Ik rende de deur uit en bekeek nog eens het plattegrond om te zien waar ik heen moest. Ik had de map in een kast gevonden. Aan de zijkant van het huis spotte ik Mabel' s fiets, die ook al aardig verroest was. Ik ging er voorzichtig op zitten (ja, het hield mijn gewicht tot mijn verbazing) en fietste weg.
Al snel merkte ik dat de geasfalteerde weg niet de beste plek was om te fietsen, en al helemaal niet met de fiets van je zusje. Hoewel er weinig auto' s reden, reden de voertuigen díé er waren, nogal snel. Ik reed de berm in en kwam tot stilstand. Ik griste de kaart uit de fietsmand en bekeek die aandachtig. Ik volgde met mijn vinger de weg die ik tot nu toe gefietst had, en zag dat er ergens in de buurt een wandelpad was dat sneller dan mijn geplande route was. Ik grijnsde en sprong weer op de fiets.

''Aan de rechterkant...'' mompelde ik terwijl ik hard doortrapte. ''Hier zou het ergens moeten zijn...'' Ik stapte af en liep met de fiets aan de hand langs de bosrand. Tussen de bomen en bladeren in zag ik een klein kronkelweggetje dieper het bos in gaan.
Dus dit was het wandelpaadje. Het was nogal begroeit dus waarschijnlijk lang niet gebruikt. Ik sloeg een tak uit mijn gezicht en liep verder (Mabel' s fiets was niet echt geschikt als mountainbike).
Het pad werd steeds hobbeliger en bijna gleed ik uit over de modder die er lag.
Het bos was minder stil dan ik had verwacht. De vogeltjes floten en af en toe hoorde ik een hertje gillen.
Plotseling hoorde ik iets in de struiken. Ik sloop er voorzichtig naar toe om te kijken wat het was. Een grote hond kwam luid blaffend uit het struikgewas gerend. Ik hoefde niet na te denken over welke hond dit was. ''Spike!'' riep ik opgewonden. Hij keek op en rende naar mij toe. Ik aaide zijn lieve kop, terwijl Spike zijn staart ongewoon snel liet kwispelen. ''Waar zijn de baasjes, dan?'' riep ik blij. Hij blafte hard en verdween weer in de struiken.
Ik besloot om Spike maar te gaan volgen, door de struiken heen. De fiets sleepte ik nog steeds onhandig mee. ''Spike?'' riep ik ongerust. Hij was nergens meer te zien. ''Spike!'' riep ik harder. Ik liep steeds sneller door het bos, nog steeds met de fiets aan mijn hand. Takken zwiepte in mijn gezicht, maar het maakte me allemaal niets uit. Ik moest en zou Spike vinden. Hij was de enige hier waarvan ik goede herinneringen had van mijn ouders. Het beeld van Spike als puppy dreunde door mijn hoofd. Ik zag Mabel dolblij met hem door een zonnig weiland rennen. Even stopte ik om van die herinnering te genieten. Al snel vaagde het weg toen ik een hond horen blaffen. Spike stond vlak voor mijn neus te springen. Ik kwam terug naar de normale wereld en rende achter hem aan. Hij wou me wat duidelijk maken, dat zag ik wel. Spike sprong over een grote steen en weg was hij weer. Ik liep naar de rotsen toe, waar ik net overheen kon kijken. Ik hield mijn adem in. Achter de stenen muur lag Spike heel zielig te janken, bij een kruis. Er gleed een traan over mijn wang. Op de grafsteen die ernaast stond zag ik overduidelijk in grote, sierlijke letters staan: ''Mabel Cullen/ Godsleaf. 1997- 2012. ''Geïnprent. Hou voor altijd van je, zal je nooit vergeten- Seth Clearwater''. Ik voelde de brok in mijn keel. Ze waren écht dood....

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen