Foto bij hoofdstuk 2

Ik loop naar de stal waar het paard het paard van vader staat. Ik bind hem voor de koets en ga opweg naar Parijs. Als ik door het bos rij zie ik bij een splitsing een geest staan van een bruid in gescheurde jurk.
Ze wijst naar rechts terwijl Parijs naar links is. Ik negeer haar en ga gewoon richting Parijs.
Als ik linksaf sla doemt ze voor me op. Ik zie haar te laat en dender er doorheen met de koets. Ik laat het paard stoppen en stap uit. Ik kijk naar de weg achter me maar ik zie niets. Zelfs de vogels zwijgen als het graf. Als ik weer in wil stappen zie ik dat ze op mijn plaats zit. Ik vraag wat ze wil maar ik krijg geen antwoord. Wel wijst ze de andere kant op. Ik zeg dat ik naar Parijs moet om iets uit te zoeken. Ik ga zitten en rij verder.
Als ik even later naast me kijk is ze verdwenen. Ik rij verder en ben nu in de buurt van de Mansion. tussen de bomen zie ik een man die ik nooit eerder had gezien.
Ik denk even aan de legende van ons dorp. 'De eenzame man verdween en liet pijn en verdriet achter.' Als ik daaraan denk, denk ik de legende van ons dorp door te krijgen. Ik zit denkend naar de bodem van de koets te kijken.
Als ik de man weer tussen de bomen wil aankijken is hij verdwenen als sneeuw voor de zon. zou hij de man van de legende zijn?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen