Chapter Four ||
Verveeld staar ik naar mijn plafond. Ik hoor Mevrouw Ridder vloeken en roepen. Blijkbaar zijn er nog veel meer brieven toegekomen de afgelopen 4 dagen. Ik zucht opgelucht. Morgen is er school, ze kunnen me dan niet weer een hele dag opsluiten. Plots staat er een jongen in mijn kamer. Ik schrik. 'Hoe kom jij hier! Die deur zit op slot!' roep ik verbaast. Hij komt op me afgelopen en legt zijn hand op mijn mond. 'Stil.' Ik zwijg gehoorzaam. 'Ik moet je komen halen van Dumbledore.' zegt hij. Ik kijk hem vreemd aan en hij haalt zijn hand van mijn mond. 'Wie is Dumbledore? Wie ben jij? Hoe kom je hier?' vraag ik, nu wat stiller. 'Dumbledore is het hoofd van Hogwarts. Ik ben Matt Bennett en ik ben hier naartoe verdwijnselt.' zegt hij kalm. 'Hogwarts? Verdwijnselt?' ik schud mijn hoofd. Ik snap hier geen snars van. Hij zucht. 'Even heel bij het begin. Samantha, je bent een heks.' 'Nou bedankt;' zeg ik kort. Is hij serieus naar hier gekomen om me te beledigen. 'Ik bedoel het letterlijk. In de magische zin.' mompelt hij. 'Oh waarom heeft hij mij gestuurd? Ik bak er niets van.' Hij kijkt me aan. 'Ik ? Een heks?' Ik schud lachend mijn hoofd. 'Samantha, ga gewoon mee, lees de brief dat ik mee heb en ga mee naar hogwarts waar als je spullen al liggen.' zucht hij. 'Dumbledore kent je ouders.' Ik kijk hem fronsend aan. Bedoelt hij dat ze nog leven? Maar dat kan niet! Ik zucht en knik dan ook al geloof ik het nog steeds niet. 'Pak mijn hand.' Ik pak zijn hand vast en plots staan we op een perron. 9 ¾. 'Wow.' mompel ik en buig me wat naar voor voor de duizelingen. 'Hier is je kar en je spullen.' zegt Matt tegen mij en laat me alleen. Ik sta weer rechtop en kijk naar de kar waar er een uil op staat en wat koffers en waar er 2 brieven op liggen. De ene is net als degene die ik 4 dagen geleden in mijn handen had, op de andere staat er alleen 'Lieve Samantha.' Ik pak de brieven en steek ze in en koffer. Ik rol mijn koffer naar de trein en stap op. Ik ga in een lege coupé zitten. Ik haal eerst de brief van Hogwarts uit en begin te lezen. Ik begrijp nog niet alles maar dat komt nog wel. De coupédeur gaat open en er komt een meisje met lang bruin haar, een jongen met zwart haar en een jongen met rost haar en sproeten in de deuropening staan. 'Mogen wij hier ook zitten? Normaal zitten wij hier.' Ik knik snel en lees verder. Ik gooi mijn blonde haar naar achteren en steek de brief dan weg. 'Samantha Safire.' zeg ik en steek mijn hand uit naar het meisje. 'Hermione Granger.' zegt het meisje en schud me even de hand. 'En dat is Ron Weasley' ze wijst naar de roste jongen 'en Harry Potter.'. 'Hallo.' glimlach ik even. 'Zeg me alsjeblief dat dit alles een grap is.' mompel ik tegen Hermione. 'Wat bedoel je?' vraagt ze verward. 'Ik' en ik wijs naar mezelf 'kan onmogelijk een heks zijn.' Harry lacht. 'Waarom niet?' 'Omdat ik uit een weeshuis kom en nooit iets van toveren gehoord heb? Ze hebben me al de hele week door die brieven opgesloten en plots staat er een zekere Matt in mijn kamer die zegt dat ik een heks ben en naar Hogwarts moet.' Ik zucht en rol mijn ogen. 'Het is geen grap.' zegt Ron simpel. Plots gaat de coupédeur weer open en komt er een jongen met witblond haar binnen. 'Zo Potter. Ben je er weeral bij.' zegt hij met een grijns. Zijn ogen vallen plots op mij. 'Wie is dat?' vraagt hij. 'Samantha Saffire.' glimlach ik naar hem 'En jij?' 'Draco Malfoy.' glimlacht hij. 'Draco!' hoor ik plots een irritant hoge meisjesstem zeggen en Draco zucht. 'Ik zie je wel nog eens Samantha.' glimlacht hij en zonder de rest nog een blik waardig te keuren draait hij zich om. 'Wat was er met hem?' vraagt Hermione. 'Wat bedoel je?' vraag ik. 'Dat is de eerste keer in al die jaren tijd dat ik hem aardig heb zien doen tegen iemand.' zegt Ron in Hermoine's plaats. 'Misschien heeft ze een goede invloed op mensen.' oppert Harry. 'Komaan zo erg kan hij toch niet zijn?' vraag ik hen. 'Hij noemt me Mudblood.' zegt Hermione met opgetrokken wenkbrauwen. 'Hij spot ermee dat mijn ouders dood zijn.' zegt Harry dan en Ron 'Hij maakt mijn familie belachelijk.' Ik zucht. 'Hij zag er aardig uit.' mompel ik en kijk door het raam.
Reageer (1)
Verder!!
1 decennium geledenLeuk verhaal!