“Ga zitten, alsjeblieft”, zei hij. Hij ging op het bed zitten en maakte met zijn handen duidelijk dat ik naast hem moest gaan zitten. Zwijgzaam gehoorzaamde ik. Het drong tot me door dat hij geen hulp nodig had. Ik merkte op dat hij de deur ook dichtgedaan had.
Onze benen raakten elkaar aan en het leek bijna alsof ik met opzet zo gevaarlijk dicht tegen hem aanzat, maar zo voelde het voor mij niet aan. Hetzelfde gold voor hem. Ik daagde hem uit en keek hem als eerste nonchalant aan. Met zijn tong speelde hij met zijn lippiercing. Voor buitenstaanders leken we vast twee pubers, maar wij waren alles behalve dat. Wij waren iets wat zoveel keer ingewikkelder, maar juist tegelijkertijd ook simpel was. “Wat?” vroeg ik toen hij me bleef aankijken. “Dat weet je best.” “We kunnen het niet eeuwig doodzwijgen. Ik zit er ook mee”, vervolgde hij. “Tom, alsjeblieft”, mompelde ik. In mijn hoofd had ik er met hem al over gepraat, maar de werkelijke uitvoering was nog altijd iets anders. Sinds die ene avond hadden we er zo goed als geen woorden meer over gewisseld, of toch maar enkele zuinige gesprekken. Meestal was Bill in de buurt en eigenlijk vond ik dat hij genoeg informatie had. Eigenlijk zelfs teveel. Hij hoorde mijn leed niet te delen, maar ik zag het aan zijn ogen. Ik zag het aan een enkele onverwachtse blik die hij me schonk op de momenten waarop Bill me overviel met zijn liefde. Zijn ogen beschuldigden me niet, ze confronteerden me alleen telkens met mijn onmogelijke opdracht.
“Ik kan het hem niet zeggen, Tom.” “Laat ons er dan tenminste over praten.” “Waarom dan?” “Omdat je het nodig hebt.”

KUDO, bitte?
Een klein begin om ooit weer
in de topstories te staan,
althans voor even?

Reageer (6)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen