Chapter Three ||
Ik loop het warenhuis uit met de zakken. De zon is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor grijze wolken. Ik zucht en loop naar een telefooncel. Ik draai het nummer van het taxibedrijf. 'Oke miss binnen 5 minuten is er daar een taxi.' zegt de man en ik bedank hem vriendelijk voor ik neerleg en me op een bankje laat vallen niet ver van de telefooncel. Ik wacht geduldig en kijk wat om me heen. Na 5 minuten wachten stopt er een taxi en sta ik op. Ik leg de zakken op de achterbank en ga zitten. ' The orphan house please.' zeg ik en hij kijkt me verbaast aan. 'Waarom wil je naar het weeshuis?' vraagt hij me. Ik haal mijn wenkbrauwen op. 'Omdat ik er woon?' zeg ik kalm en hij kijkt me beschaamt aan. 'O juist ja.' mompelt hij en start de taxi. Ik steek de oortjes van mijn mp3 in mijn oren en sluit mijn ogen. Ik heb geen zin voor nog meer domme vragen. Ik voel een zacht duwtje tegen mijn knie. 'Miss we zijn er.' zegt de chauffeur. Ik glimlach naar hem, geef hem zijn geld en loop het weeshuis binnen met de zakken in mijn handen. Ik breng alles naar de keuken waar de kok helpt me alles op zijn plaats te zetten. Er komt op dat moment een dienstmeisje binnen. We hebben er 2 maar dat is niet genoeg waardoor degene die corvee, ik in dit geval, moeten helpen. 'Samantha? Wil jij alsjeblief de post halen? Hij ligt er al de hele dag, ik en Nina hebben nog geen tijd gehad die te gaan halen.' Ik knik en glimlach naar Katy. 'Oke geen probleem.' zeg ik en loop naar de voordeur. Er hangt zo'n houten kastje aan zodat de post daar in valt. Ik pak het sleuteltje van het haakje en open de “brievenbus”. Ik haal de post eruit en loop naar de keuken om het te sorteren. Reclame, rekeningen, brief voor mevrouw Ridder, brief voor Max -de kok-, rekeningen, reclame, brief voor... mij? Verbaast kijk ik naar de envelop met de gifgroene letters erop.
Juffrouw S. Safire,
3de kamer links,
Orphan house, Leigham Road,
Londen
'Wat is dat Samantha?' vraagt mevrouw Ridder die op dat moment binnenkomt. 'Een brief mevrouw.' zeg ik en ze rolt haar ogen. 'Dat zie ik ook wel. Geef hier.' zegt ze en gritst de brief uit mijn handen. 'Die is voor mij.' zeg ik maar ze negeert mij en leest de brief. 'Het is niets. Ik wil niet dat zulke mensen onder mijn dak leven.' zegt ze kort en gooit de brief in het haardvuur. Met open mond kijk ik hoe de gifgroene letters verdwijnen in de rode vlammen. Ik werp een kwade blik op mevrouw Ridder. 'Mevrouw. Dat. Was. Mijn. Brief.' zeg ik en adem even diep in. 'En dit is mijn huis.' zegt ze kort. 'Nina? Sluit haar op in haar kamer.' Nina kijkt me verontschuldigend aan en brengt me naar mijn kamer. Ik hoor hoe ze de deur sluit en laat me op mijn bed vallen. Ik smoor een gefrustreerde gil met mijn kussen.
Reageer (1)
Heel erg mooi (:
1 decennium geledenSnel verder X