Gwendo kon maar aan een ding denken: Rennen, alsmaar verder en verder, zo ver mogelijk weg van die akelige plek. Hij wist dat Morwenna hem te pakken zou krijgen, hij zou er niks aan kunnen doen.
Hij rende door, en terwijl hij rende, viel er een akelige kilte over hem heen... Wild schudde hij met zijn hoofd, alsof hij haar weg wilde jagen, maar hij wist dat het niks zou helpen...
Hij probeerde de kilte te negeren, te negeren zodat hij nog een kans maakte om weg te komen. Misschien zouden ze hem morgen vinden, helemaal van slag. Of misschien wel dood... Als Morwenna hem nu te pakken zou krijgen.
Daar begon het al: in zijn hoofd hoorde hij een zoete stem zeggen ‘’Het is jouw schuld, Gwendo, jouw schuld....’’ Gwendo probeerde nog verder te rennen, zich hevig verzettend tegen Morwenna, hevig schreeuwend tegen de zoete maar toch ook kille stem.
Een steek in zijn borst, hij stopte met rennen en merkte opeens dat hij verloren had. Hij viel op de drassige grond en schreeuwde van de pijn. Weer die zoete stem: ‘’Jouw schuld... Jouw schuld...’’.
Hij wist dat als hij nu zou opgeven hij verloren zou zijn.. Of hij stierf door het vreselijke schuldgevoel, of de stamleden, die waarschijnlijk naar hem zochten, zouden hem vermoorden... Hij wilde niet dood. Hij was nog jong... Morwenna was sterk, maar misschien kon hij sterker zijn... Maar diep in zijn hart wist hij dat je niet kon winnen van Morwenna, hoe sterk je ook was...
Zijn enige kans om niet gevonden te worden door de stamleden was opstaan en doorrennen, hoe Morwenna ook fluisterde en hoe hevig de pijn ook was.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen