Wat onwennig liep ik door de hoofdingang. Aan de muur hing een reuzengroot bord vol met namen, kleuren en letters. Daar moest ik het dus proberen mee te doen. Ik staarde er enkele minuten naar en gaf het toen tenslotte op. ‘Stomme wegwijzers’, mompelde ik tussen mijn tanden. Het leek me beter om me gewoon tot het secretariaat te wenden. Het vrouwtje achter de balie keek me gepikeerd aan, maar zei me tenminste wel hoe ik het juiste kantoor kon vinden. ‘Stagiairs’, lispelde ze toen ze dacht dat ik buiten gehoorsafstand was. Hier hing beslist een goede werksfeer.
Ik volgde haar instructies en keek ondertussen stiekem naar de aanwijzers. Ik kwam tot de vaststelling dat het systeem eigenlijk best wel logisch in elkaar zat, eenmaal je het doorhad. ‘Ik kom te laat’, dacht ik luidop toen ik op mijn uurwerk keek. Mijn benen schakelden over op snelwandelen. Op mijn eerste officiële stagedag te laat komen, het was een doemscenario jammer genoeg werkelijkheid aan het worden was.
Mijn hart maakte een sprongetje toen ik eindelijk de juiste gang bereikt had. Ik vertraagde mijn pas en probeerde op adem te komen. Alleen was ik zo geconcentreerd op mijn ademhaling dat ik hem niet had zien aankomen. Ik liep regelrecht tegen een jongeman die minstens een kop groter dan mij was. Hij had bruin, krullend haar en grijnsde breed. Ik staarde naar zijn witte verplegerskledij en verbaasde mezelf. Ik was niet in staan een zinnig geluid te produceren.
Dat was mijn eerste en meteen ook letterlijke confrontatie met Lennert. Hij was vijf jaar ouder dan mij en werkte sinds enkele weken ook in het ziekenhuis. We konden het vanaf onze eerste werkdag goed met elkaar vinden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen