Foto bij hoofdstuk 41

Yuna

Ik heb de hele nacht doorgereden en ben doodmoe net als Midnight die steeds langzamer begint te lopen. Het landschap is net als de eerste keer dat ik van huis ging aan het veranderen. Na nog een half uurtje te hebben gereden moet ik pauze hebben.
Ik zoek een beschutten plek en laat me van mijn paard glijden.
Ik laat mijn paard grazen terwijl ik zelf wat brood pak en wat ga eten. Ik laat me met een zucht op de grond vallen ik voel me op het moment nogal raar. Vannacht heb ik de beslissing gemaakt die alles veranderd. Mijn ouders weten vast niet wat ze moeten doen.
Ik heb de hele nacht door gereden omdat ik ergens bang was dat iemand me zou volgen, gelukkig is dat niet gebeurd.

Ik pak de kaarten uit mijn tas en leg ze er bij. Terwijl ik eet zoek waar ik ongeveer zit. Als het mee zit ben ik tegen de avond bij de eerst stad. Ik moet alleen nogal voorzichtig zijn aangezien het de eerst stad is waar vampiers zijn. Ik besluit er dan ook met boog omheen te rijden, tenminste als dat me lukt.
Na wat te hebben gegeten en even met de ogen dicht te hebben gelegen gaan we weer verder. Het is toch nog wel een flink stuk.
Onderweg kom ik verschillende mensen tegen. Soms ook elven maar hoe verder ik richting de donkere kant ga hoe minder leven ik tegen kom. Soms zie of hoor ik uren niks of niemand.
Na een paar uur hard door te hebben gereden begint het langzaam aan donker te worden en zie ik in de verte lichten branden. Ik moet die stad halen voor de eerste nacht.
Langzaam komt de stad dichterbij. Zoals ik al op de kaart kon zien is er een bos dat aan de zijkant van de stad ligt. Als ik daar tussendoor ga word ik hopelijk niet op gemerkt.
Terwijl ik dichter bij de stad kom zoek ik een pad of gang die diep door het bos loopt. Dit is niet zo gemakkelijk als ik dacht. De meeste paden zijn laag of er staan brandnetels.

Opeens hoor ik stemmen van een grote groep personen. Op dat moment vind ik een pad waar ik door kan en snel drijf ik Midnight het pad in wat hij nogal eng vindt aangezien het zo donker is. Langzaam worden de stemmen minder hard en uiteindelijk hoor ik ze gelukkig niet meer. Als ik ver voor me uitkijk kan ik onderscheid maken van het bos en het uitgestrekte land wat erachter ligt. Ik ga steeds verder naar links om zo ver mogelijk uit de buurt te blijven maar wel in het bos zodat ik beschutting heb voor vannacht.
Na een tijdje kom ik een kleine open plek tegen. Hier besluit ik de nacht door te brengen en niet te veel aandacht te trekken.
Nadat ik Midnight heb afgezadeld gaat hij meteen liggen en zucht een keer tevreden. Ik daar in tegen voel me niet erg prettig en besluit dan ook maar niet te slapen vannacht zodat ik alles goed in de gaten kan houden.
Eenmaal tegen een boom aan zittend met een deken kan ik het toch niet laten en vallen mijn ogen steeds verder dicht.
Ik schiet overeind als ik een tak hoor breken. Snel pak ik mijn zwaard en kijk om me heen op zoek naar iets dat verdacht moet lijken. Dan springt er iemand voor me met een zwaard in zijn handen.
‘Wat zouden we daar mee kunnen?’ vraagt de persoon mijn kant op.
‘Daar vinden we vast wel wat voor’ hoor ik een stem achter me zeggen. Ik draai me om en zie twee paar rode ogen.
‘Helemaal alleen in een bos? Geen goed idee’ zegt de man lachend en schud zijn hoofd.
Dan hoor ik de persoon achter me een aanloop nemen en ik kan me nog net op tijd omdraaien om de slag van zijn zwaard op te vangen. Ik schrik als ik twee handen om mijn armen voel en me naar zich toe trekt. Dan voel ik een stekende pijn in mijn nek en langzaam wordt alles wazig en langzaam zwart.

Reageer (1)

  • Kelpie

    ai!
    dat moet pijn doen...
    heeeel snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen