O60. Elisa Romaine
In eerste instantie vervloekte ik mezelf dat ik niet beter had opgelet of ik Cecilia hoorde. Ik was onvoorzichtig geweest en nu had ze me gezien.
Mijn ogen brandden verschrikkelijk toen ik op keek naar mijn zusje. Ik hoorde niet te huilen, ik was haar oudere zus, ik moest voor haar zorgen, niet andersom. Ik beet zacht op mijn trillende onderlip toen ze naar me toe liep en me omhelsde.
Haar aanwezigheid kalmeerde me enigszins. Toen ik opkeek naar haar gezicht zag ik de tranen die in haar ogen stonden.
‘Het spijt me,’ fluisterde ik en ze schudde haar hoofd.
‘Het is niet jouw schuld,’ mompelde ze, ‘Ik weet dat je hem mist. Ik mis…’ Ze beet op haar onderlip. ‘Seth ook.’
Ik trok haar nog wat dichter tegen me aan en zo zaten we daar, seconden, minuten, misschien zelfs wel uren, tot we ruw gestoord werden door mijn maag die knorde. Cece barste in lachen uit en ik volgde haar voorbeeld. Soms waren wij zo sneu. We konden doen wat we wilden en we hadden een eeuwig leven, maar we hadden nog steeds honger. Hoofdschuddend stond ik op en begon ik de oude houten tafel te dekken. Ik zette zo veel mogelijk zoetigheid neer en Cece roosterde boterhammen.
We waren beiden doodstil bezig en ik hoorde vanaf mijn kamer mijn mobiel nog enkele keren geluid maken. Elke keer als ik opkeek voelde ik een sprankje hoop, waarna ik gelijk weer teleurgesteld verder ging. Het waren vast meer smeekbedes, halve bedreigingen of andere kwetsende berichten. Ik moest Embry uit mijn systeem verbannen, maar het leek alsof hij vast zat in mijn hoofd en nog erger. Hij had zijn stempel gedrukt op mijn hart.
Reageer (4)
Laat ze alsjeblieft snel teug gaan geert liefste net zo snel als jij en nieuw stukje plaatst!!
1 decennium geledenAwhh ze moeten samen zijn
1 decennium geledenLove it!!!
1 decennium geledenSnel verder !! X
1 decennium geleden