om achter slome bediendes aan te lopen tot die hen formeel kon aankondigen en meer van dat soort tierlantijnen die kostbare tijd verloren kon doen gaan. Niet veel later stonden de twee jagers in Duncans kantoor. Cassandra, Arnaut en Alyss waren er al.
“Wat voor nieuws?” viel Halt meteen met de deur in huis.
“Goed nieuws, deze keer”, antwoordde Arnaut, “we hebben ze gevonden.”
“De verzamelplaats van de Skandiërs?” vroeg Halt verbaasd.
“Waren we nog iets anders aan het zoeken dan?”
“Het is al goed, welke verdomde steen zijn we vergeten om te keren?”
“Lees zelf maar”, Arnaut legde een brief op tafel.
Halt en Crowley hoefde de zegel die eraan hing nog maar te zien en ze sloegen tegelijkertijd met hun hand tegen hun voorhoofd.
“Hoe konden we ZO dom zijn.”
Reageer (4)
snel verder schrijven!!!!!!!!!!!!!!! ik wil meeeeeeeeeeeeeerrrrrrrrrr!!!!!!!!!!!!!!!(Y)
1 decennium geledenwat wat hebben ze vergeten
1 decennium geledenVERDER!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
1 decennium geledenwat is het ?. wat hebben ze gevonden. is het iets voor de hand liggend?
1 decennium geledenen gewedig om Halt en de andere weer te lezen