Foto bij H68

Éigenlijk verpest ik het, ghegheghe! :3

We rennen door de laaste gang, naar Metsa's deur. De gangen zijn uitgestorven. Zonet heeft Eragon laten rondvertellen dat alle leerlingen naar hun kamers moesten en dat alle rijders moeten helpen met mijn vader zoeken en doden, of vangen. Mij maakt het niet uit.
Pas als we voor Metsa's deur staan weet ik weer dat ik nog nooit op Metsa's kamer ben geweest. Raar.
Metsa opent de deur en we gaan naar binnen, de hal is in iedergeval het zelfde. Metsa en ik hebben nog steeds elkaars handen vast en we gaan door een deur de woonkamer binnen. Daar gaan we naast elkaar op de bank zitten. Hij laat mijn hand los maar gaat tegen me aan zitten. En ik tegen hem. Ik sluit mijn ogen en luister naar zijn hart. Onder tussen zit Metsa een beetje te mompelen. Het lijkt wel alsof hij in conflict met zichzelf is. Bezorgt open ik mijn ogen weer.
'Metsa? Wat is er?' Vraag ik hem, maar mijn adem schokt, zijn ogen staan verdrietig en hij trilt.
'Metsa?' Vraag ik.
'Lilith,' fluistert hij hees,'Ik ben zo dom.' Hij klinkt echt zielig, maar ik moet er toch om lachen, hij dom? Hij is een van de slimste uit mijn klassen.
'Haha, nee, je bent niet dom!' Roep ik uit en ik geef hem een knuffel. 'Je bent slim!'
'Nee, niet op die manier,' probeerd Metsa me uit te leggen, maar verder zwijgt hij. Ik giegel rustig door. Wat heb ik vandaag? Ik giegel nooit.
Ik doe mijn ogen weer dicht en denk aan die geweldige kus met Metsa, het was heel lief en zacht, met een beetje spanning, perfect!
'Lilith,' fluistert Metsa weer. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder.
'Oh, Metsa, hoe zou het buiten gaan? Mag ik even kijken door het raam van je werkkamer?' Vraag ik na een paar minuten.
'Nee, nee! Niet de werkkamer!' Ik open verbaast mijn ogen als ik Metsa dat hoor zeggen.
'Waarom niet?' Vraag ik.
'Eh, het is daar een grote puinhoop,' zegt Metsa. O.
'Maakt niet uit,' zeg ik en ik wil opstaan.
'We kijken vanuit de slaapkamer, dat is ook een groter raam!' Metsa trekt me mee naar een andere deur. Ach wat maakt het ook uit.
We lopen door de netjes opgeruimde slaapkamer en dan kijk ik uit het raam. Eerst zie ik alleen een paar rijders het bos in rennen met hun draken, maar dan zie ik op het pleintje een gevecht. Nee!
Mijn vader staat omzingelt en schiet vuurballen en andere dingen op de rijders af, onder tussen lacht hij geruisloos. Ik zie Eragon, hij heeft zijn ogen dicht en zit de oude taal te mompelen. Om hem heen schieten licht stralen de lucht in. De andere rijders weren de vuurballen van mijn vader af en proberen hem te raken. Dan tilt mijn vader zijn hoofd op en kijkt mij lachend maar woedend aan. Ik kan zijn kwaadaardige lach bijna horen, zo uit mijn nachtmerries.
Dan gebeurd er iets raars met mijn vader. Hij schiet een grote vuurbal deze kant op, maar dat is niet raar, die vuurbal wordt weg gevaagd door een paarse rijder (Mell?). Het rare is het vuur rond mijn vader. In het vuur zie ik allemaal rare geesten. Rare witte lichtbolletjes. Dan zie ik een grote, een grotere lichtbol. Hij is wit met zwarte slierten, dat kan ik vanaf hier zien. De lichtbol gaat op mijn vader af, hij gaat in mijn vader's hart. Mijn vader wordt zwart. Zijn huid wordt nog bleker, maar zijn haar wordt weer zwart.
'Nee,' fluister ik, want ik weet wat hij nu is.
'Hij is in een schim verandert,' fluistert Metsa ontzet.
En al die tijd blijft mijn vader nog naar me kijken, met zijn nu pik-zwarte ogen. Krakzinnig lachend.

Reageer (1)

  • dineniel

    dit is echt overwacht
    net een tweede durza:S

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen