|1|
Ik word wakker door het licht dat op mijn gezicht schijnt. Ik had een vergrootglas zó gezet, dat rond middennacht het maanlicht fel op mijn ogen zou schijnen, en ik dus wakker zou worden. Het was dus gelukt. Ik trek vlug mijn zwarte leren laarzen aan, en vlecht mijn haar. Ik werp een laatste blik op mijn slapende ouders. Daarna sluip ik het huis uit, en ren geluidloos het bos in. Ik zoek naar de holle boom waar ik mijn speer in heb opgeborgen mi, en al gauw vind ik het. Ik begin oostwaards te lopen, en na een uur kom ik bij een open plek aan, en ik maak een klein vuurtje. Ik zie dat er een zwarte vlek op de grond zit, en er liggen boomstammen omheen. Aarzelend ga ik op een boomstam zitten. Het voelt nog warm aan. Snel sta ik op. Er zijn hier zeer kort geleden nog mensen geweest, al zou het ook kunnen zijn dat het andere wezens waren, een Yflofk bijvoorbeeld, een wezen met een mensen lijf, maar met een schapenhoofd. 'Iaaaaai!' Klinkt er, en er komt, inderdaad, een Yflofk aangerend. Snel haal ik uit met de speer, en die raakt het wezen in zijn zij. 'mwèèè bwee' stamelt het dier, terwijl het verschrikt naar zijn wond kijkt. Ik krijg medelijden, en leg mijn arm rond zijn nek. Dat was niet zo slim, want de Yflofk hapt naar mijn hand. 'en toch wil ik je helpen...' Mompel ik. 'ga je dit overleven denk je?' het dier knikt langzaam. 'oke, dan laat ik jou nu met rust, en jij mij ook, als we elkaar weer tegenkomen?' Hij knikt weer. 'oke, dan ga ik weer' ik maak het vuur uit, en loop weer verder, de nacht in.
Reageer (4)
Goed hoofdstuk!
1 decennium geledenSnel verder!!
ABO!!!!
1 decennium geledenOooh, ben benieuwd naar het vervolg !
1 decennium geledeneerste hoofdstuk
1 decennium geledengoed geschreven