A ranger/traitor 93
Een nadeel van met Halldor te reizen, was dat Will niet gewoon kon doorgaan met Miko les te geven. Zich aan hun rol houdend, probeerde Miko zoveel mogelijk Sonderlands te leren, maar het oefenen met zijn boog en messen, moest hij laten. Eigenlijk begreep hij niet echt waarom Will Halldor mee genomen had. Ze hadden kaarten van de streek, die misschien niet ze heel gedetailleerd waren, maar toch goed genoeg om niet te verdwalen. Hij zei echter niets over zijn twijfels tegen Will en om heel eerlijk te zijn zo’n slecht gezelschap was Halldor niet.
“Sinds mijn derde ging ik altijd mee uit varen met mijn vader, eigenlijk was dat toen puur uit noodzaak. Mijn moeder was gestorven bij de geboorte van mijn zusje en er was niemand om op me te letten aan land. En misschien maar goed ook, want toen ik vijf was, heb ik kunnen voorkomen dat hij te pletter voer. Als ik toen iets minder ervaring gehad had...” Miko boog zich dichter naar Halldor toe. Hij was gefascineerd door alles wat Halldor vertelde. Hij had het gevoel dat de andere jongen veel overdreef of zelfs compleet verzon, maar toch… “Er was plots noodweer op gestoken net op het moment dat we bij het gevaarlijkste deel van onze tocht kwamen. Mijn vader wist altijd wanneer er een storm op komst was en wanneer niet. Behalve die dag. Iemand had de Zeegod beledigd, zei mijn vader, daarom dat hij zo uit het niets een storm stuurde. Stormen zijn het middel van Merello om te testen wie het waardig is om zijn wateren te bevaren en zijn vis te oogsten. Je mag dus nooit bang zijn in een storm, want daarmee toon je je onwaardig. Dat wist ik dus ik was ook helemaal niet bang. Als het echt stormt en dan bedoel ik hééél hard, dan kun je niet meer kiezen naar waar je vaart. Je moet doen wat de wind zegt en proberen te vermijden dat die je ergens heen drijft waar je te pletter vaart op de rotsen die je niet kent. Mijn vader kende iedere steen in de omtrek, maar die dag waren we al aan de rand van de door hem bekende wateren en Merello dreef ons nog verder van huis. En hoewel het nog maar middag was, was het nog donkerder dan een maanloze nacht. De regen doorweekte ons, maar ik bleef dapper naar de zee staren op zoek naar mogelijke gevaren. De schuimkoppen waren maar nauwelijks te zien, maar dat wil juist zeggen dat het rif het gevaarlijkst is. Hoe klein ze ook waren, ik zag ze en ik waarschuwde mijn vader. Hij stuurde onmiddellijk bij. De boot ging zo scheef en er zo vlak langs, dat ik met het puntje van mijn neus het water raakte. En toen was de storm voorbij. En weet je wat, op die plek hebben we op een namiddag meer vis gevangen dan normaal op een hele week! En we zijn er nog vaak teruggegaan. De vis was een beloning van Merello, omdat ik had getoond een waardig zeeman te zijn. Dat zei mijn vader en vanaf dan was ik een waardig lid van zijn bemanning. Ik was vijf”, Halldor illustreerde zijn woorden met zijn vingers, “Alle andere jongens waren stikjaloers, want als zij al met hun vader mee mochten, dan was dat alleen om naar hem en hun broers te kijken, zelfs al waren ze ouder dan mij.
Reageer (3)
leuk verhaal,
1 decennium geledensnel verder schrijven!
ben ook nieuwschierig,
1 decennium geledenkan niet wachten op het volgden hoofdstuk
Haha, leuk verhaaltje
1 decennium geledenMaar nu wordt ik dus ook nieuwsgierig naar waarom ze hem meenemen
Snel verder dus!!!