Het ene ogenblik stond ik me nog zorgen te maken om hoeveel die lap stof nou zou kopen, het andere moment stond ik samen met het hele dorp naar de haven te kijken. Schepen. En niet zomaar schepen, piraten schepen. Het scip had een rode vlag met een zwart kruis erop. Ik pakte sofie, mijn kleine zusje bij de had en rende naar huis. Halverwege begon ze te huilen dus tilde ik haar op. "Mam! Mam! Piraten!" hijgde ik. Gescrokken keek ze op. De aardappel die ze in haar hand had liet ze vallen. "waar is Jack." het was meer een constatering dan een vraag. "Jack!" schreeuwde ze. Hij was met jan, schoot me in eens te binnen. Ik rende naar het strand en schreeuwde de naam van mijn kleine broertje over de rotsen. Het kleine blond kopie van mijn broertje schoot om het hoekje van een van de grotten aan de zee. Ik wees naar de schepen. Hij kwam naar toe gerend, maar bleeft toen koppig staan. "Wat is er nou kom mee!" schreeuwde ik gefrustreerd. "Eerst beloven!" zei hij eigenwijs. "Wat beloven!" zei ik geiriteerd. "Dat je het niet aan mama vertelt." "Wat aan mama vertellen?" paniekerig keek ik naar de haven, de schepen kwamen steeds dichter bij de haven. "Dat ik bij de grotten heb gespeeld." zegt hij als of ik gek ben dat ik dat nog moet vragen. "oke ik beloof het, kom mee!" zei ik terwijl ik hem aan zijn arm meesleurde. In de verte hoorde ik gegil. Ze waren op de kade. Ik duwde de deur van ons huisje zo hard open dat hij tegrn de muur aan klapperde. "Ik heb em!" hijgde ik. Hans, mijn stiefvader, trok de eettafel van zij plaats en mijn moeder trok het kleed van de vloer. Een luik werd zichtbaar en ik hielp hans met jack en sofie er in te laten glijden. "nu jij." zei mijn moeder. Er was nog maar plaats voor een persoon in de krappe ruimte. "Nee jij moet gaan, ze zullen nooit geloven dat jij geen kinderen hebt en het hele huis overhoop halen om ons te vinden." wierp ik tegen. Ze legde haar hand op mijn wang "mooi, jong, lief en slim. Je bent perfect mijn kind." zei ze. Het geschreeuw kwam steeds dichterbij." ga!" zei ik snel tegen haar. Ze wurmde zich het luik in en ik schoof het kleed er voor en hans zette de tafel er op. "we moeten ons ook proberen te verstoppen, anders worden ze misscien achterdochtig. Hans duwde me de klerenkast in de slaapkamer in en zelf ging hij onder het bed liggen. Ik hoorde hoe de piraten ons huis binnen kwamen. Door een kier kon ik zien hoe ze hans onder het bed vandaan trokken, even later gilde ik toen ze de kast deur opende en me ruw bijn mijn arm pakten. De drie mannen sleurden ons mee naar het plein, waar bijna het hele dorp verzameld was. Voor ons stond de kapitein, met nog zon dertig andere mannen. En toen begon hij met praten "mijn beste mensen..."

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen