Achteraf gezien leek het bijna voorbestemd, maar ik heb jarenlang mijn ogen gesloten voor de dingen die ik vreesde te zien. Ik heb hem jarenlang gekweld met mijn woorden over Joa.
Al snel had ik het gevoel dat ik mijn hart kon uitstorten bij Lennert en dat deed ik na verloop van tijd ook. Het leek bijna alsof hij een deel was van het verhaal van ik en Joa. Nooit had ik door dat hij zijn eigen gevoelens voor me verzweeg. Hij hoorde alles van me aan, mijn kreten van geluk, maar ook deze van wanhoop. Dag en nacht stond hij voor me klaar. Ik vond in hem een soort van beste vriend. Alleen veranderde alles toen hij me die ene dag kuste. Helemaal in shock en ontredderd was ik teruggekomen van een onvermijdelijk bezoek aan Joa. Aangezien ik me lichamelijk ook niet al te best voelde, leek het me logisch dat ik naar hem toe ging. Hij was én arts én een vriend van me.
Ik had het ook helemaal niet zien aankomen. Ik neem aan dat ik er gewoon blind voor was en het niet wou zien, of het bewust verdrong. Ik was naar hem thuis gereden, totaal overstuur. Nadat hij alles van me had moeten aanhoren, kon hij zich kennelijk niet langer bedwingen. Hij nam me beet bij mijn schouders en drukte zijn lippen pardoes op die van mij. Hij gaf me de ruimte om weerstand te bieden, maar dat deed ik niks. Ik verweerde me niet, maar ging er ook niet op in. Ik liet het gewoon op me afkomen. Ik voelde me net een pop die bespeeld werd, ik had de touwtjes niet zelf in handen. Het feit is dat ik er achterafgezien niet mee wist om te gaan. Ik kon niet uitmaken of ik goed of fout gehandeld had. Ik had wel willen toegeven, maar ik had het niet gekund. Ook de kracht om hem weg te duwen ontbrak mij. Waarschijnlijk wist mijn onderbewustzijn dat Joa altijd op de eerste plaats zou blijven komen, hoe zinloos de strijd ook was.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen