Foto bij 9 Clove

We renden nog steeds het bos in. Achter ons hoorde ik de Capitool-hovercrafts de lijken oppikken. Ik draaide me half om, maar wilde het niet zien. Ik had een gevoel gehad tijdens het bloedbad. Heel even maar, maar het was er toch. En nu was het weer terug. Ik had het meisje uit 10 hevig verminkt aan haar armen en benen, voordat Marvel haar met een speer doorboorde. Ze had dood gespeeld en heel even had ik dat ook geloofd, maar toen had ze iets bewogen en had Marvel haar gelijk vermoord. Maar voordat Marvel de speer in haar lijf had geduwd had ze me aangekeken. Smekend. Ze had me met haar ogen gevraagd haar alsjeblieft niet te vermoorden. Ik had bijna Marvel willen stoppen. Maar wat zeg je dan, als ze je vragen waarom. "Ja, sorry, maar ik vond het zielig haar te vermoorden, ook al heb ik haar al helemaal verminkt met mijn messen. Ze vroeg me met haar ogen haar te sparen, wat de tributen wel vaker doen, maar ik wilde haar sparen, in deze Spelen waar het de bedoeling is te moorden of vermoord te worden"? Lekkere uitleg. Maar wel precies wat ik had gevoeld. Ik zou maar bij één tribuut plezier aan de moord beleven, die ik hopelijk zelf mocht plegen. Katniss Everdeen. Ik keek rond en zag een andere tribuut op een omgevallen boom zitten. Ik wilde de groep er eigenlijk langs laten lopen, maar het was toch juist de taak van de Beroeps om tributen te vermoorden? Maar toen had ik helemaal geen intentie meer om erlangs te lopen.
"Cato! Mes!," siste ik.
"Wie?" hij vormde het woord met zijn lippen, de lippen waar ik zo van hield. De lippen waar nu geen geluid over kwam, maar toch een woord.
"District 4, bijl," fluisterde ik. Zijn ogen lichtten op in een teken van herkenning. Die trut die hem bij het bloedbad had proberen te vermoorden, die ik net niet meer had kunnen raken met een mes. Ze was het bos ingevlucht.
"Cato? Mes?" vroeg ik. Hij schudde zijn hoofd.
"Shhhst, deze is voor mij, ze probeerde mij tenslotte te vermoorden," siste hij. Marvel en Glimmer slopen achter ons aan. Hij liep zo zachtjes mogelijk achter haar langs, tot er één takje brak onder zijn voeten. Ze keek verschrikt op, en diezelfde doodsangst was te lezen in haar ogen. Cato sloeg met zijn zwaard haar nek door voor ze de tijd kreeg om na te denken over wegrennen of verdedigen. En toen zag ik in hoe gruwelijk deze hele Spelen waren. Ik dacht aan haar ouders, die net hadden moeten toekijken hoe hun dochter vermoord werd. Misschien had ze wel broertjes of zusjes, of opa's en oma's. Of neefjes, nichtjes, tantes, ooms. Misschien wel een vriendje dat was achtergebleven in haar district.
"Clove? Clove, gaat het?" Cato´s stem trok me terug naar de werkelijkheid.
"Ja hoor, alles is prima. Is ze dood?" vroeg ik.
"Haar kanon is net afgegaan," zei Glimmer twijfelend. Ze keek naar me alsof ik gek was geworden.
"Hé, ik dacht alleen maar na. Ik ben niet gek ofzo," zei ik.
"Nee, het leek eerder. Alsof je medelijden had," zei ze voorzichtig. Was het dan zo duidelijk te zien? Ik schudde lachend mijn hoofd, voor zover ik kon lachen naar het meisje dat nu het vriendinnetje was van mijn vriendje, en me nota bene voor gek uitmaakte.
"Nee, tuurlijk niet, wat denk je wel niet van me." Maar ergens maakte ik me zorgen. Hoe moest dat dan als ik medelijden zou krijgen als ik bijna gewonnen had? Moest ik me dan laten vermoorden? Kon ik nog wel moorden? Het werd steeds donkerder, en ze zouden zo de gevallen laten zien. En inderdaad, het volkslied van Panem klonk en de foto´s verschenen. Het meisje uit 3, het meisje en de jongen uit 4, de jongen uit 5, het meisje en de jongen uit 6, beide tributen uit 7, de jongen uit 8, beide tributen uit 9, en beide tributen uit 10.
Twaalf tijdens het bloedbad, de dertiende, het meisje uit 4, toen wij haar vonden. Misschien wel 26 treurende ouders. En daar kwamen er nog 20 bij. De hongerspelen waren in één woord vreselijk. En ik begon steeds meer te twijfelen of ik daar levend uit zou komen. Toen zag ik Peeta lopen. Ik pakte een mes en rende woedend naar hem toe, mijn frustratie kwam in een keer naar buiten, en ik was al niet meer bang dat ik niet meer zou durven moorden. Hij rende niet weg, maar kwam mij tegemoet.
"Wacht, ik wil een deal met jullie sluiten," zei hij. Ik lachte. Dacht hij nou echt dat hij nog welkom was?
"Wacht nou," verdedigde hij zichzelf terwijl ik vervaarlijk met mijn mes zwaaide. "Ik ken Katniss als geen ander in deze arena. Ik kan jullie naar haar toe brengen. Ik heb gezien waar ze heen ging, en weet ongeveer welk pad ze aan zal houden. Als jullie me in het team laten, zal ik sterk zijn waar ik kan en ervoor zorgen dat jullie Katniss vinden."
Oke, dat klonk als een goeie deal. Ik schudde zijn hand. Er was een verbond.
Marvel wees in de verte. Hij was alweer op zoek naar het volgende slachtoffer.
"Kijk, een dom kind dat het vuur aan heeft gelaten. Laten we haar pakken!" de rest rende enthousiast mee. Ik besloot mijn gevoel opzij te zetten en ook mee te rennen. Het was het meisje uit 8 dat zich probeerde te warmen aan het vuur. Cato gniffelde, en ze keek op. Duidelijk zichtbaar gooide hij een enorm hakmes naar Glimmer, die het handig opving.
"Nee, alsjeblieft, vermoord me niet, ik zal alles doen wat jullie zeggen!" smeekte ze.
"Oh, dus we hebben een slaaf," grinnikte Glimmer gemeen. "Nee, bedankt, we hebben al een ander aanbod." Ohja Glimmer? Wie dan? Dat zou ik later wel horen. Glimmer hief het mes op, en het meisje gilde. Een korte gil die werd afgekapt toen haar halsslagader was doorgesneden. Veertien dood, nog negen te gaan.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen