Foto bij O54. Elisa Romaine

Vermoeid keek ik de kamer rond. Cecilia en ik hadden in een paar uur alles ingepakt en opgeruimd waarna we onszelf een uurtje gegund hadden om te slapen. Jammer genoeg was Cecilia "vergeten" om me wakker te maken en ik moest eerlijk toegeven dat ik het haar niet kwalijk nam. We hadden in no-time een appartement gehuurd bij een oude collega van me, ik had ongeveer twee jaar geleden met hem samen gewerkt, toen Cecilia en ik net besloten hadden niet meer op zoek te gaan naar de liefde. We hadden toen nog niet echt een plan, dus hadden we een tussenstop gemaakt in Portland. Het appartement was klein, maar precies groot genoeg voor ons allebei, het had twee slaapkamers, een woonkeuken en een badkamer. En misschien nog veel belangrijker, het was al bijna volledig ingericht. Het was nog een redelijk stuk rijden, dus ik kon beter uitgerust zijn.
Treurig stond ik op. Buiten onweerde het niet meer, maar de regen kwam nog wel met bakken uit de hemel, net als toen we hier aan waren gekomen. Misschien moest ik er geen symboliek achter zoeken, het regende hier namelijk wel vaker, maar ik vond het een aparte gedachte. Ik wist niet of ons bezoek aan La push iets goeds was geweest, het was iets anders geweest dan normaal. Alsof er iets aan de hand was wat misschien zelfs groter was dan onze vloek, maar tegelijk was het heel ontspannend geweest, het merendeel van de tijd. Het zou vast een mooie herinnering zijn, ook al was niet alles gelopen zoals gepland.
Cecilia kwam met een laatste doos de trap af lopen en zette deze neer bij de anderen. ‘We moeten nu echt de auto inruimen,’ mompelde ze zacht. Ik knikte.
‘Ja, anders komt er helemaal niets meer van.’ Ze beet op haar onderlip en begon met haar shirt te spelen. Ze wilde helemaal niet weg. Ik snapte haar wel, ik wilde ook niet weg, maar we hadden simpelweg geen keuze.
Na nog eens diep gezucht te hebben pakte ik de bovenste doos en de autosleutels. Met de zware doos in mijn ene hand opende ik met mijn andere hand de achterklep van de auto. Het voelde zo definitief om de auto nu weer in te ruimen maar ergens was ik wel opgelucht. Ik hoefde niet meer te liegen tegen Embry en hij was niet meer in gevaar. Daarom deed ik dit, voor Embry en Cecilia deed het voor Seth.
Ik duwde een pluk haar achter mijn oor voor ik me omdraaide en Cecilia bij de auto liet. Hoog in de bomen zag ik de blauwe veren van Pino en een glimlachje verscheen op mijn gezicht. Ik had in ieder geval een vriend gemaakt.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen