Chapter Two ||
Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd en sta op van de keukenvloer. 3 uur en een half heb ik ongeveer over de badkamervloer en de keukenvloer gedaan. Het moet glanzen en je moet er je spiegelbeeld in zien zeggen ze altijd. Ik leg mijn boengerief terug in het berghokje en zet de bezem aan de kant. Ik loop naar de kamergang waar alle wasmanden buiten staan. Ik gooi alles in 1 grote mand en loop naar de wasmachines. Ik doe wasproducten in elke machine en gooi ze dan vol met kleren. Ik zet de machines in gang en laat de mand in een hoekje achter. Dan loop ik terug naar mijn bezem en begin de trappen te vegen. Dat is snel gedaan. Ik zucht. Nu de speelkamer. Ik loop naar de kinderafdeling en zie daar de kamer vol met rommel liggen. Ik zoek de poppen en beren bijeen en zet die netjes op een plank, dan zoek ik de kinderboeken en zet ze terug in de kast, de poppenkast ligt op de grond en die zet ik terug recht. De handpoppen steek ik in een zak en leg ze bij de poppenkast. Dan blijven de springtouwen, voetballen en gezelschapsspellen nog over. De springtouwen doe ik samen in een andere zak net als de voetballen. Met een zucht begin ik de kaarten van Monopoly te zoeken en de kleine kaartjes van doolhof. Na een tijdje ligt alles weer op zijn plaats en kan ik rustig de kamer weer verlaten. Nog 1 klusje te gaan. Het leukste : naar de winkel gaan. Ik loop naar mevrouw Ridder haar kantoor en klop aan. 'Ja?' klinkt er van de andere kant. Ik loop naar binnen 'Mevrouw mag ik het geld en het lijstje voor de winkel?' vraag ik haar. 'Ben je klaar met al je andere klusjes Samantha?' zegt ze verveeld en ik knik. Ze pakt een envelope en een briefje en geeft het me. 'Alsjeblief. Ik zal een taxi bellen om je naar de winkel te brengen. En ik controleer straks of je alles goed gedaan hebt.' zegt ze emotieloos en ik knik, draai me om en loop naar mijn kamer om mijn jas en tasje te pakken. Ik steek het briefje en het geld in het tasje en ren weer naar beneden. Buiten staat de taxi al te wachten. 'De winkelstraat zeker?' vraagt de chauffeur me en ik knik. Het is bedoelt als straf maar ik geniet van de keren dat ik buiten het weeshuis kan zijn. Alles is rustiger buiten. 'We zijn er.' zegt de chauffeur en ik geef hem wat geld voor ik uitstap. Ik adem even de buitenlucht in. We zijn Augustus nu. 5 dagen voor de school terug begint. Ik stap naar het warenhuis en haal het briefje uit. Ik pak een karretje en loop eerst naar de groenten- en fruitafdeling. Ik laad alles wat ik nodig heb in de kar en rij dan door naar het brood. Ik moet wit brood hebben, bruin en lichtbruin en stokbrood. Ik leg alles bij het fruit en ga dan op zoek naar spaghettisaus en pasta voor morgen. Ik pak een stuk of 15 bokalen en dan nog eens 17 pakken Pasta. Ik weet niet precies hoeveel we er nodig hebben omdat ze geen aantal bij de pasta en saus geschreven heeft maar als ik niet genoeg heb, kom ik morgen wel terug. Ik ga ervan uit dat koken bij het corvee hoort.
Er zijn nog geen reacties.