Foto bij Hoofdstuk 6

Lieve David,

Hier ben ik, met alweer een brief. Voordat ik het wist, had ik weer pen en papier gepakt. Ik moet maar eens nieuwe enveloppen gaan kopen.
Het was best leuk op het werk gisteravond. Van der Vlerk was er niet en ik kwam Rick, een klasgenoot ven me tegen. We werken samen aan een project, dus zo kennen we elkaar. Hij komt uit Drenthe en kent hier nog niet zoveel mensen. Aangezien het niet al te druk was, hebben we even kunnen praten. Ik denk dat we goed zullen kunnen samenwerken en misschien wel vrienden kunnen worden.
Natuurlijk heb ik vanavond ook weer wat vaste klanten gesproken. De meesten wisten al van onze breuk en kwamen me even troosten. Vooral de mannelijke klanten, eigenlijk. Ik moet toegeven dat die aandacht me best wel goed beviel. Ik begin voordelen te zien van het single zijn. Dat betekent niet dat ik je veel liever terug zou hebben, hoor.
Vandaag heb ik tot 12 uur uitgeslapen en toen ben ik meteen begonnen aan deze brief. Ja, waarom ik ze nog schrijf? Ik weet het zelf ook niet. Ik denk niet dat het enigszins helpt, maar ik kan er niet meer mee stoppen. Ach, wat kan het ook voor kwaad? Behalve dat ik mijn tijd verspil en steeds meer enveloppen moet kopen. Ja, dat is minder.
Ook vandaag voel ik me best goed. Niet dat ik nog zo ontzettend vrolijk ben als gisteren, maar ik voel me oké. Emma zal tevreden zijn. Ze wil me niet verdrietig zien om een jongen, ook is dan een jongen waar ik bijna vier jaar een relatie mee had.


'Bzzz!'
Geërgerd keek ik op van mijn brief. Waar lag dat mobieltje nou? Ik voelde in mijn broekzakken, maar ook daar was hij niet.
'Bzzz!
'Ja ja! Ik kom al.' mompelde ik in mezelf. Waar kon dat ding nou zijn? vroeg ik me af, terwijl ik alles op mijn bureau over de kop haalde.
'Bzzz!' Niet op mijn bureau. Misschien in mijn tas? Meestal liet ik hem daar niet in liggen, maar je wist maar nooit. Ik had mijn tas nog naast mijn bureau staan, dus ik greep hem en rommelde erdoorheen. Geen mobieltje. En ondertussen bleef het ding maar trillen en zoemen. Ja, zo stil was de trilstand nou.
'Bzzz!'
Ha! Ik had hem eindelijk gevonden. Het ding zat ik in de zak van de broek die ik gisteren naar het werk had gedragen. Snel ontgrendelde ik het, en ik zag de melding één gemiste oproep op mijn scherm staan. Fijn, die had ik dus gemist.
Vreemd, het was een onbekend nummer. Wie kon dat nou zijn? Ik kon niemand bedenken die me zou kunnen bellen op dit moment, en anders had diegene wel een bekend nummer gehad. Zou ik terug bellen?
Ach, waarom ook niet? Nieuwsgierig drukte ik op redial, en hoorde de bekende piepjes in mijn oor, voordat er opgenomen werd.
'Hallo, met Rick Westers.' Rick Westers? Dat moest Rick zijn. Ik had hem gisteravond natuurlijk mijn nummer gegeven, want die had hij nog niet. Ik was er nog niet aan gewend dat niet iedereen van mijn projectgroepje mijn nummer had. Maar waarom belde hij mij? Waarschijnlijk had het iets met onze opdracht te maken.
'Hallo, met Audrey. Had je me gebeld?'
'O, hey Audrey. Ja, ik had je gebeld. Ik vroeg me af of we misschien met ons projectgroepje nog een afspraak kunnen maken? Om aan ons werkstuk te beginnen enzo. We hebben nog niet zoveel gedaan.'
Mijn gedachten gingen vliegensvlug. Ja, dat kon natuurlijk wel. Maar waarom belde hij mij? En toen bedacht ik me dat ik degene was die hij het beste kende van de groep.
'Ja, natuurlijk. Wat had je in gedachten? In de bibliotheek weer, of ergens anders?'
Ongemerkt was ik rondjes aan het lopen door mijn kamer, zoals ik altijd deed tijdens het telefoneren.
'Nee, in de bibliotheek zijn alle computers meestal al bezet.' antwoordde hij. 'Ik denk dat we het beter bij één van ons vieren kunnen doen.'
'Bij mij kan wel.' zei ik, zonder echt na te denken. Misschien was het toch niet zo'n goed idee, want nu zouden we met z'n vieren achter mijn laptopje moeten gaan zitten. Maar ik kon mijn belofte niet meer terugtrekken. Zo'n probleem zou het nou ook weer niet zijn.
'Oké, goed.' Hij klonk blij. 'Zou jij Lara en Emma kunnen bellen? Ik heb hun nummer niet.'
'Ja, is goed. Ik houd je op de hoogte.'
'Oke. goed. Doei.'
'Doei.'
Met een opgeluchte zucht drukte ik op het rode telefoontje waarmee ik ophing. Ik was al nooit dol op telefoongesprekken en het was alleen maar nog ongemakkelijker met mensen die je slecht kende.
Toen ik mijn mobiel op mijn bureau legde, bedacht ik me dat ik die brief nog af moest maken. Snel las ik na wat ik had geschreven, en besloot dat ik geen zin meer in had. Mijn hoofd zat nu bij ons project. Het was een geweldige afleiding, moest ik toegeven.
Ik schreef alleen mijn naam eronder en stopte het korte briefje in een envelop. Zo, dat was wel weer genoeg. Nu was het tijd om Lara en Emma te bellen.

Reageer (3)

  • Wolveline

    ik heb ook zo'n hekel aan bellen:( Gelukkig doe ik dat ook niet zo vaak:)
    en mijn telefoon is ookzo vaak weg:(

    1 decennium geleden
  • BlackDragon1

    Snel verder!!
    Ben ook zo vaak mijn telefoon kwijt :P

    1 decennium geleden
  • Roslagen

    Haha, ik dacht 'yaay' toen ik zag dat je een nieuw hoofdstukje had :)
    Snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen