Foto bij ``127``

Ik had stiekem gehoopt dat Ted en ik alleen waren geweest, maar het lijkt net alsof iedereen uit het dorp waar we zitten hier zit. Iedereen kijkt gelijk om als ik naar beneden loop. De schuilkelder is gigantisch en het lijkt net een kroeg. Ted pakt mijn hand vast en begeleid me naar een bank. ‘dus…’ mompel ik ongemakkelijk. Er klinkt een hoop kabaal boven ons. ‘rustig maar, de orkaan zou pas over een half uur aan de rand van het dorp moeten zijn’ zegt Ted gelijk als hij me ongerust ziet kijken. Ik schenk hem een vluchtig glimlachje. Het was niet dat ik me zorgen maakte om de orkaan, het was om de skinwalker en Dean en Sam. ‘maar je vertelde dat je op reis bent, wil je misschien vertellen hoe het is om zo vrij te zijn?’ even lach ik. Het is niet echt dat je kan zeggen dat die reis met vrijheid te maken heeft. ‘het is geweldig, vooral Sam en Dean. Ze zorgen goed voor me en ik weet dat ik altijd op ze kan vertrouwen als dat nodig is’ Ted knikt. Dan besluit ik een paar dingen over mezelf te vertellen. Ik vertel verhalen over Dean en Sam, maar laat alle dingen eruit die met het jagen te maken heeft. Als ik naar Ted kijk zie ik een geamuseerde blik. ‘weet je…’ begint hij ‘het is lang geleden dat ik zo’n leuk iemand heb gesproken’ ik voel hoe mijn wangen beginnen te kleuren en kijk verlegen naar de grond. Mijn lach verdwijnt snel als ik weer een koude rilling over mijn rug voel gaan. ‘is er wat?’ langzaam sta ik op en ik kijk naar de hond die niet veel verder op ligt. Snel schieten mijn ogen naar Ted. ‘nee, er is niets’ antwoord ik zacht en kijk weer naar de hond, die nu verdwenen is. ‘als het goed is, is de orkaan nu dichtbij’ snel laat ik mijn ogen over de mensen gaan. Ik kan nergens Sam en Dean of de hond zien. Dit was slecht. Waarschijnlijk zijn de jongens in het dorp opzoek en zit ik er dus nu mee opgesloten. ‘ben je bang?’ ik wil tegen Ted zeggen dat ik niet bang ben voor de orkaan maar de skinwalker maar besluit dat, dat waarschijnlijk niet zo’n goed idee zou zijn. Snel haal ik mijn mobiel uit mijn zak en besluit Dean en Sam te bellen. ‘dat heeft geen nut meissie, je hebt hier geen bereik’ ik draai me om naar een grote man. Ted staat ook op en kijkt naar hem. ‘Brutus, is er wat?’ de grote man lijkt inderdaad boos. ‘ja Ted, we kunnen haar niet weg laten gaan, nooit!’

‘we hebben het hele dorp binnenste buiten gekeerd Dean, en er is helemaal niemand meer’ Sam en Dean stappen in de Impala. ‘we moeten naar de schuilkelder’ Dean twijfelt duidelijk. Sam zucht. ‘Dean, Alex meende het waarschijnlijk niet’ Dean kijkt naar Sam. ‘jij zag niet hoe ze naar me keek, ze had het echt gedaan’ hij start de Impala en begint terug naar het Motel te rijden. Ze zouden nog zo’n 10 minuten hebben voordat de orkaan door het dorp zou razen. ‘ik snap iets niet Sam’ begint Dean dan. ‘als er een orkaan zou komen… waarom gaat er dan niets van een alarm af, of merken we er niets van met het weer?’ Sam’s ogen worden opeens groot. ‘het is een val! En ze hebben Alex!’

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen