Ik werd gék van het woord 'rusteloos', vandaar dat het resultaat ook niet is wat ik zelf zou willen.
Hoe dan ook, voor dag drie heb ik een woord waar ik meer mee kan doen!

Er zijn van die momenten in het leven dat een knagend gevoel je besluipt en dat bepaalde dingen plots en onverwachts - of stiekem toch een heel klein beetje verwacht, alsof je innerlijke het eigenlijk al had voelen aankomen - als een baksteen op je neervallen. Het zijn van die momenten die je even naar adem doen happen en je een pijnlijke steek in de borst bezorgen. Misschien krijg je even een inwendige paniekaanval omdat je tot het besef gekomen bent dat je niet weet wat te doen of omdat je gewoonweg geen raad weet met je eigen gevoelens - als je zelfs al weet wat je voelt. Ik ben er zeker van dat iedereen zoiets gelijkaardigs al heeft gevoeld, dan wel misschien in totaal uiteenlopende contexten. Toch is er een iets wat alles met elkaar verbindt: rusteloosheid. Het zorgt ervoor dat je constant met dat ene iets bezig bent, bewust of onbewust. Het is gewoon aanwezig in je achterhoofd en daar kan geen mens van onderuit. Misschien duurt het zelfs een tijdje voordat je het zelf doorhebt.
De baksteen viel bij mij zo’n twee jaar geleden en hoewel de oorzaak van alles diep begraven ligt onder de grond heb ik nog steeds geen rust gevonden. Ik heb het allemaal verkeerd aangepakt, zoveel is duidelijk.

Honderdvijfendertig. Zoveel tegels bevinden er zich hier in deze ruimte. Achtentwintig. Dat is het aantal uur dat ik me hier al bevind. Het enige wat ik zie is wit. Overal wit. Boven, onder en naast me. Alleen de donkergrijze deur in de linkerhoek voor me doorbreekt het patroon. Het is de deur waarvan ik weet dat ik ze nooit zelf zal kunnen openen. Tegelijkertijd is het de enige uitweg, weg van deze oppervlakte die steeds kleiner lijkt te worden.
Een zucht verlaat mijn mond. Hoe langer ik hier alleen ben met mezelf, hoe meer ik inwendig in dialoog treed met mezelf. En ik weet dat dat net hun bedoeling is, maar het maakt me gek om met mezelf geconfronteerd te worden. Ik wil niet nadenken, ik wil rust. Zelfs in mijn slaap heb ik geen rust, want dan komen de beelden terug. Er zit niet veel anders op dan te aanvaarden dat dit mijn leven nu eenmaal is en dat er niks mooiers van zal worden. Zelfs al raak ik hier ooit weg uit dit gebouw, dan nog zal mijn geest nooit bevrijd worden. Hoe kon ik ook?
Mijn voeten dwingen de rest van mijn lichaam om mee te bewegen. Ik laat me neervallen in het midden van de kamer en ga op mijn rug liggen. Vermoeid staar ik naar het plafond en glimlach fijntjes. Ik weet dat ze me op dit moment kunnen zien. Misschien bestaat er een kleine kans dat ze net op dit eigenste moment niet aan het kijken zijn, maar dan nog wordt alles opgenomen. Iedere geringste beweging die ik maak wordt geregistreerd en wellicht ook geanalyseerd, alsof iedere ongecontroleerde beweging van mij feitelijk doordacht en gepland is volgens hen. Dat krijg je nu eenmaal als je hier zit.
Ik schrik op als de deur geopend wordt en een man in een groen pak in de opening klaarstaat om me te begeleiden. Zijn gezichtsuitdrukking is neutraal, maar niet kil. Ik weet dat het tijd is om afscheid te nemen van deze vertrouwde isoleercel, althans toch voor even.

2/11/12

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen