You Belong With Me: Part 2
Toen eindelijk het afschuwelijke, verpletterende gevoel voorbij was stond ik voor een grote, ijzeren poort. Ik hapte naar adem en de frisse lucht vulde mijn longen. Terwijl het op mijn oude school laat in de avond was geweest, was het hier pas middag. Zweinstijn lag dan ook aan de andere kant van de wereld. Zweinstijn zag er precies zo uit als ik had verwacht, al was het toch een beetje anders dan op foto’s. ‘Goedemiddag, jij moet Cailey Daze zijn.’ De vriendelijke vrouwenstem kwam van achter me. Ik schrok en draaide me snel om. Achter me stond een oude vrouw in en gifgroen gewaad, haar haren zaten in een strakke knot en een vierkantig brilletje balanceerde op haar kleine neus. . Ze glimlachte vriendelijk naar me en ik wist meteen dat ze een streng maar rechtvaardig iemand was, een daarbij leek ze me heel vriendelijk en attent. ‘Professor Anderling?’ vroeg ik vriendelijk. ze knikte. ‘Als u me wilt volgen. De leerlingen zitten allemaal verzameld in de grote zaal. Ik zal je aan hen voorstellen en je indelen in een afdeling. Ik veronderstel dat je de afdelingen kent?’ vroeg ze. Ik knikte en volgde haar snel het schoolplein op. Zweinstijn was helemaal anders dan Glombor. Het gebouw gaf een killere sfeer af terwijl de gangen bij ons steevast gehuld waren in vrolijke en warme kleuren. ‘Laat je koffers hier maar even staan, onze conciërge Vilder zal hem wel naar de slaapzaal brengen zodra je bent ingedeeld.’ Ik zette mijn koffer onder aan de trap en volgde daarna Anderling weer. Ik volgde haar door verschillende gangen die allemaal op elkaar leken, voorbij harnassen in alle vormen en maten en langs allerlei schilderijen. Uiteindelijk kwamen we tot stilstand voor een grote, houten deur. ‘De grote zaal’ zei ze nog voordat ze de deur opende. Alle hoofden draaide onze richting uit en iedereen staarde ons aan. Leerlingen van jong tot oud zaten verdeeld aan vier lange tafels. Ik keek gefascineerd naar het vreemde plafond dat perfect op de buitenlucht leek, grotendeels om de starende blikken te ontwijken. Ik liep achter Anderling aan, het gangpad door tot aan een volgende, lange tafel die blijkbaar voor de leraren was. Anderling legde haar hand zacht op mijn schouder en dwong me de zaal in te kijken, recht in de starende blikken. ‘Goedemiddag allemaal. Ik heb jullie allemaal bij elkaar geroepen omdat ik een belangrijke mededeling heb. Dit jaar zullen we gezelschap krijgen van een nieuwe leerlinge. Ze heeft tot hiertoe altijd thuisles gekregen van haar tante. Ze is zestien en zal in het zesde jaar komen te zitten. Mag ik jullie voorstellen aan Cailey Daze.’ Haar stem weergalmde door de hele zaal en een zachte echo verspreide zich. ‘We gaan haar nu indelen in haar afdeling, en ik hoop dat jullie haar zo goed mogelijk zullen helpen om de school te leren kennen.’ Vervolgde ze. Een oude, nogal dikke en verrimpelde man stond op en reikte haar een oude, versleten hoed aan. ‘Als je even je mantel af wilt doen, dan kan iedereen je zien en kan ik je indelen’ mompelde ze. Ik zuchtte. Ik had opgekeken tegen dit moment. Het moment dat ik mijn mantel af zou moeten doen en iedereen mijn gelaat zou kunnen aanschouwen. Zelfs op mijn oude school, waar tovenaars en heksen als ik terecht konden, was ik altijd speciaal geweest, anders. Overal waar ik kwam werd ik nagestaard, overal waar ik kwam werd gefluisterd. Niet omdat ik een andere huidskleur had, niet omdat mijn gezicht misvormd was of speciaal. Ik was gewoon anders. Even aarzelde ik, maar nam toch de touwtjes van mijn mantel vast en knoopte ze los. Zodra ik ze losliet, viel mijn mantel van me af op de grond. Mijn lange, zwarte haren vielen over mijn schouders tot op mijn heupen en meteen veranderde de stemming in de zaal. Sommigen snakte naar adem, sommige vielen van verbazing bijna van hun stoel en anderen staarden me alleen met open mond aan. Ik negeerde ze en ging voorzichtig op het krukje dat voor me was neergezet zitten. Meteen zette Anderling de hoed op mijn hoofd, die meteen tot leven kwam. ‘Zozo, een laatkomertje? Eens kijken wat we hier hebben…hm, heel vreemd. Ik dacht dat ik alles al meegemaakt had, maar dit slaat toch wel alles. Je hebt een opmerkelijk stel hersens, en je krachten zijn al ver gevorderd. Je zou bij Ravenklauw kunnen, maar je hebt ook heel erg veel lef. Je kan in Zwadderich, je kan best sluw zijn en je krachten zouden misschien goed tot stand komen, maar je bent er te eerlijk voor. En griffoendor is door je sluwheid ook al uitgesloten. Dit is de eerste keer dat ik oprecht beken dat ik niet weet waar ik een leerling moet indelen. ’ Een pijnlijke stilte overspoelde de grote zaal. ‘Waar wil je zelf in?’ vroeg hij me. ‘Ik weet het niet’ zuchtte ik. ‘Goed goed, dan doen we maar….Griffoendor!’ Een luid applaus brak los door de hele zaal, vooral aan één tafel waarvan ik afleidde dat dat mijn afdeling was. Één afdeling keek echter enkel nors voor zich uit, maar toch waren enkelen niet in staat hun blik van me af te houden. Ik leidde daarvan af dat dit de Zwadderaars waren. ‘Oké, dat was het dan. Iedereen kan terug naar zijn les.’ Beval Anderling. Meteen begon het stoelgeschraap en drumde iedereen de zaal uit, druk napratend over mij. ‘Goed, Cailey. Ik breng je wel even naar je slaapzaal.’ Mompelde Anderling. Ik volgde haar door een zijdeur naar de grote hal. De leerlingen die achtergebleven waren staarden me even na, waarna ze snel doorliepen naar hun les voordat professor Anderling er iets van kon zeggen. We liepen in stilte de trappen op tot de zevende verdieping en hielden uiteindelijk halt bij een groot schilderij van een dikke dame. ‘Kikkerbilletjes in het zuur’ zei ze. Meteen zwaaide het portret open en onthulde een in rood en goud geklede kamer. Gemakkelijk uitziende fauteuils waren wirwar door elkaar gedrapeerd, hier en daar stonden tafeltjes met stoelen en in het haardvuur wakkerde het vuur. ‘Hierlangs’ We liepen de trap op waarna we meteen recht gingen. ‘Hier zijn de meisjesslaapzalen. We hebben een bed bijgeplaatst bij de zesdejaars.’ Zei ze en wees naar een bed in de hoek. De slaapzaal zag er gezellig en rustgevend uit, maar niet zoals hij zou moeten zijn. Het was niet als thuis. Vroeger had ieder een eigen slaapkamer met badkamer, zodat ieder op zichzelf wat privacy had, maar bij mij had Anouk haar intrek genomen. Ze had bijna elke nacht last van nachtmerries, eerder visioenen. Dat was haar gave, en één visioen was de reden van mijn vertrek. ‘Je kan je spullen uitpakken en tegen het avondeten meelopen met een van de andere leerlingen naar de grote zaal voor het avond eten. Daar is een badkamer met de douches voor als je je wilt opfrissen. Als er iets is kan je altijd bij mij terecht.’ Zei ze nog voordat ze de kamer verliet en me alleen achter liet. Ik had geen zin om in te pakken dus liep ik naar de badkamers om me op te frissen. De badkamers waren eigenlijk een verzameling van kale douchehokjes en een muur met wasbakken en spiegels. Het zag er maar kil uit. Ik staarde in de spiegel en liet mijn hand door mijn haren gaan. Nu waren ze niet langer zwart, maar donker bruin. Ookal hadden mijn haren vaak zo’n vreemde kleuren, ik deed nooit de moeite om het te veranderen.. Dit is wie ik ben en altijd zal zijn, en dat zou ik nooit willen veranderen. Mijn haren konden elke dag van kleur veranderen, net als mijn ogen. Mijn ogen waren heel licht paars, eerder violet, wat op waaierigheid, rauw en conflicten wijst. Maar meer naar het midden toe zag je een heel klein beetje bruin, wat dan weer op verandering wees. Mijn ogen waren elke dag anders, hun kleuren pasten zich aan aan mijn gevoel, humeur en emoties. Soms was dat vet irritant, vooral als ik normaal wou overkomen. Maar uiteindelijk was dat niet het opmerkelijkste aan mijn uiterlijk. Ik had fijne, bijna perfecte gelaatstrekken en een figuur waar elk meisje van droomde. Verder zagen mijn oren er ook een beetje anders uit, puntiger dan normaal. en bovendien had ik een klein, rood brandmerk net boven mijn borst in de vorm van een hartje. Als je me tegen zou komen, wist je meteen twee dingen zeker. 1: ik was beeldschoon en 2: ik was uniek. Ik sloeg mijn ogen neer en zuchtte. Soms wenste ik dat ik normaal was, gewoon zoals alle anderen. Een zorgeloos leventje zonder al deze heisa. Dan zou ik hier nu niet geweest zijn.
Reageer (3)
Sppr!
1 decennium geledensnel verder!!
X