Foto bij Nobody knows - 2/4

Merlin had al vaker in de kerkers gezeten. Vele malen, zelfs meer dan hij zich kon herinneren. De cellen van Camelot waren ook helemaal niet zo erg in vergelijking met andere hokken waarin hij opgesloten had gezeten; ze waren droog, hadden een raampje waardoor relatief veel licht naar binnen kwam, hij had wat stro om op te zitten en hij kreeg voldoende water en eten om geen honger te hoeven leiden.
      Toch had nog nooit een cel zo beangstigend en verstikkend gewerkt als die waar hij toen in bijkwam. Bovenop zijn kloppende hoofdpijn had hij ook nog eens het gevoel dat de muren op hem af kwamen en als er niet twee wachters aan de andere kant van de tralies hadden gestaan, had hij zichzelf allang bevrijd. Hij durfde echter geen magie te gebruik, want ergens koesterde hij nog steeds de hoop dat alles door zou kunnen gaan zoals het was geweest voor dit incident. Misschien zou Arthur het begrijpen en hem vergeven.
      Nadat hij twee uur lang onzeker en alleen in zijn gevang had gezeten, opgekruld in een hoekje en slechts met moeite zijn tranen bedwingend, hoorde hij voetstappen naderen. Juist dit keer merkte hij ze natuurlijk wel op, terwijl hij er nu niets meer aan had. Als hij zich er de vorige keer van bewust was geweest, had deze situatie nooit hoeven te ontstaan.
      Arthur verscheen. Met een lichte handbeweging lieten de twee andere mannen hen alleen, waardoor er enkel een akelige stilte achterbleef. Merlin was stiltes gewend van allerlei soorten en lengtes: woedende stilte, ongemakkelijke stilte, prettige stilte, vredige stilte. Soms was stilte gewoon noodzakelijk, en het was belachelijk om daar angst voor te hebben. Toch maakte de stilte hem dit keer doodsbang, zeker omdat Arthur hem niet eens aankeek. De koning was geen bijzonder diplomatiek persoon. Hij had zich vaak genoeg laten leiden door zijn emoties in plaats van zijn verstand, en dat had altijd goed uitgepakt. Dit keer liet Arthur echter geen enkele emotie zien en Merlin durfde zich nauwelijks voor te stellen wat dat betekende.
      Hij krabbelde overeind en liep naar de tralies. “Arthur, je kent me.” Het was nauwelijks meer dan een fluistering. “Je weet dat ik mijn krachten nooit voor iets slechts zou gebruiken.”
      “Nee.” Arthurs stem brak, en hij moest zijn keel schrapen voordat hij verder kon gaan. “Nee, ik ken je niet. Ik dacht van wel, maar je hebt me net nog laten zien hoever ik ernaast zat.” Hij keek Merlin aan. Even zag het ernaar uit dat hij tegen hem wilde gaan schreeuwen en tieren, maar toen kreeg hij zijn woede weer onder controle. Merlins hart bevroor zodra hij dat zag, want hij wist dat hij had verloren. “Je was een goede vriend, of je speelde je rol in ieder geval goed.”
      “Het was geen rol.”
      “Je hebt dit koninkrijk een paar grote diensten bewezen, en daarvoor dien je beloond te worden, zelfs al weet ik nu niet meer zeker of je niet misschien een achterliggend motief had,” ging Arthur verder. “Ik zal daarom soepel zijn. Je bent verbannen uit dit koninkrijk, voor zo lang je leeft.”
      Het duurde even voordat Merlin zijn stem terugvond. “Je kunt me niet verbannen.”
      “Probeer je geluk niet te ver door te drijven. Ik kan nog steeds een brandstapel voor je klaar laten maken.”
      “Maar - Maar iedereen zal zich afvragen waar ik heen ben - Gaius, Gwen, Leon, Gwaine, Elyan…”
      Arthur klonk haast vermoeid. “Niet als ik ze vertel dat je bij je moeder op bezoek bent gegaan, die plotseling ziek is geworden. Een vervalste brief in jouw handschrift zal ze later overtuigen dat je bij haar wilt blijven voor onbepaalde tijd.”
      Merlin zocht naar een uitweg, een reden waarom het plan niet zou werken, maar hij kon niets vinden. Arthur begon weg te lopen.
      Merlin omklemde de tralies van zijn gevangenis zo hard dat zijn knokkels wit werden. “Arthur!” riep hij uit, maar hij wist zelf niet eens zeker of het verontwaardigd, kwaad, smekend of verontschuldigend bedoeld was. Misschien wel allemaal tegelijk.
      Arthur hield heel even bijna zijn pas in. Zijn aarzeling duurde nauwelijks een seconde, maar het gaf Merlin hoop. Hoop die ruw stukgeslagen werd toen zijn koning en voormalige beste vriend doorliep, zonder ook maar een blik achterom te werpen.

Reageer (3)

  • Anaklysmos

    Ik hou van dit verhaal!

    1 decennium geleden
  • xxmarithxx

    Merlin!! Oh wow, jij bent mijn held. Dit is geweldig! Ik hou van Merlin, zoooo veel!
    En jij schrijft er een verhaal over, thank you thank you thank you! <3<3
    Nëeeeeeeeee Arthur mag niet weglopen neee ):
    Sorry. Mijn reacties zijn een beetje enthousiast nu. Maar girl, you are awesome.
    Thank you! <3 =D

    1 decennium geleden
  • FearlessLove

    :O

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen