O5O. Elisa Romaine
Nee. Dit kon niet gebeuren. Dit mócht niet gebeuren! Met alle kracht die ik in me had duwde ik Embry zo ver mogelijk weg, maar ik won hiermee slechts enkele centimeters aan ruimte. Het was echter genoeg om Embry in de war te krijgen. 'Dit kan niet. Dit kan gewoon niet!' ratelde ik. 'Dit kan gewoon niet, Embry!' De jongen pakte mijn handen vast maar ik trok ze meteen weer weg.
'Elisa, als je denkt dat dit te snel gaat dan snap ik het. Ik, ik...' Hij dacht even na. 'Ik dacht alleen dat jij het zelfde voelde.'
'Embry, dat is het niet, echt niet! Ik kan dit gewoon niet! Ik ben slecht voor je, snap dat dan!' Maar hij snapte het niet, hij zou het waarschijnlijk nooit snappen. Ze snapten het nooit, pas wanneer ze het leven uit zich weg voelden vloeien snapten ze het. Hoewel ik nog steeds doodsbang was voor de storm, was mijn angst om Embry pijn te doen vele malen groter.
Ik stond op van de bank en keek naar de jongen. Hij leek echt gekwetst te zijn, maar in zijn ogen twinkelde een bepaalde vastberadenheid, hij gaf nog lang niet op.
'Elisa, doe alsjeblieft niet zo! Je bent het beste wat me ooit overkomen is! Je doet nog geen vlieg kwaad!' Ik schudde heftig mijn hoofd.
'Embry, lieve, naïeve Embry, denk even na,' Als hij niet luisterde wanneer ik naar hem schreeuwde, dan moest ik maar anders aanpakken. 'Je kent me pas net. Je hebt geen idee wie ik ben, daar bouw je toch geen relatie op, of wel soms?' Ik haalde mijn hand door mijn haar en keek hem aan.
'Dus dat is het wel?' Ik knikte. Het was niet mijn beste smoes ooit, maar ik had weinig keuze en ik wilde hem niet meer kwetsen dan nodig was.
'En daarbij. Ik ga hier al weer bijna weg. Deze stad was gewoon een adempauze, zodat ik na de dood van mijn vorige vriendje even tot rust kon komen, maar op deze manier werkt het echt niet.' Oké, dit klonk beter. En ik loog niet eens. Mijn vorige vriendje was echt dood en daarom had ik besloten het rustig aan te doen, geen vriendjes meer, dat kon je zien als een soort adempauze.
Embry bleef stil en ik wachtte geduldig zijn antwoord af. Het duurde minuten voor ik dat antwoord dan ook daadwerkelijk kreeg.
'Ik snap het. Je wil me gewoon niet, boodschap begrepen. Ik laat mezelf wel uit.' Zijn woorden voelden alsof iemand een mes recht in mijn hart had gestoken. Hij draaide zich om en liep naar de deur. Ik wilde achter hem aan gaan en alles uitleggen, maar wie weet wat hij dan met me zou doen. Waarschijnlijk zou hij me regelrecht naar een gekkenhuis sturen. Of hij zou me uitlachen, recht in mijn gezicht, hij zou me vertellen dat ik moest stoppen met het geloven in sprookjes. Maar als er één ding was wat me in al die jaren duidelijk was geworden, dan was het dat; wat er ook gebeurt en hoe erg je ook gelooft en wilt dat het wel zo is, sprookjes bestaan niet.
Reageer (1)
Neeeeeeeeee! Dit mag niet
1 decennium geleden