Hoofdstuk één.
‘Dit is allemaal voor je eigen bestwil.’
Oh, ja. Natuurlijk, het zal wel.
Jezus Christus van Nazareth, wat had ik die zin vaak aan moeten horen. Ik was er helemaal ziek van.
Oké, ik was misschien een beetje doorgedraaid, maar dat was één keer, en daar zou het bij blijven. Maar een gesticht? Dat ging me toch echt te ver. Iedereen heeft zo zijn probleempjes toch? Als je iedereen daarop gaat beoordelen zitten de gekkenhuizen wel heel snel vol.
Wacht, misschien kan ik maar beter even uitleggen waarom ik naar een inrichting word gestuurd, voordat ik verderga.
Niet zo lang geleden ben ik erachter gekomen dat ik geschift ben. Blijkbaar. En toen mijn allerliefste ouders dat hoorden, besloten ze meteen dat ik maar naar het gekkenhuis moest. De reden dat ik hiervoor werd onderzocht laat ik nog even achterwege. Geen zorgen, je komt er wel achter. Net als zo’n beetje iedereen in mijn woonplaats, dat duurde niet lang.
En nu zat ik afgezonderd in mijn kamer. Waar alleen mijn ouders me zo nu en dan iets kwamen brengen, totdat ik het met ze eens zou zijn over hun besluit. Dat zou waarschijnlijk niet zo lang meer duren, want ik begon me al aardig te vervelen, volledig afgesloten van de buitenwereld. Zelfs mijn zusjes –Maisy en Melina, of M&M zoals ik ze noemde- kwamen me niet irriteren.
Met al mijn wilskracht zette ik mijn stille protest door. Maar ik wist dat ik mijn ouders uiteindelijk gelijk moest geven.
‘Maeve?’ er werd op de deur geklopt.
Ik schrok op uit mijn trance van zelfmedelijden. Mijn moeder kwam binnen.
‘Heb je al een besluit gemaakt?’ zei ze, terwijl ze een dienblad met mijn avondeten op mijn bureau neerzette. ‘Dit kan niet eeuwig door blijven gaan.’
Een golf van woede overspoelde me.
‘Alsof ik kan kiezen.’ Snauwde ik. ‘Ik ben toch gek? Ik hoor in een gesticht.’
Mijn moeder zuchtte. ‘Maeve…’
‘Jullie willen me niet eens vertellen wat er nou eigenlijk is!’
‘Het is geen gesticht. Het is een organisatie die jongeren met ehm.. mentale problemen helpt. Je krijgt er geen labels opgeplakt, en anderen ook niet. Dat is deel van de therapie.’
Natuurlijk, waarom zou je vertellen wat er was als je die opmerking ook gewoon kon negeren.
Ik wendde mijn gezicht af. Hoe mooi dat ook klonk, ik bleef liever thuis. Mentale problemen? Pff.
‘Ik weet dat het allemaal heel nieuw en eng voor je is. Maar ik heb wat extra informatie uitgeprint..’
‘Ik ben geen klein kind. Zei ik koppig.
Mijn moeder zuchtte weer. Ik maakte het haar wel moeilijk hè?
‘Lees nou maar.’ Zei ze voordat ze mijn kamer weer verliet.
Uit protest, deed ik een paar minuten niets toen mijn moeder weer weg was. Maar uiteindelijk begon ik toch maar te lezen, gewoon uit nieuwsgierigheid.

Plainview house, voor mentaal verwarde jongeren blablabla beste voor uw kind blablabla unieke methodes blablabla nog meer commerciële bullshit blablabla.

Ja, erg interessant, dat wist ik dus al. Maar er was meer! Wat mieters!

Geen labels blablabla rustige en serene omgeving blablabla privéscholing (Toch wat nieuwe informatie!) blablabla verhalen en ervaringen delen met de andere jongeren (Want wie wil er nou niet zulke prachtige psychopatenverhalen horen?) blablabla

Yup, prachtige informatie.
Oké, het hele ‘geen labels’’-verhaal klonk best interessant. Misschien wilde ik ook gewoon niet toegeven dat ik ‘mentaal in de war’ was.
Of het was gewoon allemaal gezeik.
Ja, dat klonk al stukken beter.
Ik zuchtte diep, en liet mezelf op mijn bed vallen. Dit was dus waar ik mijn tienerjaren moest slijten. Tussen een verzameling psychopaten. Geweldig.

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen