Foto bij Hoofdstuk 11

Nadat de rij weer was weggewerkt liep ik weer naar de stripboeken. Mathias zat er nog steeds, hij had er inmiddels een boek bij gepakt. Ik was verbaasd. Hij had zijn jas uitgedaan en eronder zat weer een keurig overhemd. Hij was knapper dan ooit tevoren. Ik ging naast hem zitten. Toen hij niet reageerde, tikte hem aan op de schouder. Zijn schouders schokten, net alsof hij ervan schrok. “Ben je er alweer?” “Ja. Ben jij weer het kleine jongetje met het boek geworden?” Ik zei het op een plagende toon. Hij werd langzaam rood op zijn kaken. Het was grappig om hem zo verlegen te zien. Ik glimlachte en vroeg: “Wil je het boek soms lenen? “ Hij knikte.

Ik had mijn werknemerspasje gebruikt. Nu was het gratis. Ik was allang blij dat hij toch iets met lezen en boeken te maken had. Nu snapte ik ook waarom hij zo verveeld had gedaan. Hij wou niet tegenover zijn vrienden laten merken dat hij wel om boeken gaf. De jongen die ik eerder had leren kennen was knap, maar brutaal en niet zichzelf. De jongen die nu voor mij stond was nog veel knapper, lief en wel zichzelf. Toch was het nog steeds dezelfde jongen. Alleen de verbeterde versie ervan. Ik had hem tot mijn spijt moeten vertellen dat hij moest gaan. Ik moest weer aan het werk. Janet had namelijk verschillende keren met haar ogen naar mij geseind dat ze wou weten hoe het zat. “Loop je nog mee naar de uitgang?” Hij smeekte het bijna. Ik vond het schattig. Zijn brutale kant was verdwenen, wat overbleef was een lieve en verlegen jongen. “Ja hoor.” Samen liepen we tussen de rekken door. Mathias begon steeds langzamer te lopen. Hij liep nu bijna achter mij. Ik voelde hoe hij naar mijn hand reikte. Toen hij hem vasthad vroeg hij: “Mayra, ik moet nog één ding doen.” Ik draaide me om en wou net vragen “Wat dan?” maar mijn woorden werden ingeslikt. Voorzichtig duwde hij mij tegen een rek aan en zoende me zachtjes op mijn lippen. De vlinders in mijn buik werden drukker. Mijn hartslag voelde ik in m’n keel. Het moment was al veel te snel voorbij. Voorzichtig opende ik mijn ogen. Mathias keek me vragend aan “Ga ik te snel?” Ik glimlachte. “Ik heb het nog niet goed kunnen beoordelen.” Hij keek me met een lieve grijns aan. Hij wou zich net opnieuw naar mij toebuigen toen Janet om het hoekje keek. “Mayra, meneer Lamers is hier. Je hoort te werken. “ Mathias keek mij aan en grijnsde. Hij pakte een boek uit de kast. “Sorry Janet. “ Met het boek voor onze gezichten zoende hij mij weer. Iets vluchtiger dan de vorige keer. Toch voelde ik me hemels gelukkig. Dit was het ultieme geluk. Ik zei hem gedag en keek hem na totdat hij draaideuren door was. Dit keer keek hij nog wel om en zwaaide terug. Toen verdween hij in de massa mensen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen