*** jamie's pov ***

De jongens zijn ondertussen een maand in Europa. Elke dag gaat trager voorbij dan ooit tevoren. We praten als we geluk hebben om de twee dagen met elkaar. Dat tijdverschil doet er geen goed aan. Het maakt het alleen maar moeilijker. Om mijn gedachten wat te verzetten neem ik opnieuw weer meer patiënten. Op die manier heb ik geen tijd om veel aan Jack of de andere jongens te denken.

"Mr. Matt Matthews?" meteen staat een man met een kindje in zijn armen van enkele weken oud. "Komt u maar mee." biedt ik hem aan en begeleidt hem naar mijn spreekkamer. Langzaam zet hij zich neer met zijn dochtertje beschermend tegen hem aan. "Hoe oud is ze?" vraag ik nieuwsgierig. "Een maand." antwoordt hij schor. "Ze lijkt als twee druppels water op haar moeder." fluistert hij weemoedig. "Weet u dokter, ik snap het niet. Waarom moest ze gaan? We waren eindelijk gelukkig, alles ging nou net de goede kant op." vervolgt hij meteen. "ze was zo mooi, zo lief... Zo perfect... Veel te goed voor mij... Ik genoot van elke minuut dat we samen waren... Denkt u niet dat 26 te jong is om al te gaan?" hoopvol kijkt hij me aan. "Het is altijd te vroeg....maar 26 is inderdaad veel te vroeg." bevestig ik. "Had ik geweten dat ik zo vroeg van haar moest afscheid nemen dan had ik nooit zo lang ruzie gemaakt." snikt hij. "Dan had ik van dag 1 haar aandacht getrokken en haar door de moeilijke tijden geholpen, dan had ik haar van de eerste dag lief gehad... Ik mis haar, dokter. Ik wou dat ze er nog was zodat we samen van ons dochtertje konden genieten." snikt hij. Ik weet even gewoon niet meer wat te zeggen dus neem ik bemoedigend zijn hand vast. "Je gaat me nu niet geloven, maar ik beloof je dat je er weer bovenop komt." Wanhopig kijkt hij me aan. "Ze heeft haar leven gegeven voor dit kleine wondertje, ons kleine wondertje, maar is dit het wel waard?" Verdriet, pijn, radeloosheid, een vleugje boosheid,... Het is allemaal in zijn ogen te lezen. "Ze leeft verder in je dochtertje... Ze is niet volledig weg, Mr. matthews. U zal zien dat er nog heel veel van haar verder leeft in uw dochter." En dan verschijnt er een glinstering in zijn ogen, voor heel even is er hoop te lezen in zijn ogen. "Het is de eerste keer in die maand tijd dat iemand me weer een sprankeltje hoop geeft. U heeft dan wel iets gezegd dat al veel mensen zeiden, maar voor het eerst heb ik het gevoel dat het ook echt zo is." Een kleine glimlach verschijnt op mijn gezicht. Dat is al een klein stapje in de goede richting.

"We leerden elkaar kennen toen we 16 waren, maar vrienden zouden we alvast niet worden. Ik werkte haar op haar zenuwen zonder nog maar iets te doen of te zeggen. Maar ergens in haar ogen zag ik dat ze niet echt boos werd als ze mijn hoofd nog maar zag. Het leek alsof ze tegelijk boos en blij was dat ze me zag. Na drie jaar kreeg ik dan eindelijk de kans om eens alleen met haar te zijn. Ik heb haar er over aangesproken en die boosheid smolt als sneeuw voor de zon. In het jaar dat daarop volgde werden we closer. We waren onafscheidelijk en liepen arm in arm of hand in hand zonder dat er nog maar sprake was van liefde." begint hij uit zichzelf te vertellen met een kleine glimlach.
"Uiteindelijk kusten we... Het was eigenlijk per ongeluk, maar ik denk dat we allebei beseften dat het iets betekende. We werden een gelukkig koppeltje tot haar ex-vriend roet in het eten wou gooien. Maanden aan een stuk teisterde hij ons. Het was ons geluk dat we elkaar vertrouwden en dat we elkaar vanbinnen en vanbuiten kenden. Samen gingen we tegen hem in... Maar dat liep niet altijd van een leien dakje. Als hij dan eindelijk de Strijd had opgegeven trokken we in een appartementje in. We hebben er lang aan gewerkt om het in te richten naar onze zin...."vertelt hij verder met het nodige gehalte irritatie bij het terugdenken aan die ex-vriend. "We waren eindelijk op ons gemak... Geen rare ex-vriendmeer, ons eigen appartement.... We konden aanons leventje samen beginnen te bouwen... Ik heb er maanden over nagedacht haar ten huwelijk te vragen. Ik had de perfecte ring, het koste me alleen nog moeite om de stap te zetten. Pas na een jaar durfde ik, maar het was het wachten waard.... Zo'n tien maand geleden waren we van plan te beginnen om aan de trouwplannen te werken, maar ze moest me eerst nog wat vertellen... Ik heb een gat in de lucht gesprongen. Ons leven kon gewoon niet beter... Dat was tenminste tot die bewuste dag..." Zijn stem sterft weg met elk woord dat hij uitspreekt en uiteindelijk barst hij in tranen uit. Ontroostbaar drukt hij zijn dochtertje tegen zich aan. "Ze is alles wat ik nog heb... Ik wil haar ook niet verliezen, dokter. U moet me helpen." snikt hij. Met veel moeite slik ik mijn opkomende tranen weg. "Ik zal u ook helpen. U zal weer een leven kunnen leiden waarbij u nog steeds van haar houdt, maar waarbij u niet de moed verliest om uw leven en dat van uw dochter verder op te bouwen.".bevestig ik hem. Het was nu alleen nog een kwestie van te weten hoe ik hem kon helpen. Want eerlijk? Voor het eerst in al die jaren wist ik niet hoe ik hem kon helpen.
Wat ik wel weet is dat hij mijn kijk op relaties heeft veranderd.... Wat als Jack komt te overlijden? Als we aan mijn slakkentempo onze relatie opbouwen en ij komt te overlijden dan zal ik eeuwig met het schuldgevoel leven dat we nooit een 'normale' relatie gehad hebben. Het boezemt me angst in om meteen volop voor een relatie te gaan, maar overwint die angst het tegen het schuldgevoel dat zich zal ontwikkelen als Jack er niet meer is?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen