Epiloog.
'Lilith, je moet wat eten.' Ik ben blij met die stem. Ik herken hem en ik hou van die stem. Maar ik heb hem nu niet nodig.
'Lilith, je kan niet deprisief blijven.' Metsa smeekt me bijna.
'Doe ik niet,' zeg ik kil.
'Lilith, alsjeblieft. Wees de oude Lilith.'
'Ben ik.' Ik bijt op mijn lip en kijk omhoog. Metsa en ik zitten in mijn woonkamer. Metsa heeft een bort met eten, wat er ook op ligt, het boeit me weinig.
'Ik hou nog steeds van je,' zeg ik.
'Weet ik, maar ik wil niet dat je zo stil en kil bent, ik wil je zien lachen.' Ik trek een grimas.
'En ik ben niet deprisief,' zeg ik nog.
'Ben je wel,' zegt Metsa, hij strijkt met zijn vinger over mijn hoofd.
'Níét wáár!' Zeg ik. Woedent kom ik overeind. Metsa kijkt me smekend aan. Hij ziet de bui al aankomen. Er zijn nu dan wel 3 weken voorbij maar nog steeds ben ik de zelfde, kille Lilith.
'Je wilt niet weten hoe je er uit zag, die dag na de strijd. Hoe je op de koude grond lach, opgerold met Diamantar naast je. Ik zag bevroren tranen op je wangen. En ik wist wat je had geroepen, het dal in. Iedereen hoorde het. Het was vrezelijk. Ik smeek je, ga verder met je leven. Wees blij,' Metsa kijkt me gekweld aan.
'Je wil niet weten waar ik elke nacht van droom,' zeg ik.
'Wat dan?' Metsa kijkt me smekend aan.
'Over jouw,' zeg ik.
'Oh, dat is iets normaals, een goed teken,' Metsa lacht opgelucht.
'Oh nee, hoor. We staan samen op een berg, allebij zwart. Dan verander ik in mijn vader en laat ik je verschrikkelijke dingen doen. Je doet alles voor me. Alles voor mijn vader.' Ik zie Metsa geschrokken kijken maar dan fronst hij en glimlacht hij.
'Fout, ik doe alles voor jouw. Niet voor je vader, voor jouw.' Zijn woorden klinken o zo geruststellend, o zo oprecht. Maar geloof ik hem? Misschien komt mijn droom wel uit.
'Hou dat zo,' zeg ik dan maar.
'Doe ik, ik hou namelijk ook van jouw.'
'Ik hou meer van jouw,'fluister ik.
'Wordt dan weer blij, voor mij?' Hij klinkt zo lief.
'Nee.'
'Eet dan tenminste iets, alsjeblieft?' Metsa voert me een stukje brood. Ik eet het toch maar op.
Dan buigt hij zich naar voren.
'Ik zal je hinderen, ik zal wraak voor je nemen. Doe jezelf die pijn niet aan, hij blijft... je vader.'
'Mijn wraak,' fluister ik.
Dan buigt hij zich nog iets meer naar voren.
'Mijne,' zegt hij. Maar voordat ik kan ontkennen drukt hij zijn lippen op de mijne, zijn handen trekken me op zijn schoot en ik knijp mijn ogen dicht. Ik hou van Metsa.
Reageer (4)
aah! schattig(flower)
1 decennium geledenYAY UIT!
1 decennium geledenIk-lees-snel-verder.
ooooooooooooh zo leuk
1 decennium geledensnel een deel 2 maken he
Klink leuk
1 decennium geleden