Hoofdstuk 8
Lieve David,
Ik heb nieuwe enveloppen gekocht, om de brieven die ik schrijf in te doen. Ik weet maar al te goed dat ik zou moeten stoppen met schrijven. Het heeft me nu zelfs al geld gekost.
Maar het ergste van mijn tripje naar de supermarkt was jij. Ik weet dat je me zag daar. Weet je dat ik me wanhopig probeerde te verstoppen? En ondanks mijn toeren met een dikke vrouw in bloemetjesjurk zag je me toch. Waarom zei je niets? Blijkbaar hoop ik stiekem nog steeds dat je me met tranen in je ogen in de armen zou vallen, terwijl je om vergiffenis vraagt. Dat hoef je niet te doen, ik zou alleen maar willen horen dat het je spijt en dat je me terug wilt. Dat je het toen niet deed, heeft me een illusie armer gemaakt. Het is weer pijnlijk duidelijk dat ik je voor altijd kwijt ben.
Maar er was een goede kant aan dit verhaal: ik heb de enveloppen gevonden. Hoewel dat een beetje een bittere troost is.
Doordat ik je tegenkwam in de supermarkt, begin ik me nu wel af te vragen hoe het met je gaat. Wat doe je de hele dag? Ik was bijna vergeten dat je meer was dan een herinnering. Ik mis je, David. Echt waar. En dan vervloek ik mezelf omdat ik je maar niet kan vergeten.
'Triiing!'
Automatisch ging mijn hand naar mijn broekzak, waar mijn mobieltje in zat. Ik was eraan gewend geraakt om gestoord te worden door mijn mobiel, maar dit geluid kwam niet van mijn mobiel
'Triiing!'
Het was de deurbel. Natuurlijk, mijn mobiel had toch geen ringtone als die van een deurbel?
Ik zuchtte om mijn eigen domheid, en ik riep:'Ik kom eraan!'
Wie kon dat nou zijn? We hadden pas over een uur afgesproken om aan het project te werken. Ik was van plan geweest nog even op te ruimen, maar als ze er nu al waren, was ik te laat.
Ik stond op van mijn stoel en wilde naar de deur lopen, toen ik iets besefte: de brief! Die lag nog open en bloot op mijn bureau! Snel schoof ik de brief onder een stapel boeken die op mijn bureau lagen.
Wie kon dat nou zijn? De enige persoon waar ik aan kon denken, was Emma. En zij klopte nooit aan, zij kwam altijd binnenstormen. Nou, dan moest ik het zelf maar zien.
'Hey Audrey.' Het was Rick! Wat deed hij hier zo vroeg?
'Eh.. hoi.' zei ik ongemakkelijk. 'Wat doe je hier? We hadden toch pas over een uur afgesproken?'
'Wat? Twee uur zei je toch?' Hij keek oprecht geschokt.
'Nee. We hadden om drie uur afgesproken.'
Wat moest ik nou doen? Ik kon hem moeilijk weer wegsturen. Maar dan zat ik dus met een uur lang met hem opgescheept.
'Het geeft niet.' zei ik beleefd. Maar het gaf wel! Wat moest ik nou doen?
'Kom binnen.'
Dankbaar liep hij naar binnen. Ik zat van binnen te balen, maar wat had ik anders moeten doen? Ik kon hem toch niet buiten laten staan? Of terug naar huis sturen? Nee, dat was gemeen geweest.
'Sorry voor de rommel, hoor. Ik wilde nog opruimen, maar ja...' zei ik terwijl ik door spullen in een hoekje te gooien de schade probeerde te beperken.
'Rommel?' Hij begon te lachen. 'Jij hebt zeker nog nooit een studentenhuis vol jongens gezien?'
Ik schudde mijn hoofd. Natuurlijk had ik dat niet. Wat zou ik daar moeten doen?
'Toen ik op zoek was naar een huis hier, ging ik ook langs een paar studentenhuizen.' legde hij uit. 'Verschrikkelijk hoe het daar uit zag! Ze aten van plastic bordjes, omdat niemand de afwas wilde doen!'
'Wat, echt?' zei ik met een blik met een mix van verbazing en hilariteit.
Hij knikte, met een grijns op zijn gezicht.
'Niet te geloven, zeg!'
Misschien ging het toch nog niet zo slecht worden. Rick was wel aardig en als hij steeds aan het woord was, hoefde ik niet bang te zijn voor gênante stiltes.
'Zeg, heb je ergens een wc?' vroeg Rick ineens.
'Nee, we gaan naar buiten en graven daar een gat.' zei ik, overduidelijk sarcastisch.
Voor één seconde keek hij me met grote ogen aan, totdat hij doorhad dat ik een grapje maakte.
'De gang in en tweede deur links.' zei ik lachend. Niet te geloven dat hij dat nog even geloofde ook.
'Oké, ik ben zo terug.'
Zodra hij weg was, stopte ik de brief weg in een envelop en legde ik hem in de kast. Ik zou hem niet afmaken. Weer een persoonlijke overwinning behaald vandaag!
Toen Rick weer binnenkwam, startte ik net de laptop op. Misschien konden we alvast wat doen voor het project.
'Ik keek net even in je boekenkast.' zei hij. 'Je hebt een goede smaak!'
'O ja?'
En toen Emma om vijf voor drie binnen kwam stormen, met een verraste blik in haar ogen, vond ik het bijna jammer om ons gesprek te moeten stopzetten.
sorry dat ik zo weinig schrijf. Ik heb het op het moment best wel druk met school en werk. Bedankt voor jullie geduld! Vinden jullie het nog steeds leuk?
Reageer (4)
hahaha, die over die wc, super cool!
1 decennium geledenecht heel leuk ben verliefd op jou verhalen (L)
1 decennium geledenRick lijkt me leuk ;d x
1 decennium geledenMe like it nog steeds
1 decennium geledenBen wel benieuwd hoe het nu verder gaat.
Snel verder