2 mei 2011 - 20:05

Ik val maar recht met de deur in huis. Ik twijfel tegenwoordig aan de oprechtheid van mensen, vooral die van volstrekte vreemden. Ik ben van mezelf een vrij behulpzaam persoon. Zowel met praten als mee fysiek dingen helpen doen. Maar tegenwoordig is die behulpzaamheid niet meer gratis. Men moet er altijd iets voor terug krijgen of baat hebben bij de situatie.

Zo herinner ik me een winterdag in de kerstvakantie. Ik ging met mijn moeder naar de Action. –Ja, de Action.- We hadden onze auto op de parking gezet. De parking hier in Reusel is nogal krap. Er is genoeg parkeerruimte, maar manoeuvreerruimte dan weer niet. Ik had al vermeld dat het een winterdag was. Dan kon je al raden dat er veel sneeuw lag. Iedereen heeft het wel gemerkt deze winter. Mijn moeder reed de auto achteruit en schoof ineens vast. Ik was als enige bij haar, dus ik moest weer gaan duwen. Er kwam toevallig een ouder koppel aan die de auto recht tegenover ons hadden geparkeerd. De vrouw ging in de auto zitten en de man kwam zonder woord helpen duwen. Ik was blij en we kregen de auto uit de sneeuwput. Net zo snel als er beweging zat in de auto, was de man weer weg. Nog voor ik bedankt kon zeggen. Enkel de sneeuw die aan het dwarrelen was, hoorde mijn dankbaarheid. Ik ging in de auto zitten en dacht luidop. “Hielp die man net omdat die dat gewoon graag wou? Of omdat die geen zin had om even te wachten?” En dan begin je te twijfelen. Maar de indruk dat hij ons gewoon hielp omdat hij anders zelf niet weg kon, bleef hangen.

Zo maakte ik dit jaar ook mee op Romereis dat iemand in Pompeii op die blokken aan het spelen was terwijl dat niet mocht. Als loontje kreeg ons boontje een omgezwikte voet. Toen we aan het eind van de dag op het station aankwamen om onze trein naar Rome terug te nemen, kwam een man ons heel vriendelijk helpen. Hij haalde een rolstoel en bemoeide zich overal mee. Uiteindelijk hadden we hem afgeschud. Maar hij had nog het één en het ander in petto. Wij stapten maar snel de trein op, maar onze begeleider kreeg hem op zijn dak. Hij had speciaal bij de McDonald’s een zakje met ijs gehaald. Hij gaf die aan de begeleider en onze begeleider maakte aanstalten om ons voorbeeld te volgen. Echter hield onze stalker hem tegen. Hij deed teken van geld te willen. Voor wat, hoort wat.

Ik vind het echt jammer dat sommige acties niet meer oprecht uit het hart komen. Zulke acties zijn nu de dingen die het leven mooi maken. Die het leven het waard maken om voor te vechten en voor te leven. Veel mensen hebben het doel in hun ogen verloren en ze vragen zich af hoe het komt. Het is een rage geworden om alles voor niets te willen, terwijl je dat zelf niet doet. Ik weet dat er grenzen zijn. Maar ik bedoel het zoals in mijn voorbeelden. Help je iemand met duwen omdat je dat graag wil? Help je iemand –tegen de wil van een hele groep inclusief de geholpene- omdat je dat graag doet?

Wie helpt er nog wel oprecht en niet omdat het opgedragen wordt door de maatschappij of omdat je er zelf baat bij hebt?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen