Hier is hoofdstuk 3. xxx

Hoofdstuk 3.

Tuut, tuut, tuut. De wekker ging af. Ik zette de wekker uit, en mompelde iets, wat op nee moest lijken. Ik draaide me om en opende mijn ogen. Ik zag Feven liggen, in haar eigen bed. Ze stapte uit haar bed en liep de kamer uit. Ik draaide me weer om, zodat, als Feven weer binnen kwam, ik haar kon zien. Voordat ik het door had vielen mijn ogen dicht en lag ik weer te slapen...
‘Wakker worden! We moeten naar school!’ riep Feven. ‘Man! Ik ben niet doof, je hoeft niet zo te schreeuwen!’ riep ik, nog wat slaperig, terug. Ik keek naar Feven, en zag haar staan een haar nieuwe schooluniform. ‘Wat is dat nou weer voor een apenpakje?’ reageerde ik. ‘Dat ga ik dus echt niet aantrekken, hé!’ zei ik afwijzend. ‘Laten we onze apenpakjes gaan pimpen!’ zei Feven heel blij.

Een paar minuten later hadden we alles gepakt wat we konden vinden en gebruiken. Overal in de kamer lagen kralen, knoopjes, scharen, stoffen etc. De resultaten waren geweldig! Nu maar hopen dat we op tijd waren. We renden naar beneden, de trappen af. Toen we beneden waren, was ik bekaf. Want ik heb al niet zo’n goede conditie en het waren 5 trappen. ‘Waarom gingen we eigenlijk niet met de lift?’ mompelde ik zacht. Feven had het blijkbaar gehoord. ‘Omdat de trap sneller is.’ reageerde ze. Ik liep naar de balie toe. Feven liep achter me aan. ‘Eu, Helen?’ vroeg ik. ‘Ja?’ zei ze. ‘Weet jij misschien hoe laat het is?’ na mijn vraag kregen we direct antwoord. ‘O, ja, natuurlijk. Het is nu 10 over 10.’ zei ze. ‘Shit, oké, dank je Helen.’ riep ik nog snel terwijl we wegrenden naar het schoolgebouw.

‘We zijn godverdomme al ongeveer 1 uur te laat!’ riep Feven woedend. ‘En nu weten we ook nog eens niet waar we les hebben.’ zei ze zuchtend. ‘Rustig maar, het komt wel goed.’ zei ik snel om haar gerust te stellen. ‘Ze zullen ons heus niet op de eerste dag al aanspreken of de klas uit zetten.’ Eigenlijk wist ik dat niet zeker, het is wel een andere school, in een ander land. Onderweg zagen we de kinderen die we tegen kwamen al raar kijken. Nu keken er weer een paar kinderen naar ons. ‘Wat is er met ons?’ vroeg Feven. ‘Waarom kijken ze zo naar ons?’. ‘Misschien omdat we deze kleding aan hebben.’ zei ik aarzelend. Bots, daar knalde ik tegen een man aan. Hij keek ons raar aan. ‘Zijn jullie de weg kwijt?’ vroeg hij, en wees naar de deur. ‘We zitten hier op school.’ zei ik zacht. Ik stootte Feven aan. ‘Ja!’ zei ze op een wat hardere toon. ‘Wat hebben jullie dan in godsnaam aan?’ zei de man boos. ‘Kom maar mee naar binnen!’ schreeuwde de man in onze oren. ‘Ik hoef niet doof te worden.’ Zei Feven tegen mij. ‘Dat hoorde ik!’ riep de man vanuit de kamer. We stapten naar binnen. ‘Als dat maar goed gaat…’ zei ik op een aarzelende toon. ‘En dat hoorde ik ook!’ riep de man weer.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen