H26
Ik heb zo'n goed plan voor een storie als ik deze afgerond heb!!!
C:
-Dat duurt nog wel even-
'Cecile! Cecile!' Aryens stem schalt over de ruïne heen.
'Cecile, Cecile!' Roep ik. Naast me schuifelt Diamantar ongemakkelijk heen en weer. Hij is vast bang. Troostend leg ik mijn hand op zijn schoft.
'Het gaat wel, ik ben niet bang, niet voor mezelf.
'Ben je bang dat ík gewond raak?' Verbaast kijk ik hem aan.
'Éigenlijk wel, altijd eigenlijk,' zegt hij met een beschermde klank in zijn gedachten.
'O...' Mompel ik.
'Cecile!' Roept Aryen.
Vermoeid ga ik zitten naast Aryen. We hebben nu zo'n half uur geroepen en onze kelen doen pijn.
'Zou ze er wel zijn?' Vraagt Aryen schoor.
'Vast wel, alleen durft ze vast niet naar ons toe te komen,' zeg ik schoor.
'Ze is vast bang voor mij,' zegt Diamantar wijs.
'Eerder voor mij klein schubje,' zegt Blueä.
'Dát zou je wel willen. Ze is niet bang voor zo'n blauwe kleine meid.'
'Wil je zien hoe stérk ik ben? Kleine disco bal?' 'Graag!' Roept Diamantar blij uit en hij gaat in de startgevecht-speel beweging staan.
'Diamantar, daar hebben we geen tijd voor,' zeg ik bijna tegelijk met Aryen die, 'Blueä, daar hebben we geen tijd voor,' zegt. Ik kijk hem spottend aan.
Dan schieten we in de lach. Ik weet niet waarom, ik denk dat ik het gewoon eens even nodig had, zo lachen.
Schorre piepende lachjes komen over mijn en Aryens lippen.
Ik voel Diamantar zoekend in mijn geest kijken en daarna tevreden gons geluidjes maken.
Ik kan niet stoppen met lachen.
Mijn lach schatert nog steeds rond, vijf minuten later dan dat hij begon, als ik een aanwezigheid voel.
Met een ruk draai ik me om waar ik de aanwezigheid voelde. Ik voel Diamantar verstijven en Aryen naast me mijn hand pakken. Blueä ademt warme adem in onze nekken.
'Wie is daar?' Vraagt Aryen terwijl hij rond kijkt, fronsend.
Geen reactie.
'Wie is daar?' Vraagt Aryen nogmaals, harder nu.
Ik probeer de aanwezigheid te pijlen, waar hij vandaan komt. Rechts.
'Wie is daar?' Zeg ik nu, ik richt me tot mijn rechter kant.
Iemand beweegt onrustig.
'Je hoeft niet bang te zijn, het is je vergeven,' zeg ik tegen de aanwezigheid, ik weet zeker dat het Cecile is.
'Is dat Cecile?' Vraagt Aryen aan me.
'Volgens mij wel... Kom je alsjeblieft uit de struiken? We doen je niets!' Zeg ik.
'Ik ben Cecile niet, vallen jullie me echt niet aan?' Vraagt de aanwezigheid. Verbaast kijk ik naar het bosje, maar ik ben een beetje teleurgesteld.
'Eh, oké. Kom maar,' zegt Aryen.
'Beloof het in oude taal.'
Dat doet Aryen. En de persoon komt uit de bosjes.
Het is Sisja. Haar harnas is duidelijk zichtbaar tegen het groen van de bosjes. Haar rode haar danst als vlammen over haar schouders en verbaast kijken we naar haar. Wat doet ze hier? Waar is Cecile? Waar is Nitor?
'Ik weet dat jullie Cecile zoeken, maar ze is hier niet,' zegt Sisja. Ze kijkt boos mijn kant uit alsof het allemaal mijn schuld is.
'Waarom niet? Waarom is ze niet hier?' Mijn schore stem wil gewoon weten wat er is.
'Ze... ze... ze voelde zich alsof ze je had veraden. Ze gaat zelfmoord plegen... bij de draken steen.'
De wereld lijkt van ijs te zijn geworden.
Reageer (3)
noooooooooooooooo:(
1 decennium geledenhoe kan cecile dat nu denken
1 decennium geledenrare cecile
snel verder
1 decennium geleden