Tips: Snelcursus spelling werkwoordsvormen.
> Persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Je schrijft het werkwoord als de stam wanneer het onderwerp ik is of wanneer jij of je achter de persoonsvorm staat. In alle andere gevallen is het stam + t. Wanneer het onderwerp meervoud is, schrijf je de persoonsvorm altijd als infinitief. Dus wij raden, zij raden, jullie raden. Bij het meervoud zal het probleem niet zo liggen dus daar ga ik dan ook niet verder op in. Wanneer je het bij enkelvoud lastig vindt, valt dat zo op te lossen. Neem het werkwoord blaffen, of een ander werkwoord dat op een f eindigt. Wanneer je het even niet meer weet, plaats je dat werkwoord in de zin.
Probeer maar eens met deze zin:
Raad/Raadt je het al?
Goede antwoord: raad, want: Blaf jij het al?
Gesnopen? Zo niet, eerste hulp is onderweg Het enige wat je hoeft te doen is een reactie achterlaten met je vraag!
Deelvragen:
Ik weet niet wat een stam is?
De stam is het hele werkwoord (infinitief) - en.
Bijvoorbeeld: Lachen. De stam is lachen - en = lach. Dus ik lach.
In sommige gevallen wordt bij de stam de klinker verdubbeld zoals bij lopen, vragen, hopen, etc.
Het klopt niet wat je zegt. Bij 'Wordt je hond morgen gecastreerd' staat 'je' toch ook achter de persoonsvorm, en dan moet er ineens toch een t achter de stam. Hoezo dat?
Omdat je in dat geval jouw kunt zeggen in plaats van je. Namelijk: Wordt jouw hond morgen gecastreerd? Wanneer jij je in jij kunt veranderen geldt het wel gewoon, kun je het in jouw veranderen, dan komt er een t achter inderdaad.
Meer deelvragen? Zeg het me!
>Persoonsvorm verleden tijd.
Zwakke werkwoorden.
Gebruik bij zwakke werkwoorden 't ex-fokschaap. Als de letter voor de uitgang - en van het hele werkwoord een t, x, f, k, s, ch of p is, schrijf je in de verleden tijd dus stam + te. In andere gevallen stam + de.
Let op, ga niet van de stam uit, want bij 'ik beloof' is de laatste letter een f en deze staat in 't ex-fokschaap, dus zou het beloofte moeten zijn, echter het is beloofde, want beloven - en is belov en niet belof.
Let op, de 'e', de 'o' en de 'aa' in 't ex-fokschaap tellen niet mee.
Sterke werkwoorden.
Dit gaat puur op gevoel en zou als het goed is geen spellingproblemen op moeten leveren. Let er wel op dat een sterk werkwoord in de verleden tijd nooit eindigt op 'dt'. Om dit te beheersen, zul je even moeten oefenen. Vraag je docent anders voor wat oefeningen hiervoor, of zoek op internet. Voorbeelden van sterke werkwoorden zijn: Blinken - blonken, zeggen - zeiden en lopen - liepen. Sommige werkwoorden in de verleden tijd blijven in het meervoud hetzelfde als de tegenwoordige tijd zoals bijvoorbeeld redden.
> Import werkwoorden.
Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden, vervoeg je alsof het Nederlandse werkwoorden zijn. Je schrijft: hij showt, hij rugbyt, ik plande, jij hockeyde. Laat de Engelse uitgang -e staan, als je uitspraakproblemen krijgt.
- racen - ik race, hij racet;
- timen - ik time, hij timet;
- deleten - ik delete, hij deletet, hij deletete, hij heeft gedeletet.
Gebruik ook hier gewoon 't ex-fokschaap.
De werkwoorden faxen, chrashen, brunchen, checken, coachen, coaten, finishen, playbacken, promoten, smashen, relaxen, resetten, smashen, surfen en zappen vervoeg je elk op deze manier: Hij (pvtt) faxt, hij (pvvt) faxte, VD gefaxt.
De werkwoorden racen, tapen, faken, deleten, freelancen, producen, shaken vervoeg je allemaal op deze manier: Hij (pvtt) racet, hij (pvvt) racete, VD geracet.
De werkwoorden carpoolen, blowen, bowlen, brainstormen, charteren, dealen, bodybuilden, cancelen, crawlen, mailen vervoeg je elk op deze manier: Hij (pvtt) carpoolt, hij (pvvt) carpoolde, VD gecarpoold.
De werkwoorden upgraden, recyclen, saven, handlen, managen, samplen, moven, serven, timen, tunen vervoeg je elk op deze manier: Hij (pvtt) upgradet, hij (pvvt) upgradede, VD geüpgraded.
De werkwoorden bingoën, lobbyen (= reclame maken), barbecueën, hobbyen, poloën, rugbyen, frisbeeën, hockeyen, rallyën, soloën, darten, crossen, joggen, skieën, taxiën en overrulen vervoeg je elk op deze manier: Hij (pvtt) bingoot, hij (pvvt) bingode, VD gebingood.
De werkwoorden golfen, briefen, leasen en bridgen hebben twee uitgangen. Deze kunnen dus zowel met -te als -de geschreven worden.
> Infinitief.
Het infinitief is gewoon het hele werkwoord.
> Gebiedende wijs.
De gebiedende wijs is altijd de stam. Pas nu maar op! Ga zitten! Kom hier!
> Onvoltooid deelwoord.
Spel het onvoltooid deelwoord als infinitief + d. Dus: lachend, huilend, rennend.
> Voltooid deelwoord.
Kijk voor het voltooid deelwoord naar de verleden tijd. Wanneer de verleden tijd bij de hij-vorm eindigt op -te, dan eindigt het voltooid deelwoord op een t. Eindigt de verleden tijd op -de, dan schrijf je het voltooid deelwoord op een d.
- Ik paste op - Ik heb opgepast;
- Ik speelde graag - Ik heb gespeeld.
Bij sterke werkwoorden eindigt het voltooid deelwoord op -en.
- Ik sneed mezelf - Ik heb mezelf gesneden;
- Ik liep daar - Ik heb daar gelopen.
Er zijn uitzonderingen zoals gehad.
> Voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
Om van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord te maken, zet je er gewoon een e achter. Wanneer er spraken is van een dubbele klinker, streep je er één weg. (Meestal) De regel 'zo kort mogelijk schrijven' is niet altijd waar.
Zijn er nog vragen over iets?
Reageer (2)
'T sexy fokschaap kan ook. Tenminste, alle jongens uit mijn klas konden het opeens onthouden...
1 decennium geledenEn smurfen heeft onze nl lerares geleerd. Is het klink best grappig altijd als je dat zo vervangt
En ja, titel tips zullen wel handig zijn
Mogen er ook een keer tips komen over het bedenken van een titel? Want ik ben daar echt heeel slecht in xx
1 decennium geleden